Direct naar artikelinhoud
AnalyseLopende zaken

Niemand schiet zichzelf zo gloedvol in de eigen voet als Open Vld

Afscheidnemend Open Vld-voorzitter Egbert Lachaert tijdens het Groot Liberaal Congres in mei.Beeld BELGA

Peilingstress doet opnieuw een voorzitter van een Vlaamse centrumpartij voortijdig opgeven. Maar de remedie die de top van Open Vld nu bedenkt, zal de kwaal alleen erger maken.

Het heeft er vast mee te maken dat het idee van een politieke partij als collectieve beweging haaks staat op het liberale individualisme. Partijen zijn wel vaker krabbenmanden vol onvervulde individuele ambitie, waar de politieke vriend de overtreffende trap van vijand is. Maar geen enkele politieke familie grossiert zo openlijk in conflict en gekonkel als de liberale.

Altijd is er wel een liberaal die klaarstaat om een andere een voetje te lichten. De MR leefde jarenlang op het ritme van de wederzijdse complotten tussen de clans-Michel en -Reynders, en ook nu weet Georges-Louis Bouchez dat hij maar een nederlaag verwijderd is van een dolkstoot tussen de ribben. De (Open) VLD heeft dan weer een lange traditie van verscheurende campagnes over het partijleiderschap. Patrick Dewael tegen Herman De Croo (1995), Guy Verhofstadt tegen dezelfde De Croo (1997), Bart Somers tegen Jean-Marie Dedecker (2004), Gwendolyn Rutten tegen Alexander De Croo (2009), en ga zo maar door.

Ervaren journalisten haalden deze week herinneringen op aan het snijdende conflict begin 2004 tussen toenmalig premier Guy Verhofstadt en voorzitter Karel De Gucht, omdat het doet denken aan wat afscheidnemend voorzitter Egbert Lachaert nu overkomt. Omdat De Gucht zelfs na een emotioneel partijcongres het verzet tegen het migrantenstemrecht niet wilde opgeven, liet Verhofstadt hem afzetten. Verhofstadt nam zelf het commando over maar dat bleek al snel een uiterst slecht idee. Terwijl Rik Daems ’s avonds in Terzake loyaal het gecombineerde leiderschap zat te verdedigen, was de partijtop al op zoek naar een vervanger. Dat werd Dirk Sterckx.

Het was ook het moment waarop de liberalen hun droom om de macht in Vlaanderen te grijpen, moesten opgeven. Het is op z’n minst opmerkelijk dat Open Vld dat traumatiserende feuilleton helemaal opnieuw schijnt te willen afspelen. Opnieuw loopt een voorzitter aan tegen het feitelijke leiderschap van de regeringsleider van zijn partij, en opnieuw delft hij (ditmaal uit vrije wil) het onderspit. Sterker nog, opnieuw wil ook de premier ditmaal zelf de teugels tijdelijk in handen nemen om daarna een gerant-partijvoorzitter aan te duiden.

Dit kan alleen maar misgaan. Een eerste minister is de koning op het schaakbord. Hij is de impliciete, feitelijke leider van de partij. Door die positie expliciet te maken, wordt Alexander De Croo meteen ook de verpersoonlijking van het liberale dilemma: regering verdedigen of eigen lijn versterken? Dat zal hem eerder vroeg dan laat zuur opbreken. Als premier kan De Croo alleen succesvol zijn als hij in het laatste regeringsjaar nog zoveel mogelijk beleidsakkoorden weet te sluiten. Compromissen sluiten dus. Als boegbeeld-campagneleider van zijn partij moet hij die akkoorden juist zoveel mogelijk liberaal proberen in te kleuren. Dat is een tegengestelde missie.

Magnette heeft gelijk

Geen wonder dat de coalitiepartners, toch al niet overtuigd van de methode-De Croo, al meteen op de rem gaan staan. PS-voorzitter Paul Magnette kreeg, als naar gewoonte, alweer Vivaldi-sceptisch Vlaanderen woedend over zich heen omdat hij er iets over tweette, maar hij heeft gewoon gelijk: “Eerste minister of partijvoorzitter: men moet kiezen.” In een coalitiedemocratie zoals de Belgische zijn beide functies onverenigbaar.

Ook de aanduiding van een consensusfiguur als tijdelijk voorzitter is om problemen vragen. Die voorzitter vertrekt met een zak vol lood op de rug door de voorgeschiedenis en profielbeschrijving als lijfwacht van de premier. Ofwel voert hij of zij die taak loyaal uit, en dan zal de kritiek luiden dat de partij geen ruggengraat meer heeft. Ofwel probeert hij of zij om toch een eigen spoor te trekken, waarna elk meningsverschil met de regering uitvergroot zal worden tot een conflict. In de twee gevallen is dat niet meteen een strategie waarmee je een tent vol kiezers lokt.

