Direct naar artikelinhoud
InterviewTony Wheeler

‘Moet je echt op vrijdagavond naar Praag vliegen, om de zondagmiddag alweer terug te vliegen?’

Tony Wheeler: ‘Wij hebben Bali mee op de radar gezet, maar zonder de aandacht van luchtvaartmaatschappijen, bouwontwikkelaars en aanbieders van pakketreizen was die grote stroom nooit op gang gekomen.’Beeld Wouter Van Vooren

Van ‘flygskam’ of vliegschaamte heeft Tony Wheeler, oprichter van reisgids Lonely Planet, weinig last. Al geeft hij toe: ‘Moet je echt voor een weekend naar Praag vliegen voor een vrijgezellenfeest?’

‘Ik zeg ja tegen elk voorstel, zolang het maar interessant klinkt”, vertelt Tony Wheeler (76), die tijdens ons gesprek constant zijn blik laat afdwalen naar de kasten die ons omringen, volgestouwd met reisboeken. Een halve eeuw terug alweer legde hij met zijn vrouw Maureen de grondslag voor de befaamde Lonely Planet-gidsen, en nog steeds blinken de blauwige kaften rijkelijk in de Gentse reisboekhandel Atlas & Zanzibar.

Eigenaar Frank van Os, wiens winkel dertig kaarsjes uitblaast, is in zijn nopjes met de komst van de “peetvader van de reisgids”. Hij weet: “Voor het geld hoeft hij hier niet te zijn.” Sinds de verkoop van het bedrijf – het laatste aandeel lieten de Wheelers in 2011 los – is de Australiër een reizende rentenier. Net ingevlogen van Barcelona, en straks gaat het alweer naar Zuid-Frankrijk.

“Een officiële rol heb ik niet meer in het bedrijf”, zegt Wheeler, die enkel nog ambassadeur is in hart en nieren. Is het dat wat hem naar Gent brengt om dit verjaardagsfeestje op te luisteren? De liefde voor drukwerk dat doet dromen van verre horizonten? Wheeler grijnst: “Eerlijk gezegd was ik gewoon nog nooit in Gent geweest, dat is voor mij reden genoeg.”

Het zegt veel, zo niet alles over de oeverloosheid van toerisme. Zelfs een oude knar die zijn leven aan reizen heeft gewijd, vindt in een stad die kreunt onder een massa aan selfies nog steeds onontgonnen terrein. Dat leent zich tot de voorspelbare vraag: in hoeverre heeft Wheeler met zijn Lonely Planet-gidsen de woorden ‘massa’ en ‘toerisme’ onlosmakelijk verbonden?

“Ik heb dat verwijt al vaak gekregen: ‘Jullie maakten een gids over deze plek, en kijk eens wat er van gekomen is. Dat zou zonder Lonely Planet nooit gebeurd zijn.’ Totaal ridicuul. Wij zijn er maar een klein deeltje van.”

Als voorbeeld geeft hij Bali, het populaire eiland in Indonesië dat hij al aandeed in zijn eerste reisgids Across Asia on the Cheap. “Toen ik er eerst kwam, was het er muisstil. Je ging naar Kuta Beach en trof hoogstens een half dozijn restaurants en één proper hotel aan. Nu zijn het er duizenden.”

“Hebben wij die plek daarom ‘geruïneerd’? Akkoord, wij hebben Bali mee op de radar gezet, maar zonder de aandacht van luchtvaartmaatschappijen, bouwontwikkelaars en aanbieders van pakketreizen was die grote stroom nooit op gang gekomen. We hebben met Lonely Planet ooit een gids over Afghanistan gemaakt. Als je kijkt naar de staat van het land vandaag, dan zeg ik je: ik had Afghanistan maar al te graag geruïneerd.”

Ryanair

“We love places to death”, zegt Wheeler. Een liefdesverklaring als doodsvonnis, moet dat dan? Het lijkt een nare gevolgtrekking, dat toerisme per definitie iets ten gronde richt. Al valt er natuurlijk wel iets voor te zeggen.

Dat moet zelfs de Lonely Planet-adept, die “zelf zijn reizen bouwt”, aldus Van Os, wellicht toegeven: in de drang naar authenticiteit en onbetreden paden – zoals zo mooi gepersifleerd in Ilja Leonard Pfeijffers Grand Hotel Europa – raken diezelfde paden soms platgetreden en de authenticiteit uitgewrongen.

“Natuurlijk is het toerisme op sommige plaatsen overweldigend. Maar anderzijds: wat is het leven in Nepal zonder toerisme? Dan eindig je als Nepalees misschien niet als berggids maar als gastarbeider in India, en dan ben je niet beter af, hoor”, zegt Wheeler over de impact op het lokale weefsel. “Of kijk naar Afrika: zonder toerisme eten wilde dieren misschien oogsten of vee op, terwijl de bevolking er nu tenminste wat geld kan uitslaan.”

