Direct naar artikelinhoud
ReportageKindermisbruik in Thailand

Hoe pedoseksuelen hun gang gaan in Azië: ‘Westerlingen zijn oververtegenwoordigd in kindermisbruikzaken in Thailand’

Sekswerkers ­wachten op ­klandizie in een wijk in Pattaya. Het sekstoerisme in steden als Bangkok, Phuket en Pattaya is een ­miljardenindustrie.Beeld AFP

Ophef deze week na de vrijlating van pedoseksueel Pieter C. in ons land. Hij kreeg negentien jaar maar werd na zeven vrijgelaten en vertoeft nu in Amsterdam. Onderzoek leert dat kindermisbruikers na hun veroordeling, zelfs onder toezicht, slachtoffers weten te maken. Vaak beginnen ze in landen als Thailand een nieuw leven zonder pottenkijkers, zo leerde journalist Bo Hanna tijdens een bezoek aan het land.

Anderhalf jaar geleden schreef ik over een verontrustende kinderpornozaak: die van Hans P., de ex-hoofdredacteur van het Nederlandstalige tijdschrift Gaykrant. De 47-jarige Nederlander werd veroordeeld tot twee jaar gevangenis, waarvan een half jaar voorwaardelijk, voor het bezitten en verspreiden van kinderpornografische beelden. Volgens het Nederlandse Openbaar Ministerie ging het om ruim 8.500 foto’s en video’s, vooral van kinderen onder de twaalf jaar. Enkele foto’s toonden baby’s en peuters. De officier van justitie sprak van “afschuwelijke, vaak gewelddadige beelden die niet om aan te zien of te horen zijn”. Hans P. zou actief zijn geweest in chatboxen onder de gekozen nickname RealPedo.

Hans P. werd ook drie jaar onder toezicht geplaatst. In het vonnis staat ook dat hij behandeling nodig had voor onder andere zijn middelengebruik, omdat de kans op herhaling anders groot was. De rechter legde dan ook een meldplicht en digitale controle op.

Het verbaasde me dan ook toen ik Hans P. begin dit jaar tegen het lijf liep in een bar in de Thaise hoofdstad Bangkok. Het was een zaterdagavond in Silom Soi 2, de homo-uitgaansstraat van Bangkok. Ik bezocht er samen met een vriend een K-pop-dansshow. Op weg naar het toilet herkende ik plotseling een bekend gezicht. Op het moment dat de man zich uit de voeten probeerde te maken, besefte ik pas wie het was.

Toen ik mijn koffers inpakte om deze winter vanuit Thailand aan mijn boek te werken, had ik nooit verwacht dat ik oog in oog zou komen te staan met deze veroordeelde zedendelinquent. Mijn alarmbellen gingen meteen af: waarom kom ik hem uitgerekend tegen in een land waar gedwongen kinderprostitutie vaak voorkomt? En de grotere vraag: waarom mag een veroordeelde zedendelinquent die onder toezicht staat naar een land als Thailand reizen, waar seksuele uitbuiting (van kinderen) door westerse mannen een groot probleem is?

Deze verontrustende ontmoeting roept dringende vragen op over de effectiviteit van ons toezichtsysteem en de bescherming van kinderen. In de afgelopen decennia heeft kindermisbruik steeds vaker een transnationaal karakter gekregen. Door de opkomst van technologie en de gemakkelijke toegang tot internationaal reizen is het voor daders eenvoudiger geworden om over de grens slachtoffers te maken.

Ontsnappen aan controle

Ook de vrijlating van Pieter C. die deze week bekend raakte, een pedofiel die slechts 7 jaar van de opgelegde gevangenisstraf van 19 jaar uitzat, benadrukt de noodzaak van betere informatie-uitwisseling en samenwerking tussen landen zodat veroordeelden niet door de mazen van het net kunnen glippen en hun misdaden elders kunnen voortzetten. Nederland zou niet op de hoogte zijn gesteld van zijn verhuizing naar Amsterdam. In dit geval kreeg C. verschillende voorwaarden opgelegd, zoals het vermijden van contact met kinderen en het verbod op reizen naar het buitenland. Het is de vraag of hij zich aan deze voorwaarden zal houden en of hij opnieuw zal proberen te ontsnappen. Eerder wist hij immers te vluchten naar Cambodja, waar hij, net als in de Filipijnen, kinderen heeft misbruikt. Bovendien bleek hij een belangrijke rol te spelen in een kinderpornonetwerk.

