Nicolas Maeterlinck

Ondanks klimaatdoelstellingen, telewerk en meer fietsen naar het werk: filecijfers breken records

Mei 2023 was wat files betreft de zwaarste meimaand sinds het begin van de metingen in 2011. Dat zegt Statistiek Vlaanderen, op basis van cijfers van het Vlaams Verkeerscentrum. Ze staat zelfs op de derde plaats van de maanden met de zwaarste filedruk ooit. Hoe kan dat? We telewerken toch nog vaker, ook na de coronaperiode, en fietsen toch meer naar het werk?

In de afgelopen maanden stonden er alleen maar zegeberichten in de kranten en op onze website. Volgens het Verplaatsingsonderzoek Vlaanderen gebruiken we (gemeten over alle verplaatsingen) voor het eerst minder dan 60 procent de auto. In het woon-werkverkeer gebruiken Vlamingen nog voor 62 procent de auto maar intussen ook al voor 22 procent de elektrische fiets. Volgens de FOD Mobiliteit is het woon-werkverkeer met de fiets sinds 2005 zelfs met 80 procent toegenomen.

En toch blijft de filedruk stijgen. Mei 2023 klokte af op een gemiddelde van 1078 kilometer.uur. Met filedruk bedoelt Statistiek Vlaanderen de gemiddelde omvang van de files. Het cijfer combineert filelengte met fileduur, en wordt uitgedrukt in kilometer.uur. Honderd kilometeruren is bijvoorbeeld het equivalent van 100 kilometer file gedurende één uur of 200 kilometer file gedurende een half uur.

Daarmee is mei 2023 de drukste meimaand ooit, en in absolute termen zelfs de derde zwaarste over alle maanden en jaren gemeten. Op de eerste plaats staan juni 2019 (1107 kilometer.uur) en oktober 2021 (1079 kilometer.uur). Het verkeerscentrum heeft slechts sinds 2011 echt betrouwbare metingen. De eerste structurele files in België ontstonden in 1986 maar waren zeker niet zo lang als in 2011.    

Filedruk in Vlaanderen van 2011 tot nu (c) Verkeerscentrum indicatoren

Het wordt steeds duidelijker dat de voorbije coronaperiode, toen er veel minder files stonden, echt maar een intermezzo was. De tendens sinds 2011 was jaar na jaar een toename van de filedruk, en die zet zich nu gewoon door. Telewerk helpt te weinig tegen files want woon-werkverkeer maakt maar één vierde uit van alle verplaatsingen. Recreatief en vrachtverkeer blijven stijgen. Het Federaal Planbureau rekende twee jaar geleden uit dat telewerk volhouden zoals in de coronaperiode tegen 2040 slechts 1.6 procent van de vervoersvraag zou doen verdwijnen. Verwaarloosbaar dus.

Er is wel een verschuiving doorheen de dag. De vroege ochtendspits is rustiger maar de avondspits wordt steeds drukker (+10 procent), en dat komt natuurlijk ook door de demografische en economische groei. Dat is logisch want het wegennetwerk is onveranderd sinds de jaren negentig van de vorige eeuw maar honderdduizenden extra automobilisten en vrachtwagenchauffeurs maken er gebruik van. Zelfs met een verschuiving naar de fiets in het woon-werkverkeer zijn er initieel ook steeds meer mensen die met de auto naar het werk rijden, tot ze de files beu zijn.

De avondspits wordt drukker, het begin van de ochtendspits is rustiger, door telewerk

Bij ongewijzigd beleid en in gelijkaardige economische omstandigheden verwacht het Federaal Planbureau voor ons land nog een fikse toename van het vrachtvolume. Volgens het verkeerscentrum rijden we momenteel nog steeds bijna zeven procent minder kilometers met de auto dan in 2019 maar toch zullen we tegen 2040 nog vaker met die auto in de file staan, louter door de toename van het vrachtverkeer op de weg.

Uit cijfers van de FOD Mobiliteit blijkt bovendien dat de fiets niet zozeer voor minder autoverkeer zorgt maar vooral het collectief vervoer doet bloeden. De Lijn en de NMBS tellen post-corona nog steeds minder reizigers, en ook carpoolen en het collectief bedrijfsvervoer verliezen marktaandeel. Die elektrische fiets of e-step - maar ook de auto -  zijn gewoon zoveel meer flexibel.

Een belangrijke factor voor de files in ons land is ook de bedrijfs- of salariswagen. Volgens HR-dienstverlener Acerta heeft in België al 23 procent van de bedienden in de privésector een bedrijfswagen. De populariteit van die wagen neemt nog toe door de krapte op de arbeidsmarkt. Ondernemingen stellen ze in de strijd om talent soms beschikbaar voor profielen die daar voorheen niet voor in aanmerking kwamen.

Telewerkers rijden niet in de spits maar wel tijdens het daluur, bijvoorbeeld voor een snelle boodschap

Bezitters van bedrijfswagens rijden tweemaal zoveel kilometers als eigenaars van particuliere auto’s. Dat verhaal is wel genuanceerd: er zijn bedienden die 45.000 kilometer afleggen per jaar om klanten te bezoeken en er zijn ook werknemers die hun bedrijfswagen louter als deel van hun loon krijgen. Die worden soms voornamelijk voor privé-verplaatsingen gebruikt, maar dat draagt natuurlijk ook bij tot drukte op de weg.

Tot slot speelt nog deze factor mee: telewerkers met een auto thuis zie je niet in de spits op de weg maar ze verplaatsen zich in het daluur soms wel voor een snelle boodschap. Vaten zijn altijd communicerend. 

Meest gelezen