Direct naar artikelinhoud
InterviewAnnemie Struyf

Tv-maker Annemie Struyf: ‘Dat ik nog zo’n fijne, nieuwe partner heb ontmoet, vind ik een reusachtig cadeau’

Tv-maker Annemie Struyf: ‘Dat ik nog zo’n fijne, nieuwe partner heb ontmoet, vind ik een reusachtig cadeau’
Beeld Carmen De Vos

Al reizend zag Annemie Struyf (62) het mooiste wat onze planeet en de mens die haar bewandelt te bieden heeft, maar ze stond ook oog in oog met het lelijkste dat zich in ons schuilhoudt. ‘Ik ben positief ingesteld, maar in Afghanistan en Congo ben ik mijn geloof in de goedheid van de mens kwijtgespeeld.’

Ze is nog maar twee dagen in het land wanneer we Annemie Struyf in de cafetaria van het Leuvense museum M treffen. Opnames voor het derde seizoen van Het Hoge Noorden voerden haar naar Noorwegen en terug. De blik oogt verrassend monter, nergens is ook maar een restje reis­gerelateerde vermoeidheid te bespeuren. Het wordt trouwens een blitzbezoek aan ons land, vertelt ze meteen: daags na ons gesprek zal ze wéér in de auto stappen, deze keer voor een vakantie in het zuiden van Frankrijk. Ja hoor, ook als de camera niet in de kofferbak ligt, wordt er ten huize Struyf druk gereisd.

Annemie Struyf: “Telkens als ik terugkom van een reportage­reis, krijg ik de vraag: ‘Ah, hoe was het op je vakantie?’ Omdat ik vaak in het buitenland werk, en dat de voorbije jaren mocht doen in een omgeving die tot de verbeelding spreekt, leeft bij sommigen het idee dat ik van de ene vakantie in de andere tuimel. En oké, in Noorwegen ben ik inderdaad voortdurend omringd door overweldigende schoonheid en rust, ik adem er zuivere lucht in…”

Bio

geboren in Schoten op 4 februari 1961 / studeerde pedagogische wetenschappen en werkte als onderzoeker aan de KU Leuven / rolde op haar 35ste in de journalistiek, eerst bij Knack en Humo, later op televisie (Eén en VIER) / maakte tv-programma’s als De moeder van mijn dochter, In godsnaam, Draagmoeders en Het Hoge Noorden / schreef samen met fotografe Lieve Blancquaert enkele boeken, zoals Insjallah mevrouw en Mijn status is positief / heeft vijf kinderen

Maar achter het droomplaatje dat je creëert zit ook veel hard labeur?

“Precies! Tijdens draaidagen zijn wij van ’s ochtends tot ’s avonds aan het werk. Het zijn dure dagen, dus die moeten maximaal renderen. Het Hoge Noorden wordt ter plekke met een piepklein team gemaakt: we zijn maar met z’n drieën. Regisseuse en cameravrouw Kristel Waterloos en ik brainstormen, plannen, draaien, overleggen en researchen voortdurend met elkaar. Uitgaan na een dag filmen, dat zit er dus echt niet in. (lacht) Als wij ons werk goed gedaan hebben, zie je op het scherm een heel ontspannen contact. Dat bouwt allemaal mee aan het gevoel dat ik zomaar bij de mensen kom aanwaaien, een klapke doe, en daarna meteen weer vertrek. Maar er komt natuurlijk nét iets meer bij kijken.

“Zodra je weer thuis bent, kun je ook niet teruggaan om nog een paar extra vragen te stellen, of om een scène opnieuw te filmen. We werken trouwens zonder scenario. Dat geeft een enorme vrijheid, maar is ook ontzettend spannend. We rekenen er elke keer opnieuw op dat er zich tijdens het filmen wel enkele gouden momenten zullen aandienen, maar je moet ook de omstandigheden creëren waarin dat kán.”

Je werkt ondertussen aan een derde seizoen over Vlamingen die naar Noorwegen emigreren. Het land heeft ook jouw hart veroverd?

