Vlaamse crèches moeten voor meer kinderen zorgen dan in buurlanden: iedereen weet dat het anders moet, maar niemand noemt getallen

Iedereen is het erover eens dat het aantal kinderen per begeleider in de kinderopvang moet dalen. Maar niemand weet hoeveel.© idh

Uit een internationale studie blijkt dat begeleiders in Vlaamse crèches voor meer kinderen moeten zorgen dan in andere landen. Iedereen lijkt het erover eens dat het anders moet, maar niemand durft getallen te noemen.

Steven De Bock

Een jaar lang hebben onderzoekers in opdracht van de Vlaamse overheid onze kinderopvang vergeleken met die in zes andere landen en Wallonië. Hun conclusie is dat begeleiders nergens voor zoveel kinderen moeten zorgen als in België. Zowel in de crèches als bij onthaalouders is Vlaanderen koploper. Bovendien zijn de leefgroepen – maximaal achttien kinderen – ook groter dan in de andere landen.

Sloeberhuisje

De vergelijkende studie kwam er op vraag van de parlementaire onderzoekscommissie van het Vlaams Parlement, die zich na het tragische overlijden in ’t Sloeberhuisje in Mariakerke boog over problemen in onze kinderopvang. Een van de aangehaalde problemen was net de te hoge kindratio in Vlaanderen. Die ligt voor crèches op één begeleider per negen kinderen, met een streefcijfer van één op zeven. Bij onthaalouders voorziet de regelgeving maximaal acht kinderen per begeleider. Veel, zeker als je weet dat het streefcijfer eigenlijk één op vier kinderen is.

In Frankrijk bijvoorbeeld is de ratio gemiddeld één begeleider per zes kinderen. Maar daar hangt het cijfer ook af van de zorgnood van de kinderen, met name van de vraag of ze al kunnen lopen. Ook in andere landen wordt rekening gehouden met de leeftijd van de kinderen, en met de hoeveelheid zorg die ze nodig hebben, zo zeggen de onderzoekers.

“Kindratio moet naar beneden”

De onderzoekers pleitten dinsdag in het Vlaams Parlement onomwonden voor een verlaging van de kindratio in Vlaanderen. Maar ook voor het invoeren van differentiatie. En ze dringen erop aan werk te maken van de arbeidsvreugde en de werkomstandigheden van de begeleiders, om ervoor te zorgen dat het personeelstekort in de kinderopvang kan worden aangepakt.

“Maar wat ik in de studie niet lees, is wat jullie nu zelf voorstellen. Wat zou de juiste verhouding zijn?”, vroeg Groen-parlementslid Celia Groothedde. Haar Vooruit-collega Hannes Anaf verwachtte op dat vlak trouwens ook een antwoord van minister van Welzijn Hilde Crevits (CD&V).

Verantwoordelijk minister, Hilde Crevits (CD&V)© BELGA

Die kon dat nog niet geven, omdat experts nog altijd berekenen wat de gevolgen zouden zijn voor de kinderopvang. Minder kinderen betekent meteen ook minder inkomsten voor de crèches, en die hebben het water vaak al aan de lippen. “Kinderopvang moet financieel leefbaar blijven en betaalbaar voor de ouders”, zegt Crevits. “Maar we moeten absoluut naar een verlaging van die kindratio. Daarover moet gesproken worden bij de begrotingsopmaak in september.”

Minder schorsingen en sluitingen

Uit nieuwe cijfers van het Agentschap Opgroeien blijkt voorts dat de hoogste piek aan schorsingen en verplichte sluitingen van crèches voorbij is. “2022 was op dat vlak een absoluut recordjaar”, zegt Bruno Vanobbergen, hoofd van het Agentschap Opgroeien. “Nu zien we een daling, al blijven de cijfers nog altijd veel hoger dan in 2021.” De eerste vijf maanden van dit jaar waren er 14 schorsingen en 12 sluitingen. Vorig jaar over een heel jaar respectievelijk 44 en 37. Tegen vier procent van alle opvanginitiatieven loopt momenteel een handhavingsdossier.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen