© VIER

Elke week wordt een leerling definitief uit lagere school gezet: “Schokkend”

2.387 leerlingen zijn vorig schooljaar definitief van school gestuurd. Dat zijn er meer dan ooit tevoren. 49 van hen zijn kinderen uit de basisschool. “Schokkend”, zegt jeugdpyschologe Klaar Hammenecker.

tlb

Elke week van het schooljaar krijgen één à twee kinderen uit de lagere school te horen dat ze definitief buitengezet worden. Omdat een eerste, tijdelijke schorsing niets heeft opgeleverd, omdat bemiddelingspogingen met de ouders spaak lopen of omdat het kind een acuut gevaar vormt voor de andere leerlingen. Dat staat in het jaarverslag van de CLB’s, de centra voor leerlingenbegeleiding. Die hebben 49 dossiers begeleid van definitieve uitsluiting van een kind uit de lagere school. Dat is 30% meer dan in 2012-2013 (38). In 101 gevallen kreeg het CLB een vraag binnen van een basisschool om een kind tijdelijk te schorsen. Dat is meer dan een verdubbeling tegenover 2012 (43).

“Het gaat vaak om kinderen die vroeg beginnen te puberen”, zegt Stefan Grielens, directeur van de vrije CLB’s. “Dat zijn vaak zeer acute situaties, van extreme pesterijen tot geweld.” Hoe dat komt? “Omdat de problemen waarmee kinderen opgroeien, steeds complexer worden. Dat levert meer gedragsproblemen op”, zegt Dries Vandermeersch, voorzitter van de raad van directeurs van de CLB’s.

Ook in het middelbaar werden 2.026 leerlingen definitief buitengezet, een stijging met de helft tegenover 2012 (1.376). “De cijfers zijn schokkend”, zegt jeugdpsychologe Klaar Hammenecker. “Zeker in de lagere school zou een kind nooit uit school mogen worden gezet, want het tekent hem voor zijn leven. Het is de boodschap van complete afwijzing: We willen je hier niet meer. Een kind dat zich in de lagere school onhandelbaar toont, heeft nood aan hulp en zorg. Niet aan afwijzing.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER