Lagerhuis keurt vervroegde verkiezingen in Verenigd Koninkrijk goed

Het is nu helemaal zeker: op 8 juni trekken de Britten naar de stembus voor vervroegde parlementsverkiezingen. Gisteren had premier May die aangekondigd en vandaag heeft het Lagerhuis zijn toestemming gegeven met 522 stemmen tegen 13. Dat was ruim voldoende voor een nodige tweederdemeerderheid.

Normaal zouden de volgende parlementsverkiezingen pas in 2020 plaatsvinden, een jaar nadat de brexitonderhandelingen met de Europese Unie moeten zijn beëindigd. In The Sun zegt May vandaag dat die onderhandelingen voeren in het licht van nakende verkiezingen geen goed idee was. "De Europeanen zouden dit mogelijk als een zwakte hebben gezien", zegt ze. Gezien de volgende verkiezingen nu pas in 2022 zullen plaatsvinden, krijgt de volgende Britse regering meer tijd om de brexit te implementeren.

"De vervroegde verkiezingen zullen het land zekerheid en stabiliteit bieden in de onderhandelingen over de brexit", ging ze voort in het Lagerhuis. Kritiek dat ze de Britten na de parlementsverkiezingen van mei 2015 en het brexitreferendum van juni 2016 voor de 3e keer in 2 jaar naar de stembus stuurt, verwees ze naar de prullenmand. "De brexit gaat niet enkel over de brief waarin staat dat we willen vertrekken. Het gaat over de juiste deal sluiten met Europa."

Het is een publiek geheim dat May versterkt uit de vervroegde verkiezingen hoopt te komen. Uit de peilingen blijkt dat haar Conservatieve partij haar meerderheid in het Lagerhuis waarschijnlijk nog zal versterken.

Bovendien zou May door verkiezingen als kandidaat-premier te winnen voor het eerst een echt mandaat van de kiezer in handen hebben. Momenteel is ze immers premier als opvolger van David Cameron zonder dat verkiezingen hebben plaatsgevonden.

Zowel Labour als de Liberal Democrats verwelkomden de vervroegde verkiezingen. De Scottish National Party noemde ze evenwel een "cynisch politiek machtsspel".

De goedkeuring van de vervroegde verkiezingen betekent dat het huidige Lagerhuis zichzelf op 2 mei ontbindt. Meteen zijn ook de eerste debatten in campagnestijl gehouden. May noemde partijleider Jeremy Corbyn van Labour "ongeschikt om het land te leiden" en stelde dat links beleid het land in een financiële afgrond zou storten.

Crobyn verweet May op zijn beurt dat de bezuinigingen die de Conservatieven jaren hebben doorgevoerd de levensstandaard hebben doen dalen. May is volgens hem "een premier die niet te vertrouwen is".

Opvallend: May sloot al bij voorbaat uit dat ze aan tv-debatten zal deelnemen. Die zijn niet echt een traditie in de Britse politiek, maar staken wel de kop op in de aanloop naar de parlementsverkiezingen van 2010 en 2015. "We zullen geen tv-debatten houden", zei ze. Volgens haar kunnen kandidaten beter de straat op trekken om hun kiezers te ontmoeten.

Partijleider Tim Farron van de Liberal Democrats riep tv-zenders hierop op alsnog tv-debatten te organiseren en een lege stoel voor May te reserveren. "De poging van de premier om aan het publieke oog te ontsnappen, toont aan hoezeer ze het volk minacht", zei hij.

De Schotse premier Nicola Sturgeon van de SNP heeft vandaag opnieuw op de vervroegde parlementsverkiezingen gereageerd. Zij stelt dat als haar partij een groot succes boekt bij die verkiezingen, dat haar een stevig mandaat geeft om haar plannen voor een nieuw onafhankelijkheidsreferendum uit te voeren. Het Schotse parlement heeft die plannen eerder goedgekeurd, maar May keurde die vervolgens af.

Momenteel heeft de SNP 54 van de 59 Schotse zitjes in het Lagerhuis in handen. Terwijl May met de vervroegde verkiezingen een groter mandaat in het hele Verenigd Koninkrijk zoekt, zou een evenaring of een verbetering van dit aantal zitjes in het Lagerhuis door de SNP juist het tegenovergestelde effect hebben wat Schotland betreft. De vervroegde verkiezingen zouden de band tussen Engeland, Wales, Noord-Ierland en Schotland zo opnieuw ernstig op de proef stellen.

Zoals bekend stemde een meerderheid van de Schotten voor het behoud van het EU-lidmaatschap bij het brexitreferendum. Tegelijk gaf een (kleinere) meerderheid van de Schotten bij het onafhankelijkheidsreferendum van 2014 aan bij het Verenigd Koninkrijk te willen blijven.