Hij wil zelfs een bloemetje uitdelen aan Ryanair. “Vaak vraag ik bij een lezing: wie is er al eens in Plovdiv geweest? Het is een fraaie stad in Bulgarije, die me echt met verstomming sloeg. Je hebt er alles, van cultureel erfgoed tot een autoluwe hoofdstraat waar je rustig een koud biertje kan drinken. Wel, je kan er naartoe via Ryanair. De maatschappij gaat soms naar plekken die voordien totaal onbekend waren.”

De positieve invloeden van toerisme mogen we niet uit het oog verliezen, zegt Wheeler. Toch worstelt ook hij zelf al langer met de morele component. Zo hield hij in 2006, samen met die andere pionier Mark Ellingham van Rough Guides, een pleidooi voor minder vliegreizen. Hun gidsen op maat van backpackers zonder grenzen zouden hen voortaan ook bewust maken van de gevolgen van klimaatverandering.

Cruiseschepen

Wheeler is echter geen apologeet: “Ik ben zelf een ongelofelijk schuldige partij in dit hele verhaal, want ik vlieg bijna het hele jaar door.” Hij weet ook dat het pleidooi weinig succes kende: sinds 2006 nam het aantal wereldwijde vluchten met de helft toe. De dip tijdens de pandemie is volgens cijfers van de internationale luchtvaartvereniging alweer zo goed als weggewerkt.

Was de Australiër niet een van de vele reisexperts die stelden dat de pandemie ons reisgedrag voorgoed zouden veranderen? “Het heeft me echt verbaasd, want we hebben uitgevogeld dat het best kan, al die vliegtuigen aan de grond houden”, zegt hij daarover. “Ik was trouwens op een conferentie in Japan over massatoerisme, toen het eerste met covid besmette cruiseschip er arriveerde. Tegen het einde van de conferentie dachten we dat het hele probleem opgelost was, want wie zou er ooit nog op een cruiseschip willen kruipen?”

Hij zucht. “Onlangs zag ik nog een nieuwsbericht passeren, over het grootste cruiseschip ooit. Niet te geloven.” Hij doet het zelf normaal gezien nooit, zegt hij. “Onlangs ging ik voor het eerst mee, een cruise van Japan naar Alaska. Daar meerden we aan in Ketchikan, een klein stadje met 8.000 inwoners. Er lagen in totaal wel vier cruiseschepen in de haven, zo’n 10.000 mensen stroomden ineens de stad in.”

Laat in de namiddag echter, was Wheeler nog de enige in het stadje. “Iedereen was al terug aan boord. Ik vind het zo’n enge focus op reizen. Je zoekt nooit een restaurant, want je eet op het dek. Je bent nooit vijf kilometer verwijderd van die boot, want je wilt op tijd terug om aan de bar te gaan zitten. Zelfs shoppen doen de meesten gewoon aan boord. Je ziet dat ook op cruiseschepen die naar de Caraïben uitvaren vanuit Miami. De eilanden zijn irrelevant, alles draait rond die boot.”

excursietoerist

Net die mentaliteit doet ook steden als Brugge steigeren over ‘de excursietoerist’. Ze overspoelen de stad, kijken hun ogen uit, maar leveren amper iets op voor de lokale horeca en handelaars. Brugge, zo becijferde het Britse boekingsportaal Holidu, moet jaarlijks 21 toeristen incasseren voor elke inwoner van de stad. Net zo veel als Rhodos of Venetië, enkel Dubrovnik doet nog beter – of slechter – met 36 toeristen per inwoner.

Ook nieuw onderzoek van het agentschap Toerisme Vlaanderen komt tot de conclusie dat de economische voordelen van cruiseschepen beperkt zijn, terwijl de lasten op vlak van milieu en levenskwaliteit erg hoog zijn. “Ons cruisetoerisme moet herdacht worden”, oordeelde Vlaams minister van Toerisme Zuhal Demir (N-VA). Een goede zaak, vindt ook Wheeler.

“Een stad als Venetië, waar de cruiseschepen bijna tot in de kanalen varen, hebben een keuze. Ze hoeven die schepen niet toe te laten, je kan ook zeggen: meer twintig kilometer verder aan, en en kom dan maar met de bus.” Hij pleit ook voor een soort ‘cruisetaks’. “Want die toeristen zullen nog steeds niet veel geld spenderen, en zo krijg je er op een andere manier toch nog iets voor terug. Anders wordt het echt een race naar de bodem.”

Ook onze vliegwoede mogen we gerust wat temperen, vindt Wheeler. “Ik wil niet pleiten voor flygskam (vliegschaamte, MIM), ook al vind ik het een mooie term. Wat ik wel zonde vind, zijn korte trips. Moet je echt op vrijdagavond naar Praag vliegen, om de zondagmiddag alweer terug te vliegen? Ik vind van niet. En al zeker niet voor een vrijgezellenfeest.”