Ook afscheidnemend voorzitter Egbert Lachaert heeft een verantwoordelijkheid in deze impasse. In de exitinterviews, waarmee Lachaert deze week niet zuinig is geweest, toonde hij zichzelf als de man die vrijwillig zijn eigen mandaat opofferde omdat hij een ondergeschikte rol naast de premier niet meer in overeenstemming met zijn blauwe geweten kon brengen. “Nu is het helder: de premier is de politieke leider van Open Vld, dus dan kun je daar geen voorzitter naast zetten die te veel blauwe accenten wil leggen.” Daarmee zegt hij meteen dat zijn partij haar eigen lijn opgeeft om de regering te beschermen. De concurrentie had alvast geen enkele moeite om de uitspraken zo te begrijpen.

Het voorzitterschap van Lachaert zelf maakte ook nogal een evolutie door. Met de steun van zijn (toen nog) vrienden De Croo en Vincent Van Quickenborne haalde hij vrij makkelijk het mandaat binnen, met de belofte een bonte coalitie met de PS de pas af te snijden. Vervolgens deed het trio het tegendeel, weliswaar door de coronanood gedwongen. Lachaert maakte toen de correcte keuze om die bocht te omarmen en de regering te verdedigen. Pas naderhand kwamen de twijfels, wellicht onder druk van de sterke anti-Vivaldi-wind in rechts Vlaanderen. Maar de eigen lijn werd een stippellijn. Met het gezwalp gingen de peilingcijfers pas echt in het rood. En zodra de paniek toeslaat, is het moeilijk te stoppen met zwalpen.

Lees ook

Analyse. Staat Vincent − ‘Q’ − Van Quickenborne voor zijn laatste kunstje in de Wetstraat?

Portret. Matige peilingen en de hoon van links: Georges-Louis Bouchez, de snelste en gevaarlijkste partijvoorzitter van het moment

Electorale reserve

‘Il faut vouloir les conséquences de ce que l’on veut’ (Je moet ook de gevolgen van wat je wilt willen), zo citeerde liberaal en De Morgen-columnist Vincent Stuer oud-premier Paul Henri Spaak op Twitter. Lachaert en De Croo zijn met hun volle bewustzijn in een regering gestapt met een stevige linkerflank, een dominante PS en een dubbelzinnig regeerakkoord. Je weet dat je dan geen donkerblauw beleid krijgt. Dan nog kun je dat als liberaal bijkleuren en verdedigen.

Of je stapt eruit. Ook dat zou een legitieme keuze zijn, maar ook daar heeft de partij onzalige herinneringen aan. In 2010 forceerde de nog jonge Alexander De Croo een regeringsval over Brussel-Halle-Vilvoorde, omdat hij de regering-Leterme maar niks vond. Open Vld betaalde met een flinke verkiezingsnederlaag. Vandaag wringt Open Vld zich in een positie waarin de partij zich voortdurend lijkt te excuseren voor het gerealiseerde beleid en waarin ze punten najaagt die bij voorbaat onhaalbaar zijn.

Natuurlijk is Open Vld niet de eerste partij die regering en ideologie moet zien te verzoenen. Meestal is de keuze helder: de premier gaat voorop. De partijvoorzitter weet precies hoever hij kan gaan. Frank Swaelen, Marc Van Peel of Jo Vandeurzen waren robuuste politici bij CVP/cd&v, maar haalden het zich niet in het hoofd om de dominantie van de premiers Wilfried Martens, Jean-Luc Dehaene of Yves Leterme in vraag te stellen. De hiërarchie was helder, maar bleef altijd impliciet. Wanneer partij- en regeringsleider wel om de macht twisten, gaat het mis. Denk aan Martens versus Tindemans (en omgekeerd) of dus Verhofstadt versus De Gucht.

De Croo en zijn partij mikken alsnog op een kanseliersbonus, als bedankje van de kiezer voor de geleverde arbeid. In werkelijkheid wordt die bonus maar hoogst zelden uitgereikt en moet de partij van de premier juist vaak vrezen voor verlies. Dat maakt zelfs in zekere zin deel uit van het mandaat: je probeert zo veel mogelijk beleid te realiseren, waarvoor je compromissen moet sluiten waarvan je weet dat ze je stemmen kunnen kosten.

Vandaar dat het zo belangrijk is dat de grootste partij de premier levert: die heeft wat electorale reserve om een compromis te kunnen riskeren. Vier procentpunt verliezen als je er 24 hebt is helemaal iets anders dan ze verliezen als je er maar 12 hebt. Dat is exact de nachtmerrie waar Open Vld nu in zit.