Een jongetje in een prostitutiewijk van de Thaise hoofdstad Bangkok.Beeld OHM PHANPHIROJ

“De praktijk leert dat praktiserende pedoseksuelen vaak op zeer slinkse wijze weten te opereren, buiten het zicht van justitie. En dat er na de veroordeling een interesse in misbruik blijft”, verklaart journalist Peter Dupont, die twee jaar undercover ging in de kinderpornowereld in de Filipijnen en daar samenwerkte met de lokale politie. “Deze groep verhuist naar een plek waar men hen niet kent, omdat ze willen ontsnappen aan de (sociale) controle.”

Thailand wordt niet enkel bezocht voor de tropische stranden en het eten. Westerse mannen die ernaartoe trekken voor goedkoop sekstoerisme zijn goed voor een miljardenindustrie, onder meer in de straten van Thaise steden als Bangkok, Phuket en Pattaya. In het land kon ik er zelf niet naast kijken: oude westerse mannen in het gezelschap van jonge, aantrekkelijke, vaak kwetsbare Aziatische mannen en vrouwen, in een restaurant, bar of langs de boulevards aan het strand. Bij elke confrontatie voelde ik me steeds ongemakkelijker. De cijfers over gedwongen kinderprostitutie, -misbruik en mensenhandel bevestigen mijn wrange gevoel. Alleen al in Thailand zouden bijna 40.000 kinderen onder de 16 jaar in de sekshandel uitgebuit worden.

Om de situatie aan te pakken heeft Australië in 2018 een streng uitreisverbod ingevoerd voor veroordeelde pedoseksuelen, waardoor maar liefst 20.000 veroordeelden het land niet meer mogen verlaten. Indien een zedendelinquent toch probeert te reizen, riskeert deze persoon een gevangenisstraf tot vijf jaar. Met deze maatregel hoopt Australië kindersekstoerisme, vooral in de nabijgelegen regio Zuidoost-Azië, te voorkomen. Ook andere landen zoals de Verenigde Staten, Canada en het Verenigd Koninkrijk hebben reisbeperkende maatregelen genomen.

In België en Nederland kán een rechter een reisverbod voor het reizen naar landen buiten de Europese Unie opleggen, maar dat gebeurt niet vaak, ook al is daar meer dan genoeg reden toe. Er zijn tal van voorbeelden waarbij Nederlanders en Belgen die zijn veroordeeld voor bezit van kinderporno en/of kindermisbruik over de grens, in Afrikaanse, Zuid-Amerikaanse of Aziatische landen, opnieuw in de fout gaan. Sommige van deze daders gaan zelfs zo ver dat ze weeshuizen oprichten of kinderen adopteren, die ze vervolgens jarenlang misbruiken. Momenteel zijn het voornamelijk ngo’s als Free a Girl en Terre des Hommes die dit soort misstanden aan het licht brengen.

Tijdens mijn reis door Thailand ontdek ik de wondermooie natuur, en de ongekende vriendelijkheid van de Thai, altijd met een glimlach op het gezicht. Ik voel me er veilig, ook door de brede acceptatie van homoseksualiteit. Toch rijzen er na mijn ontmoeting met Hans P. vragen op: wat schuilt er achter die glimlach? Wat verbergen de schaduwen van die prachtige stranden? Om een beter inzicht te krijgen in dit contrast tussen mijn ervaringen, besluit ik met relevante overheidsinstanties te spreken en ga ik op pad met een ngo die kindersekstoerisme bestrijdt.

Minder controle op cruises

Napol Woraprateep houdt zich als gespecialiseerd onderzoeker bezig met transnationaal kindermisbruik. Op zijn kantoor van de Thaise inlichtingendienst (DSI) klaagt hij dat Thailand niet altijd over de informatie beschikt om mensen aan de grens tegen te houden. “Wij zien dat westerlingen, voornamelijk Europeanen, oververtegenwoordigd zijn in kindermisbruikzaken in Thailand.” Volgens hem is seksuele uitbuiting van kinderen sinds de coronapandemie steeds meer naar het internet verschoven. Kinderen worden gedwongen om voor de camera seksuele handelingen uit te voeren waar westerlingen op het darkweb grof geld voor betalen. Hij benadrukt dat de Thaise inlichtingendiensten intensief samenwerken met internationale partijen om het probleem tegen te gaan.

