“Zelfs de koning van Marokko heeft ons twee keer proberen bellen”: Antwerpenaar Issame Charaï coacht Marokkaanse beloften naar historische eindzege in Afrika Cup

Issame Charaï (41) heeft zaterdagavond voetbalgeschiedenis geschreven met de beloften van Marokko. Zijn spelers kroonden zich in een uitverkocht stadion in Rabat voor het eerst tot kampioen van Afrika. Het volgende doel? De Olympische Spelen in Parijs. “We dromen van een olympische medaille”, zegt de Antwerpse Marokkaan.

Koen Frans

Zondagavond krijgen we Issame Charaï, ex-spits van Berchem, KV Mechelen en Lierse, kort aan de lijn vanuit het oefencomplex van de Marokkaanse voetbalbond in Rabat. De bondscoach van de kersverse kampioen van Afrika verontschuldigt zich zelfs aan het begin van het gesprek. “Sorry, maar mijn telefoon is echt ontploft. Ik krijg abnormaal veel berichtjes en telefoontjes. Onmogelijk om ze allemaal te beantwoorden. Zelfs de koning van Marokko heeft me via de voorzitter van de bond twee keer proberen bellen om iedereen toe te spreken. We hebben dat helaas niet gehoord in het feestgedruis na de wedstrijd. Maar ik heb vernomen dat we later deze week misschien nog ontvangen zullen worden op het koninklijk paleis. Dat zou de kerst op de taart zijn.”

Jullie wonnen zaterdagavond voor eigen volk de finale tegen uittredend kampioen Egypte. Was je onder de indruk van de omstandigheden?

“We wisten waar we ons aan mochten verwachten. Marokko is een voetbalgek land en we speelden dit toernooi voor eigen volk. In de groepsfase zaten er al meer dan 30.000 supporters op de tribune, de halve finale tegen Mali was zo goed als uitverkocht. En zaterdag zaten er twee uur voor de finale al meer dan 40.000 Marokkaanse supporters in het stadion. Uiteindelijk was het stadion helemaal uitverkocht: 50.000 supporters voor de finale van een Afrika Cup voor beloften. Indrukwekkend!”

Marokko won nooit eerder de Afrika Cup voor beloften. Besef je wat jullie verwezenlijkt hebben?

“Het is ongelofelijk wat mijn jongens gepresteerd hebben. Misschien maken ze zoiets maar één keer in hun leven mee. Het zijn nu nationale helden. Na de match konden ze het stadion niet verlaten zonder veiligheidsagenten. Er stonden nog vele duizenden fans hen op te wachten.”

Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen. U heeft hiervoor geen toestemming gegeven.

Voor de finale waren jullie al zeker van een ticket voor de Olympische Spelen in Parijs. Is dat het volgende doel?

“We gaan de komende dagen eerst genieten van deze triomf. Maar vanaf volgende week gaat de focus inderdaad richting Olympische Spelen. Marokko geraakte nog nooit voorbij de groepsfase. Volgend jaar trekken we wel voor het eerst als kampioen van Afrika naar de Spelen. Dat brengt druk met zich mee. Het zal niet simpel worden, maar we dromen wel van een olympische medaille.”

De A-ploeg van Marokko werd vierde op het WK, de beloften winnen voor het eerst de Afrika Cup. Hoe verklaar je dit succes?

“De Marokkaanse voetbalbond is de voorbije jaren meer gaan rekruteren in Europa. En niet alleen voor spelers, ook voor coaches. Walid Regragui van de A-ploeg is geboren in Frankrijk, ik in België. Wij kennen de leefwereld van die Europese Marokkanen. En ik kan je verzekeren: een Franse Marokkaan heeft een ander karakter dan een Nederlandse of een Belgische Marokkaan.”

Over Belgische Marokkanen gesproken: in de finale kwamen er maar liefst zes in actie. Jouw ploeg heeft een stevig Belgisch tintje.

“Klopt. Want ook de technisch directeur van de Marokkaanse voetbalbond (Chris Van Puyvelde, red.) is een Belg. Daarnaast heb ik hier ook nog een assistent, een videoanalist en een kinesist met de Belgische nationaliteit. De eigenschappen van een Belgische Marokkaan? Tegenover de Nederlandse en Franse jongens zijn ze veel rustiger en bescheiden. Ach, ik vind het een uitdaging om ze allemaal op de juiste manier te benaderen.”

Wat is de voertaal in de kleedkamer?

“Ik switch vaak tussen Frans, Arabisch en Engels. Met de Vlaamse en Nederlandse jongens kan ik uiteraard ook Nederlands praten. Ik vind het heel mooi om te zien hoe fier al die jongens zijn om voor Marokko te spelen. Ondanks hun verschillende achtergronden hebben ze ook echt een ongelofelijke klik met elkaar.”

Jullie trainen in een gloednieuw complex in Rabat. Helpt dat om die Europese spelers te overtuigen om voor Marokko te spelen?

“Ja, we doen er alles aan om hen hier zo professioneel mogelijk te begeleiden. Ons trainingscomplex is chiquer dan dat van de Rode Duivels in Tubeke. De koning van Marokko heeft de voorbije jaren veel in het voetbal geïnvesteerd en het is fijn dat zijn inspanningen op heel korte termijn al resultaat opleveren.”

Net als bij de A-ploeg op het WK in Qatar zagen we ook nu bij de beloften het belang van de familie van de spelers.

“De ouders van mijn spelers verbleven hier een hele maand op hotel. Op kosten van de bond, he. Ze werden met busjes van en naar het stadion gebracht. Ik zeg het: de Marokkaanse voetbalbond heeft alles tot in de puntjes geregeld. Want ze beseffen dat zoiets de spelers een extra boost kan geven.”

Charaï was van 2016 tot 2022 assistent van Marc Brys bij Beerschot-Wilrijk, Sint-Truiden en OH Leuven.© JEFFREY GAENS

Je bent nog maar acht maanden hoofdcoach en je schrijft al geschiedenis. Een sprookje?

“Het is te gek voor woorden. Maar we hadden dit wel zo voorbereid. Het doel was om Afrikaans kampioen te worden en de Olympische Spelen te halen. Ik ben blij dat het gelukt is.”

Een leuk begin van je trainerscarrière.

“Ja, maar ik ben natuurlijk wel al van 2011 bezig. Ik heb onder de vleugels van Marc Brys rustig kunnen groeien en tussendoor ook al mijn trainersdiploma’s behaald. Ik werkte met Marc in Saudi-Arabië en op drie verschillende niveaus in België. Ik heb in die twaalf jaar veel opgestoken en kon zo gaandeweg mijn eigen voetbalfilosofie ontwikkelen.”

Tot slot: woon je nog in Antwerpen of ben je naar Marokko verhuisd?

“Ik woon tegenwoordig met mijn gezin in Rabat. Mijn kinderen zijn 12, 9 en 3 jaar oud. Ze volgen les op een internationale school en vinden het hier fantastisch. Ik blijf hier dus nog wel een tijdje wonen.”