In mei 2021 kreeg de politie klachten binnen over een doordringende cannabisgeur vanuit een woning op de Koningin Astridlaan in Maasmechelen. Uit nazicht bleek het pand op naam van de 37-jarige man te staan. Toen de agenten binnenvielen in de woning ontdekten ze een deels ontmantelde cannabisplantage waarbij meer dan een kilo cannabis lag te drogen in droognetten.

De dertiger verklaarde dat hij de woning verhuurde aan een Marokkaanse familie en dat hij zelf niets met de plantage te maken had. Hij legde daarbij een ondertekend huurcontract voor. Al snel bleek er toch iets niet te kloppen en gaf de man toe dat het contract vals was en dat hij een fictieve identiteit had vermeld op de documenten.

Wegwerptelefoon

De man verklaarde vervolgens dat hij eerder benaderd werd door een kennis die van hetzelfde Turkse dorp afkomstig was. Die man vroeg hem om zijn woning ter beschikking te stellen voor een cannabisplantage. “Ik heb uiteindelijk toegestemd omdat hij me zei dat ik hem nog geld verschuldigd was. Hij bleef maar bellen en aan mijn deur kloppen”, klonk het tijdens de behandeling van de zaak.

Uiteindelijk werden de materialen voor de plantage in oktober 2020 geleverd. De dertiger zou vervolgens hebben geholpen met de opbouw en hij hield contact met zijn opdrachtgever via een wegwerptelefoon die hij van de organisatie had gekregen. Twee weken voor zijn arrestatie had hij, samen met vier Nederlandse vrouwen en een Nederlandse man, ook geholpen met oogsten en drogen van de cannabis. Hiervoor kreeg hij een bedrag van 3.000 euro.

Colablikjes

Een van de Nederlandse vrouwen werd aan de plantage gelinkt door DNA op twee Colablikjes en wegwerphandschoenen. Volgens haar werd ze er ingeluisd door een buurvrouw waarmee ze ruzie had. Haar theorie was dat de buurvrouw Colablikjes uit haar vuilzak gestolen had, die blikjes naar de plantage bracht en ze daar achter had gelaten. “Dat is volstrekt ongeloofwaardig”, aldus de rechter. “Het biedt overigens geen verklaring voor de aanwezigheid van DNA op wegwerkhandschoenen.”

De vrouw krijgt een celstraf van twaalf maanden met uitstel voor het knippen van de planten. Ook de geldboete van 8.000 euro wordt deels uitgesteld. Voor het bezit, de verkoop en de elektriciteitsdiefstal krijgt ze dan weer de vrijspraak.

Volgens de rechter is ook het aandeel van de dertiger bewezen. “Het verzekeren van een strategische locatie is noodzakelijke hulp: zonder locatie geen plantage, geen productie, geen elektriciteitsdiefstal, geen handel”, aldus het vonnis. De man krijgt een celstraf van dertig maanden en een geldboete van 8.000 euro.