Op de jeugdafdeling van het Thaise ministerie voor Sociale Zaken haalt Sanphasit Khumpraphan, adviseur mensenhandel, een boekje tevoorschijn uit een van zijn lades. “Bijna alle landen ter wereld hebben het Kinderrechtenverdrag van de Verenigde Naties ondertekend, waarin staat dat landen moeten samenwerken om wereldwijd kindermisbruik te bestrijden.” Hij verwijst ook naar mijn ontmoeting met Hans P., die hij ‘ongepast’ noemt. “Wij sluiten bezoekers uit met een verleden van kindermisbruik en als we hier ontdekken dat iemand zo’n strafblad heeft, sturen we die persoon terug.” Hij betwijfelt of we veroordeelde kindermisbruikers die onder toezicht staan in ons land, kunnen controleren wanneer ze zich aan de andere kant van de wereld bevinden.

Volgens Khumpraphan treedt de Thaise overheid de afgelopen tien jaar steeds harder op. Zo mogen minderjarigen niet openlijk in bars en cafés werken, zodat ze ook niet zichtbaar zijn voor toeristen. Maar daders gaan gehaaid te werk, op cruiseschepen bijvoorbeeld. “We zien dat daders met minderjarigen aan boord gaan. Thailand zet de marine in, maar het is moeilijk om op internationale wateren te controleren.”

In de prostitutiewijk van de Thaise hoofdstad Bangkok.Beeld OHM PHANPHIROJ

De afgelopen decennia blijkt uit tal van onderzoeken dat er internationaal beter samengewerkt moet worden en dat niet alle mogelijkheden worden benut om slachtoffers over de grens te voorkomen. In 2013 al pleitte de Nederlandse nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen, Corinne Dettmeijer, voor het intrekken van paspoorten van veroordeelde pedoseksuelen in proeftijd.

Esther Vanderstraeten, voorzitter van de Nederlandstalige probatiecommissie in Brussel: “Ik vermoed dat een uitreisverbod door de rechter zelden wordt opgelegd. De veroordeelde of de beklaagde moet zich hoe dan ook steeds akkoord verklaren met het naleven van voorwaarden, enkel dan kunnen voorwaarden worden opgelegd door een rechter.”

Heidi De Pauw, CEO van Child Focus: “In de praktijk blijkt het lastig om opgelegde voorwaarden te controleren, al helemaal als iemand zich over de grens begeeft. Ook kinderen hier kunnen slachtoffer worden, want we weten dat de monitoring van zedendelinquenten tekortschiet.”

Money boys

In Thailand, dat sterk afhankelijk is van toerisme, blijft het probleem van kindersekstoerisme bestaan. Begin dit jaar vonden er grootschalige invallen plaats in gogobars in Pattaya en Phuket, waar minderjarigen werkten en het doelwit waren van mensenhandelaars. In 2019 werd er ook een bende opgepakt rondom Hua Lamphong, het centraal station van Bangkok, die dakloze jongeren ronselde. Fotograaf en filmmaker Ohm Phanpiroj, wiens zus op jonge leeftijd in de seksindustrie belandde, maakte er de documentaire Underage over. Hij neemt me mee naar het treinstation. “Kansloze jongeren uit Myanmar, Laos, Cambodja of Vietnam, en in mindere mate het Thaise platteland, stappen op de trein naar de hoofdstad waar ronselaars klaarstaan om hen te werven voor bars in de seksindustrie. Dat kan in Bangkok zijn, maar ook in Phuket of Pattaya.”

Ondertussen hebben ngo’s zoals Alliance Anti-Trafic (AAT) hun handen vol. Tijdens mijn bezoek aan Pattaya wijzen ze me verschillende locaties en hotels aan die berucht zijn als ontmoetingsplaatsen tussen minderjarigen en volwassenen, vaak westerse sekstoeristen. In sommige gevallen lijken corrupte politieagenten een oogje dicht te knijpen.