“Toch wel, ja. Voor we dit programma begonnen te maken, was ik nog nooit in Noorwegen geweest. Vooral de absolute dominantie van de natuur heb ik op weinig plekken zo intens ervaren als daar. Het hele leven en alles wat je erin wilt bereiken, hangt af van de vraag of de natuur het toelaat. Ik had onlangs nog contact met (zangeres) Soetkin Baptist, die hoog in het noorden van het land woont. De winter was daar begin juni nog stééds niet gedaan! ‘Het is om te huilen’, vertelde ze me. Deze week zou het er eindelijk 10 graden worden, wat het equivalent is van 30 graden bij ons. Dat zijn ontzettend uitdagende leefomstandigheden, hè. Tegelijk vind ik het als mens verrijkend om door de natuur met je neus op je eigen nietigheid gedrukt te worden.”

‘Een van de grote voordelen aan ouder worden is dat je op een steeds grotere levenservaring kunt terugvallen. Het geeft diepte aan alle gesprekken die je voert.’Beeld Carmen De Vos

Die reizen naar het noorden moeten je ook hardhandig met het groeiende klimaatprobleem confronteren.

“Dat is absoluut zo. Zeker in het stukje wereld waar wij leven, hebben we een enorme zelfoverschatting ontwikkeld. We denken dat we onze omgeving volledig in de hand hebben, maar niets is minder waar. Als we niet zorgzaam met de natuur omspringen, verplettert die natuur óns. Het besef dat de natuur ook meedogenloos hard kan zijn, leeft in Noorwegen veel meer dan hier. In die zin wordt je ontzag voor die natuur tijdens zulke reizen wel op scherp gesteld, ja.

“Nu goed, moedeloosheid over de klimaatverandering zal ons nergens brengen. Ik kan me soms ongelooflijk ergeren aan al dat geklaag en die gelatenheid. We hebben meer dan ooit nood aan mensen die positieve actie ondernemen. Het maakt niet uit wat: kies een constructief doel waarvoor je je wilt inzetten, en dóé verdorie iets. Natuurlijk zal een individuele klimaatactie onze planeet niet redden, maar ik vind dat elk initiatief, hoe groot of klein ook, het verdient om aangemoedigd te worden.

“In dat opzicht kunnen we het nog veel beter doen. Er zijn vandaag mensen die denken dat we door te sorteren of door met een elektrische auto te rijden ons steentje wel hebben bijgedragen. Maar het is complexer dan dat. Want heb je enig idee hoe vervuilend het is om zo’n elektrische auto te maken? En wat er nadien met die batterijen gebeurt? Er zal een grotere shift in ons gedragspatroon nodig zijn.”

In je reisreportages oog je steeds opvallend mild en geduldig. ‘Mensen voelen zich bij haar gehoord’, schreef ook onze recensente onlangs. Kun je uitleggen waarom je gesprekspartners zich zo openhartig tonen bij jou?

“Ik ben toch vooral een goede luisteraar, denk ik. Je zou ervan versteld staan hoe blij mensen zijn als er vanuit oprechte interesse naar hun verhaal wordt geluisterd. In alle projecten die ik heb gemaakt – zowel de boeken als de tv-programma’s – staan de verhalen van mensen voor mij centraal. Mensen interesseren mij mateloos.

“Ik heb weleens de opmerking gekregen dat ik soms ook zélf praat tijdens interviews. Maar om een authentiek contact te creëren, móét je ook iets van jezelf prijsgeven. Je moet een zekere kwetsbaarheid tonen. Het is een wisselwerking. Dat vind ik toch een van de grote voordelen aan ouder worden: mettertijd kun je op een steeds grotere levenservaring terugvallen. Het geeft diepte aan alle gesprekken die je voert.”

‘Ik wil op dit punt in mijn carrière nog zo weinig mogelijk dingen doen die ik niet leuk vind. Met vergaderen ben ik gestopt. Dat vind ik al te vaak tijdverlies.’Beeld Carmen De Vos

Moet jij vandaag voor je job nog dingen doen die je níét leuk vindt?

“Nauwelijks, als ik eerlijk ben. Ik zit in het laatste grote hoofdstuk van mijn carrière, en wil nog zo weinig mogelijk dingen doen die ik niet leuk vind. Op een bepaald moment heb ik bijvoorbeeld beseft dat ik echt niet meer wil vergaderen. Dat vind ik al te vaak tijdverlies. Ik ben destijds in de journalistiek gestapt omdat ik de wereld in wilde trekken en omdat ik interessante mensen wilde ontmoeten. Níét om in de file te staan omdat ik per se een meeting moest voorzitten. Daar ben ik op een bepaald moment dus ook mee gestopt. En sindsdien is er veel tijd vrijgekomen voor het echte reportagewerk.”

Wat vindt het thuisfront er eigenlijk van dat jij zo vaak weg bent?

(lacht) “Dit jaar ben ik inderdaad nogal veel weggeweest. Ik heb al hard gewerkt en heb ook nog een druk najaar voor de boeg. Maar in de zomer neem ik twee maanden vrijaf en dan ben ik ook echt bij mijn geliefden. Ik zit nu gelukkig in een levensfase waarin mijn kinderen allemaal op eigen benen staan. Ze weten dat ik in hart en ziel voor hen beschikbaar ben, maar dat dat niet betekent dat ze me álle dagen kunnen bereiken. Daar hebben ze begrip voor.”

Mis je hen dan nooit als je op reis bent?

“Je kunt gemis toch bezwaarlijk een teken van liefde noemen? Het is vooral een trieste energie die nergens toe leidt. Als je constant je kinderen of je partner mist wanneer je op reis bent, blijf je beter thuis, vind ik. Pas op: als kind had ik daar wel last van. Als ik in de zomer op kamp ging, verging ik van het gemis. Ik miste mijn ouders, mijn broer en mijn zussen. Ik wéét dus wel wat heimwee is, maar het speelt me vandaag geen parten meer. Het is ook een beslissing: ik wil geen heimwee meer.

“Als ik op reis ben voor het werk, zal ik ’s avonds ook zelden of nooit met mijn kinderen of vriend telefoneren. Daarin ben ik misschien een uitzondering. Ik vind het belangrijk om te zijn waar ik ben op dat moment. Wat krijg je uiteindelijk ook gezegd in een telefoontje? Nee, ik heb in het verleden vaak genoeg journalisten gezien die ’s avonds helemaal van slag waren door een telefoongesprek met een van hun kinderen: plots overvalt het gemis hen dan toch. Ik zal wél WhatsApp-berichtjes sturen als ik op reis ben. Dat vind ik fijner en eleganter voor alle partijen.”

Heeft iemand die zoveel reist ook meer nood aan een stabiele thuisbasis?

“Ja, enorm. Eigenlijk denk ik dat je niet echt kunt reizen als je ook niet graag naar huis terugkeert. En ik ben elke keer oprecht blij als ik thuiskom. Terugkeren naar mijn eigen plek, in mijn eigen bed kruipen, opnieuw met mijn lief slapen… daar kan ik erg van genieten. Vanavond ga ik koken voor mijn huisgenoten, en nadien zet ik nog enkele porties af bij mijn zoon en schoondochter, die een baby hebben. Zorgen voor de mensen die ik graag zie, daar put ik ook veel plezier en energie uit.

“Het zal je misschien verbazen, maar ook strijken doe ik enorm graag. Ik krijg er bijna letterlijk het gevoel van dat mijn leven weer in de plooi valt nadat ik uit het buitenland ben teruggekomen.”

Een groot deel van de wereld heb je ondertussen al gezien. Zijn er bestemmingen die in het bijzonder aan je ribben zijn blijven kleven?

“Ik ben drie keer in Afghanistan geweest, en één keer in Congo. Die twee landen hebben me als mens echt geknakt. Daar zou ik nooit meer naartoe willen gaan.”

Omdat je er zoveel ellende hebt gezien?

(knikt) “Het lijkt mij afschuwelijk om als mens dáár op de wereld gezet te worden. De uitzichtloosheid van het leven daar, die grijpt me nog steeds naar de keel.

“De eerste keer dat ik naar Afghanistan reisde, was in 2003, kort na de val van het talibanregime. Na jaren van burgeroorlog en terreur leefde er een enorm gevoel van hoop. Maar jaren later is er nauwelijks iets ten goede veranderd. Integendeel: de taliban zijn weer aan de macht en voeren er opnieuw een absoluut gruwelregime. Meisjes en vrouwen mogen er niet naar school, ze zijn letterlijk minder waard dan een hond. Dat die hele gruwel in Afghanistan bij ons nauwelijks nog het nieuws haalt, raakt me diep. Het toont dat we die problematiek vergeten zijn.

“Ook in delen van Congo is de totale troosteloosheid me bijgebleven. We hebben er letterlijk staan toekijken hoe kinderen stierven als vliegen. ’s Nachts konden we niet slapen door het gejammer van moeders die rouwden om hun kinderen die de dag ervoor overleden waren. (stil) Ik ben positief ingesteld, maar in die landen ben ik mijn geloof in de goedheid van de mens kwijtgespeeld. Ik zal altijd in de overtuiging leven dat er ook góéde mensen bestaan, maar daar heb ik gezien dat er ook mensen rondlopen die door en door slecht zijn.”

'Ik kan het niet meer. Het is nu aan anderen, die beter bestand zijn tegen die hardheid, om in gebieden als Kenia, Congo en Afghanistan reportages te maken.'Beeld Carmen De Vos

Zou je dat zware reportagewerk vandaag nog aannemen?

(resoluut) “Neen, ik kan die duistere thema’s niet meer aan. Toen ik voor de VRT mijn reisreportages begon te maken over Belgen die naar Frankrijk, Spanje en Noorwegen emigreren, wist ik dat het een manier was om die loodzware gruwelreportages achter mij te laten.

“Mijn laatste zware reportage ging over genitale verminking bij jonge meisjes in Kenia. Met mijn eigen ogen heb ik er gezien hoe die jonge meisjes besneden worden. Als reportagemaker is het je plicht om dat soort gruwel in de ogen te kijken, en om het aan de kijker te tonen. Maar ik kan het niet meer. Het is nu aan anderen, die beter bestand zijn tegen die hardheid, om in die gebieden reportages te maken.”

Hoe wordt de altruïst in jou vandaag nog gevoed?

“Door mee aan een constructief verhaal te timmeren. Dat wil ik meer dan ooit blijven doen. Hope for Girls is een project in Kenia, waarvan ik zelf de voorzitter ben. We vangen jonge meisjes op om te vermijden dat ze ritueel besneden zouden worden, en we bieden hun een onderwijsprogramma aan. Dat doen we ondertussen exact tien jaar. In september reisde ik samen met mijn adoptiedochter Hope terug naar Kenia, en hebben we die eerste lichting meisjes teruggezien. Stuk voor stuk zijn het nu prachtige vrouwen van begin de twintig geworden. De ene studeert voor advocaat in Nairobi, de andere heeft haar eigen kapperszaak geopend, nog iemand anders is vroedvrouw en leidt een gezondheidscentrum… Het toont wat voor een ongelooflijke springplank onderwijs is.

“Soms krijg ik van hieruit de cynische opmerking dat ik op die manier geen structureel werk verricht. Nee, natúúrlijk zou ik liever hebben dat de hele traditie van genitale verminking op de schop gaat. Maar in het leven van intussen honderden meisjes en families hebben we wel iets wezenlijks veranderd. Dat is mijn grote troost in het leven. Het is balsem voor mijn ziel, en ik zou het als een reusachtig schuldig verzuim beschouwen om met dat werk te stoppen.”

Je begon zelf al meermaals over de voordelen van het ouder worden. Geloof je er op je 62ste nog in dat de mooiste jaren nog moeten komen?

“O, ik vind dit eigenlijk een heel fijne, zorgeloze fase in mijn leven. Je moet natuurlijk het geluk hebben om gezond te zijn, maar ik vind het bijvoorbeeld geweldig om volwassen kinderen te hebben. Zodra je kinderen hun puberteit zijn ontgroeid, ontstaat er een relatie die veel gelijkwaardiger is. De hiërarchie wordt gelijkgetrokken: soms is de ene de sterke, dan de andere. Dat vind ik bijzonder fijn.

“Toen mijn dochter Hope en ik vorig jaar samen naar haar geboorteland Kenia reisden, had ik me voorgenomen om extra goed over haar te waken. Ik weet uit ervaring dat die eerste confrontatie met Afrika, en dan vooral met de rauwe armoede, heel choquerend kan zijn. Maar uiteindelijk heeft Hope evenveel voor mij gezorgd als ik voor haar. Er waren momenten dat ze zag dat ik het moeilijk had, en dan zei ze: ‘Kom, mama, we zijn hier weg.’”

Volgend academiejaar trekt die dochter wel op kot. De andere vier kinderen zijn het huis al uit. Steekt de angst voor dat lege nest stilaan de kop op?

