Direct naar artikelinhoud
AnalyseCrisis Open Vld

Wat na Lachaert? Bij Open Vld is er niet meteen een opvolger, en ook geen plan

Alexander De Croo en Egbert Lachaert zij aan zij tijdens het partijcongres in mei van dit jaar.Beeld Tim Dirven

Om een zware interne strijd te vermijden, gaat Alexander De Croo als interim-voorzitter op zoek naar een nieuwe partijleider. Maar daarmee is de existentiële crisis van Open Vld verre van opgelost.

Premier Alexander De Croo was in de feiten al de leider van de Vlaamse liberalen, maar wordt dat nu ook formeel. Het partijbureau van Open Vld duidde hem donderdagochtend aan als interim-voorzitter. Al zal dat een job met een contract van erg beperkte duur zijn. De Croo kreeg van zijn partij “enkele dagen” de tijd om op zoek te gaan naar een consensusfiguur die Egbert Lachaert kan opvolgen als voorzitter. Hij zou normaal aanblijven tot na de zomer, maar dat idee werd intern van tafel geveegd. “De partij heeft nood aan duidelijkheid”, klinkt het.

Welke rol moet die nieuwe voorzitter dan precies spelen? Niemand die het vandaag weet. “Die vraag maakt deel uit van de consultatieronde van De Croo”, valt te horen bij een liberaal kopstuk. Na de aftocht van Egbert Lachaert is het fundamentele probleem van de partij immers niet opgelost.

Lachaert reed zich telkens weer te pletter op dezelfde muur. Als leverancier van de premier koos de partij voor de strategie ‘alles op De Croo’. Maar tegelijk is Lachaert, net als een groot deel van Open Vld, van mening dat Vivaldi niet de blauwe accenten legt waarmee Lachaert en De Croo de macht gegrepen hadden in de partij. De begroting is een zootje, de Belgische belastingdruk is nog steeds bij de hoogste onder de industrielanden, en hervormingen in cruciale dossiers als de pensioenen of de fiscaliteit zijn verzand in een processie van Echternach.

Lachaert vond nooit het evenwicht om dat punt te maken zonder de eigen premier het leven zuur te maken. Met een nieuwe voorzitter is die spreidstand niet opgelost.

Een deel van de partij trok dan ook de logische conclusie dat De Croo dan maar zelf het partijleiderschap op zich moest nemen. Maar daarvoor is een aanpassing van de partijstatuten nodig. Bovendien ziet de premier die optie zelf niet zitten. “Partijvoorzitter is geen flexi-job”, aldus De Croo.

Een scenario dat binnen Open Vld circuleert, bestaat erin dat De Croo de facto zou optreden als politiek leider, met een officiële voorzitter die meer op de achtergrond de dagelijkse partijbeslommeringen op zich neemt. In de vorige federale regering gold een gelijkaardig regime bij zusterpartij MR. Olivier Chastel was op papier voorzitter, maar het was premier Charles Michel die het hoogste woord voerde.

Wie de tussenpaus moet worden, is onduidelijk. Vicevoorzitters Jasper Pillen en Stephanie D’Hose worden bij de mogelijke kandidaten gerekend. Maar mogelijk ziet De Croo meer heil in een liberaal met meer jaren op de teller. In die context valt de naam van oud-minister Maggie De Block.

Campagne

Statutair is weliswaar ook de zoektocht naar een consensusfiguur lastig. In principe moet de partij volgens haar eigen regels binnen de drie maanden voorzittersverkiezingen uitschrijven. Ook het recalcitrante Vlaams Parlementslid Els Ampe riep donderdag op om de leden een nieuwe leider te laten kiezen. Maar daar heeft het partijbureau van Open Vld al helemaal geen zin in. Met een voorzittersverkiezing barst een interne strijd los net op het moment dat de partij zich moet heruitvinden in aanloop naar de federale en Vlaamse verkiezingen van 2024.

De verkiezingscampagne - en de gevoelige oefening om de kieslijsten samen te stellen - dreigt naar de achtergrond te verdwijnen als de partij zich eerst maandenlang moet bezighouden met interviews waarin de kandidaten zich om het liberaalst willen tonen en elkaar in de krantenkolommen afserveren. En een goede campagne is een absolute must, want in de laatste peiling was Open Vld al teruggevallen tot 8,3 procent.

De discussies van de voorbije dagen tonen in welke existentiële crisis de partij zit. Woensdag, na de aankondiging dat Egbert Lachaert ontslag nam, klonk het intern dat hun Joachim Coens-moment aangebroken was. Daarmee werd verwezen naar de ex-voorzitter van cd&v, die de deur achter zich toe trok na een barslechte peiling.

Die vergelijking gaat niet helemaal op - eigenlijk staat Open Vld er nog slechter voor. Bij cd&v stond al maandenlang een opvolger in de coulissen te trappelen: Sammy Mahdi. Een heel groot deel van de christendemocraten was op dat moment al van mening dat Mahdi beter voorzitter was geworden dan Coens, over wie van in het begin al veel twijfels bestonden.

Bij Open Vld staat er geen evidente kandidaat klaar. Integendeel: Egbert Lachaert, die als Kamerlid bekendstond voor zijn diepblauwe standpunten, werd bij zijn verkiezing als voorzitter net gezien als de man die de partij broodnodig had. Een man die de partij weer ongegeneerd liberaal zou laten klinken. Maar door de deelname aan Vivaldi en het premierschap van Alexander De Croo draaide dat anders uit.

Zo slaat de vertwijfeling voluit toe bij Open Vld, op minder dan een jaar voor de verkiezingen. Want wat Lachaert met zijn vertrek eigenlijk zegt, is dit: met De Croo in de Zestien kunnen de liberalen niet echt liberaal zijn. De partij heeft zichzelf in een catch-22 gewerkt waar de eigen strategie - iedereen achter De Croo - de partij zelf peiling na peiling de dieperik in lijkt te werken. Maar het geweer van schouder verwisselen lijkt ook geen optie meer.