Tijdens een wandeling langs het strand valt mijn oog op sekswerkers. Een vrouw roept naar me: “Do you like ladyboy?” Ze noemt meteen haar uurtarief - omgerekend 60 euro. Het voelt wrang, maar onze Thaise fotograaf wijst erop dat dit bedrag voor Thaise mensen aanzienlijk meer is dan wat de meesten in dit land verdienen.

Een meisje in de prostitutiewijk van Pattaya.Beeld OHM PHANPHIROJ

Bij een ander strand, Jomtien, gericht op homomannen, zie ik op de boulevards westerse mannen oogcontact zoeken met jonge jongens, zogeheten ‘money boys’. Een jongen roept giechelend ‘money’ naar me. Hoe oud ze zijn, is moeilijk te zeggen. Maar volgens de medewerkers van AAT zijn vooral minderjarige jongens slachtoffer; en zijn de daders in 80 procent van de gevallen afkomstig uit het Westen.

De volgende dag rijden we naar een opvangcentrum aan de rand van Pattaya genaamd Baan Kru Ja, waar kinderen uit uitbuitingssituaties terechtkunnen. Supagon Noja van het opvangcentrum, die zelf Kru Ja wordt genoemd, werkt onder meer samen met de justitie van de Scandinavische landen. Op zijn tafel ligt een dossier van een Noorse man die jarenlang in Pattaya verbleef en jonge meisjes ronselde. Ook op zijn bureau: een lijst met honderden namen van westerse pedoseksuelen, inclusief Belgen en Nederlanders.

Kru Ja ontvangt soms informatie uit de Filipijnen en omliggende landen. “Sommige daders vliegen eerst naar Singapore en komen dan hierheen of veranderen hun naam om sporen te verdoezelen”, zegt hij. “Maar gelukkig maak ik ook mee dat mensen bij de grens de toegang wordt ontzegd omdat ze op een zwarte lijst staan.”

Zesjarig meisje verkocht

De meeste kinderen in het opvangcentrum maken een ontspannen en beleefde indruk. Om ontvoering te voorkomen, worden ze nog steeds met een speciaal busje naar school gebracht. Terwijl ik de kinderen observeer en de pijn in hun ogen lees, vind ik het moeilijk te bevatten dat zij hun hele leven met de traumatische gevolgen van misbruik zullen moeten leven.

Kru Ja noemt enkele schrijnende voorbeelden, zoals een baby van twee maanden oud die werd gered en een meisje van zes jaar oud dat werd verkocht door haar moeder, die werkzaam was in de prostitutie. Hij benadrukt dat dit probleem overal en nergens voorkomt. Zo werken sommige minderjarigen als bedienden in restaurants en cafés waar sekstoeristen komen, zoals biljart- of snookerbars.

In de prostitutiewijk van Bangkok.Beeld OHM PHANPHIROJ

Kru Ja heeft een team van mensen dat een oogje in het zeil houdt in de stad en op internet. Er is echter een gebrek aan samenwerking met bepaalde autoriteiten. Sommige landen houden strenger toezicht op uitreizen, zoals Zwitserland. Daar controleren ze ook op naamswijzigingen, vermits daders geraffineerd te werk gaan. Kru Ja vertelt het verhaal van een dader die zelfs plastische chirurgie onderging om onder de radar te blijven.

Zijn werk is niet zonder gevaar. Kru Ja werd al drie keer beschoten, iemand probeerde hem ook al aan te rijden. Hij wordt nu beschermd door de autoriteiten. Ondanks deze incidenten blijft hij onvermoeibaar doorgaan met zijn strijd.

Terug in Bangkok informeert de eigenares van mijn accommodatie naar mijn reiservaringen in het zuiden. Wanneer ik haar vertel over mijn indringende bezoek aan Pattaya en het opvangcentrum, bekijkt ze me met een bedenkelijke blik en bedankt ze me uitvoerig. “Je geeft werkelijk om Thailand. Vertel je landgenoten maar wat je hebt gezien. Voorkomen is immers beter dan genezen, nietwaar?”