Tourstart op maat van Alaphilippe, maar hoe goed is hij nog? “Ik ben nu een kleine musketier”

Liggen de hoogdagen van Julian Alaphilippe achter de rug, of kan de Fransman na twee moeilijke jaren opnieuw schitteren? Uiteraard hoopt hij zelf op dat laatste. “Ik heb er alles aan gedaan om hier top te zijn”, zegt hij. “In de Dauphiné (begin juni, red.) heb ik voor het eerst sinds lang nog een keer gewonnen. Daar had ik naar uitgekeken. De trainingen nadien gingen ook heel goed. Ik sta hier wel met vertrouwen.”

Afgelopen zondag kreeg het een geloof, althans dat bij de buitenwereld, een deukje: Alaphilippe zakte er door in de finale van een zwaar Franse nationaal kampioenschap. “Je moet je geen zorgen maken”, zegt hij. “Ik kreeg een tik van de warmte, dat kan gebeuren. Ik ben mijn zelfvertrouwen niet kwijt. Ondertussen voel ik me een stuk beter: ik ben goed gerecupereerd.”

De kopman van Soudal-Quick.Step gelooft in zijn kansen, maar lijkt zichzelf niet de favoriet te vinden. Zijn plaats in de hiërarchie? “Ik heb nog steeds punch. Er zijn tegenwoordig drie grote musketiers - Pogacar, Van Aert en Van der Poel - en ik ben nu de kleine musketier.”

Alaphilippe heeft de ritten van dit weekend meermaals verkend. Hij weet wat hem te wachten staat: zware kost - “de winnaar zal een goeie dag en sterke benen nodig hebben.”

Analisten schatten dat het parcours limiet is voor de ‘Vlaamse’ klassieke coureurs, genre Wout van Aert en Mathieu van der Poel, die een pak meer gewicht naar boven moeten zeulen dan de klimtypes. “Het zal limiet zijn, dat klopt, maar Van Aert en Van der Poel hebben allebei grote kwaliteiten”, zegt ploegleider Tom Steels. “En als je zoals Van Aert kan winnen in een rit met de Mont Ventoux, dan kan dit ook lukken. Veel zal afhangen van hoe hard er onderweg gekoerst wordt. Dit is het sterkste deelnemersveld van het hele jaar en ik vermoed dat de ploegen van de klassementsrenners meteen druk gaan zetten. Om veilig te blijven - het is makkelijker koersen met een kleinere groep. Het wordt dus taak om vooraan te koersen, maar dat kost energie. Ik denk niet dat wij de koers lastig gaan moeten maken om die mannen moe te maken, het gaat vanzelf lastig zijn.”