“Angst voor het lege nest? Ik ben al blij als ik eens een halve dag alleen thuis zit. (lacht)

“Ik overdrijf natuurlijk, maar je mag niet vergeten dat ik heel lang kinderen in huis heb gehad. Mijn oudste zoon is 35, de jongste dochter is twintig. Hoeveel jaren heb ik wel niet aan die schoolpoort gestaan! Uit ervaring weet ik: zodra ze op kot gaan, ben je hen kwijt. Dan beginnen ze hun eigen leven op te bouwen. Maar in grote gezinnen raak je na een tijd ook wel geoefend in het afscheid nemen. Net zoals mijn kinderen mij in het verleden ook vaak hebben moeten laten gaan, om me bij thuiskomst telkens opnieuw in de armen te sluiten.

“Natuurlijk zullen mijn partner en ik het jammer vinden als Hope de deur achter zich dichttrekt. De afgelopen jaren hebben we met z’n drieën een klein gezinnetje gevormd, en dat voelde heel knus aan. Alledrie zijn we uit een ander leven geplukt: het is bijna alsof we door het lot samen zijn gezet. Aan de tafel zijn er vaak pittige, leuke gesprekken. Die momenten zullen we natuurlijk missen.”

‘Dat ik nog zo’n fijne, nieuwe partner heb ontmoet, vind ik een reusachtig cadeau. Als je later in het leven iemand ontmoet met wie het zo goed klikt, dan doe je toch net iets harder je best’Beeld Carmen De Vos

Je bent ondertussen al enkele jaren samen met die ‘nieuwe’ partner. Spring je anders om met een relatie nu je een tweede kans in de liefde hebt gekregen?

“Dat ik na mijn vijfenvijftigste nog een heel fijne, nieuwe partner heb ontmoet, vind ik in elk geval een reusachtig cadeau van het leven. Jonge mensen zien relaties vaak als een vanzelfsprekendheid, maar als je later in het leven iemand ontmoet met wie het op alle vlakken zo goed klikt, doe je misschien toch net iets harder je best om zorgzaam met die band om te springen. Meer dan ooit wil ik dat contact voeden, vind ik het belangrijk om tijd in elkaar te investeren.

“Misschien is dat hervonden liefdesgeluk wel een van de redenen waarom dit nu zo’n mooie periode in mijn leven is. Maar je moet er natuurlijk wel voor openstaan. Vooral bij mensen van mijn leeftijd merk ik dat het idee leeft dat een nieuwe relatie of een nieuwe sprong iets voor jónge mensen is. Tegen dat idee wil ik me verzetten. Je kunt je leven op elk moment een nieuwe draai geven. Het is nooit te laat.”

Ben jij ook een cadeau om mee samen te leven?

(lacht) “Het is een vraag die me regelmatig gesteld wordt. Op mijn Instagram-profiel lijkt het wel alsof ik de hele tijd van huis weg ben. Je zou bijna denken dat mijn partner een arme eenzaat is die de hele tijd op mijn terugkomst zit te wachten. Maar wie zich daar zorgen over maakt, kan ik geruststellen: mijn lief heeft zelf een rijkelijk gevuld leven. Hij is departementshoofd van de opleiding Beeldende Kunsten aan de Hogeschool PXL en heeft een enorme passie voor kunst. Ik leer veel bij van hem, en hij is op zijn beurt enorm geïnteresseerd in waarmee ik bezig ben.

“Het evenwicht tussen tijd samen doorbrengen, en elkaar de ruimte geven om ons eigen ding te doen, daar zijn we heel waakzaam over. En ja, ik ben vaak van huis weg, maar ik ben ook heel regelmatig weg met hém.”

Wat zijn de gelukkigste momenten in je relatie?

“Dat zit ’m toch vooral in de kleine momenten. ’s Avonds tegen elkaar aan kruipen, tegenover elkaar aan de ontbijttafel zitten: die kleine, huiselijke momenten kunnen me een reusachtig plezier geven. In dat opzicht ben ik heel blij dat mijn partner en ik zijn gaan samenwonen, en dat we niet voor een latrelatie hebben gekozen. Ik wil daarmee geen oordeel uitspreken over andere koppels die wel voor die lange afstand kiezen, maar soms is dat toch een manier om wat voorbehoud in te bouwen. Naar mijn aanvoelen zorgt samenwonen voor een grotere verbondenheid.”

'Ik reis gewoon echt heel graag. Op het moment dat ik thuiskom, begin ik de volgende reis al te plannen.'Beeld Carmen De Vos

Wat brengt de toekomst nog op professioneel vlak?

“Daar kan ik nog niet veel over zeggen, maar ik weet wel al vrij zeker wat ik de komende jaren zal doen. Ik hou ervan om toch wat vooruit te plannen. Op dit moment ben ik tegelijkertijd met vier projecten bezig, dus rustiger zal het hier niet meteen worden. Ik heb altijd meer ideeën dan ik realistisch gezien kan uitwerken. Wat een luxe! Een collega vroeg me onlangs hoe het komt dat al die mooie projecten telkens bij mij terechtkomen. Ik stond met mijn mond vol tanden: ik stel die ideeën zelf voor, hè. Kristel en ik werken álles zelf uit: van idee tot reportage, van montage tot communicatie, van research tot eindredactie. Neen, geen enkel project wordt me gewoon in de schoot geworpen.”

Toen onlangs de lonen van de grootverdieners bij de VRT uitlekten, zei jij daarover dat je niet in dat lijstje zou willen staan. Je hebt niets met materiële luxe?

“Materieel gewin is in elk geval nooit een drijfveer geweest voor mij, en ik zou het iedereen afraden om er de grootste motivator in het leven van te maken. Ik ben ervan overtuigd dat geld alleen je nooit ten diepste zal vervullen. Daar is meer voor nodig.

“Daarmee wil ik niet zeggen dat ik mijn reportages ook zou maken als ik er niet voor vergoed werd. Ik ben zelf heel geëngageerd in wat ik doe, en vind de waardering daarvoor heel belangrijk. Als die verhouding niet goed zit, klopt er iets niet, en dan kaart ik dat zeker aan. Maar dat doe ik dan wel intern.”

Wel opvallend: in die top vijf van meest verdienende schermgezichten stonden enkel mannen. Ook bij de openbare omroep blijft de loonkloof voelbaar?

“Het enige wat ik daarover wil zeggen, is dat ik van de gelijke verloning van grootverdieners bij de VRT geen strijdpunt wil maken. Ik noem mij zonder enige schroom een feministe, en ik vind gelijke verloning belangrijk, maar ik denk dat de vrouwenstrijd vandaag belangrijkere problemen aan te pakken heeft. Mijn project rond genitale verminking in Kenia, dáár wil ik me mee bezighouden. Als ik over de lonen van schermgezichten iets te melden heb – en ik héb daar iets over te zeggen – dan doe ik dat liever binnens­kamers.

“Mijn terughoudendheid heeft bovendien niets te maken met een interne policy om zulke zaken niet openlijk te becommentariëren. Ik vind oprecht dat het constructiever is om samen rond de tafel te zitten dan om elders stoere statements te doen. En daarover kan ik zeggen: de gesprekken met de VRT zijn er, en die verlopen constructief.”

Morgen trek je opnieuw de wereld in. Raakt een mens nooit uitgekeken op dat voortdurende onderweg zijn?

“Nee! Ik reis gewoon echt heel graag. Op het moment dat ik thuiskom, begin ik de volgende reis al te plannen. Zo zou ik bijvoorbeeld heel graag nog eens naar de Griekse eilanden gaan, dat lijkt me pure jeugdnostalgie. Met mijn dochter Hope wil ik Parijs binnenkort bezoeken… Met het vorderen van de leeftijd wordt die reismicrobe precies alleen maar erger.”

Nog een laatste prangende vraag: boekt Annemie Struyf ooit weleens een all-invakantie?

“Nee, in een all-inresort zul je me niet snel vinden. Wat ik nog altijd het leukst vind, zijn fiets- en wandelvakanties. Een hele week luieren aan het water, daar doe je me geen plezier mee. Ik heb toch een beetje meer actie nodig. Al ben ik blij dat ik nog steeds gewéldig kan uitslapen. Eens tot tien of elf uur in mijn bed liggen, dat is voor mij toch óók echt vakantie.” (lacht)

Meer info over Hope for Girls, het project in Kenia, via hopeforgirls.be