Achtertuin

Genoeg over reisschaamte, lijkt Wheeler aan te geven wanneer zijn blik afdwaalt naar het boekenrek. Hij wijst, in rode letters prijkt Iran op de kaft. “Iran is als land gedemoniseerd door de Amerikaanse overheid, en op vele vlakken is het natuurlijk een vreselijk land. Maar iedereen die er gaat, keert terug met het idee: wat een ontzettend vriendelijke mensen. We hebben allemaal dezelfde noden en wensen.”

Het is een van de redenen waarom Wheeler nog steeds een “kick” krijgt van reizen: de praatjes die hij slaat met lokale inwoners. “De beste manier om je mening te herzien, blijft reizen en mensen ontmoeten.”

Kunnen we dan niet ook onze mening over reizen herzien? Het idee dat een goede reis een verre reis is? “Tijdens de pandemie keken we in Australië, net als jullie, plots naar onze eigen achtertuin, en dat die best wel mooi is. Dat fiets- en wandelreizen niet alleen veilig aanvoelen in een pandemie, maar ook erg fijn zijn.”

“Ik weiger te geloven dat we deze zaken zomaar weer vergeten zijn. Wat je nu ziet, is vooral een soort opgebouwde vraag. Mensen hebben naast al die ontdekkingen in eigen land namelijk ook twee jaar met hun neus in reisboeken gezeten, en gedroomd van mooie bestemmingen. Die drang wordt nu ingelost.”

‘Mensen hebben twee jaar met hun neus in reisboeken gezeten, en gedroomd van mooie bestemmingen. Die drang wordt nu ingelost’

Twee straten verder

En dus zullen steden als Barcelona, Amsterdam en Venetië, symbolen van het massatoerisme, deze zomer weer als vanouds kolken. Veel van die steden proberen toeristen beter te spreiden, niet alleen doorheen de dag maar ook door minder voor de hand liggende trekpleisters aan te prijzen.

“Ga eens naar Venetië, en wandel twee kanalen verder van het San Marcoplein. Soms sta je dan in een prachtige kerk waar helemaal niemand te zien is. Dat idee probeerden we bij Lonely Planet al te verkondigen: ‘Try two streets over.’ Twee straten verder tref je een andere wereld aan. Zo zie je maar, we hebben niet heel de wereld verziekt”, lacht Wheeler.

Hij heeft nog steeds een diepe connectie met het bedrijf, ook al is het een heel andere weg in geslagen. De boekenverkoop talmde al langer, Lonely Planet is sterk gedigitaliseerd op maat van de moderne reiziger die liever navigeert via de smartphone dan met een suf en zwaar boek.

Of Wheeler dat niet jammer vindt? “Ik zit net als iedereen de hele tijd online dingen op te zoeken. Het vliegtuig vanuit Barcelona was nog maar net op het tarmac geland, of ik was al aan het opzoeken wanneer de trein naar Gent vertrok. Vroeger las je in een gids dat er ‘elk half uur een trein’ rijdt naar een bepaalde bestemming, nu heb je exacte info in je broekzak.”

Tony Wheeler: 'Weet je, ruïnes zijn erg leuk, maar soms heb je als toerist gewoon zin om een dag aan het strand te liggen.'Beeld Wouter Van Vooren

“Toch zal er altijd een plek zijn voor de gids in boekvorm. Niet alleen omdat je andere info krijgt, maar ook omdat er een andere mindset aan vasthangt. Je vindt er soms pareltjes die het online aanbod verdrinken. En vergeet niet dat je niet altijd terug kan vallen op die smartphone. Soms is de batterij leeg, of sta je in niemandsland zonder wifi. Dan is dat boek er altijd.”

Beide vormen complementeren elkaar, vindt Wheeler. “Uiteindelijk blijft het allerbelangrijkste dat je op een reis alle kanten kunt afdekken. De hotels en restaurants zijn maar één element, je wilt ook de cultuur en de geschiedenis, zelfs de politieke toestand. Als je naar Turkije gaat, en je weet niets over de strijd die daar aan de gang is om de macht van Erdogan te breken, dan heb je dat land naar mijn aanvoelen niet echt bezocht.”

“Toen ik de allereerste keer Mark Ellingham van Rough Guides ontmoette, heb ik daar een erg geamuseerde discussie over gehad met hem. Ze hadden een gids gemaakt over Griekenland, die vol stond met culturele verhalen over de architectuur of de Griekse mythologie. Maar geen één keer kwam er het woord ‘strand’ in voor. Weet je, ruïnes zijn erg leuk, maar soms heb je als toerist gewoon zin om een dag aan het strand te liggen.”

Tony Wheeler

- Australiër
- Geboren in 1946 in Engeland
- Publiceert met zijn vrouw Maureen het boek Across Asia on the Cheap’ in 1973, wat tot de oprichting van Lonely Planet leidt
- Verkoopt in 2007 driekwart van het bedrijf aan de BBC, in 2011 volgt het resterende aandeel.
- Gehuldigd als officier van de Orde van Australië in 2014