In het gezamenlijke advies - dat donderdag is voorgesteld in het Vlaams Parlement - nemen de Vlaamse Woonraad en het Kinderrechtencommissariaat het woonbeleid in Vlaanderen onder de loep vanuit een kinderperspectief.

Ze vertrekken daarbij van een aantal vaststellingen en uitdagingen. Zo blijkt uit onderzoek dat er een verband is tussen de kwaliteit van een woning en de ontwikkeling van een kind. Opgroeien in een woning van slechte kwaliteit kan bijvoorbeeld een bron zijn van stress. Ook vaak verhuizen kan een negatieve impact hebben op de ontwikkeling en zelfs op de schoolresultaten van kinderen.

Een andere vaststelling is dat in Vlaanderen 260.000 kinderen - omgerekend één op de vijf kinderen - te kampen hebben met een vorm van woningdeprivatie. Dat betekent dat ze opgroeien in een woning met een gebrekkig basiscomfort, met een structureel probleem (bv. lekkend dak of schimmel) of onvoldoende licht. Bij kansarme gezinnen gaat het zelfs om één op de drie gezinnen.

De Vlaamse Woonraad en de Kinderrechtencommissaris formuleren in het advies een reeks suggesties. Die suggesties gaan van een goed ondersteuningsbeleid voor de zwakste doelgroepen (bijvoorbeeld via een aangepast huursubsidiesysteem) tot werken met referentiebudgetten en een beter preventief woonbeleid om uithuiszettingen van gezinnen te helpen voorkomen.

Nog een ander voorstel is om het beleid meer af te stemmen op de wijzigende gezinsvormen. Zo blijkt bijvoorbeeld uit de cijfers dat het aantal sociale huurwoningen met vier slaapkamers afneemt, terwijl onder de kandidaat-huurders het aantal grote gezinnen (meer dan vijf gezinsleden) net sterk is toegenomen. Tussen 2011 en 2015 is die groep zelfs met 56 procent aangegroeid.

Het volledige advies kan u hier terugvinden.