Direct naar artikelinhoud
De gedachteBart Eeckhout

De bekommernissen en bekommernisjes van de betere middenklasse krijgen weer de prioriteit

Bart Eeckhout over de Taylor Swift-stampede: ‘Een concertarena of een festivalweide heeft nooit een doorsnede van de bevolking aangetrokken.’Beeld Eva Beeusaert, AP

Bart Eeckhout is hoofdcommentator van De Morgen.

Stilaan trekt de stofwolk weg over de stampede om tickets te bemachtigen voor een concert van het Amerikaanse popicoon Taylor Swift. Sommigen melden zielsgelukkig dat ze een kaartje hebben kunnen bemachtigen, anderen verbijten in stilte de pijn van de gemiste kans. Dat zou het einde moeten zijn van dit verhaal, even bitterzoet als de liedjesteksten van Swift zelf.

Toch zijn er weer politici bij wie de wanhoop van muziekfans dusdanig op het gemoed werkt dat ze actie beloven. Zo trekt het Nederlandse socialistische Europarlementslid Lara Wolters ten strijde tegen de hoge ticketprijzen voor concerten van supersterren als Beyoncé of Taylor Swift. “Live muziek moet geen luxe worden die alleen rijke fans zich kunnen veroorloven”, waarschuwt ze. Daarom wil ze onderzoeken hoe ze het systeem van dynamische prijszetting − waarbij prijzen strategisch variëren − kan aan banden leggen.

Dat zou een slecht idee zijn. Ten eerste illustreert dit initiatief op nogal pijnlijke wijze hoe ook voor menig progressief politicus de bekommernissen en bekommernisjes van de betere middenklasse telkens weer de prioriteit krijgen. De ticketprijs voor een concert van Taylor Swift is, hoogstens, een bekommernisje. Er zijn 1.001 andere prioriteiten te bedenken, maar de drang om mee te liften met de aandacht voor een fenomeen uit de populaire mainstream is blijkbaar te groot.

Jazeker, tickets voor concerten en muziekfestivals zijn duur. Dat waren ze altijd al. Een concertarena of een festivalweide heeft nooit een doorsnede van de bevolking aangetrokken. Daar komt nog bij dat het concert een gedaanteverwisseling heeft ondergaan. Van een bijeenkomst voor muziekliefhebbers wordt het meer en meer een lifestyle-evenement waar een veel breder publiek bij wil zijn om, welja, erbij te zijn.

De fomo, de angst om hét te missen, is groot. Juist dat leidt tot een sterk stijgende vraag, waar het topaanbod nooit aan kan voldoen. Er is immers maar één Taylor Swift. De gekke prijzen voor een kaartje − al schijnt dat bij Swift uiteindelijk nog redelijk mee te vallen, los van de zwarte markt − zijn er omdat ruim voldoende mensen uit vrije wil bereid zijn om die gekke prijzen te betalen. Politici moeten zich niet moeien met die marktwerking.

Lees ook

Onze journalist schuift aan voor Taylor Swift: ‘Ik ga al 20 jaar naar concerten, maar dit heb ik nog nooit meegemaakt’

Er is wel een ander probleem. Fans klagen niet zozeer over de hoge prijzen, wel over de abominabele organisatie van de ticketverkoop. Dat is een gevolg van het bijna-monopolie dat Live Nation/Ticketmaster bezit op het organiseren en verkopen van concerten. Door het gebrek aan concurrentie wordt de concertgigant niet aangespoord om te innoveren en klanten te vriend te houden. Er is toch geen alternatief.

De marktmacht van oligopolisten als Live Nation leidt tot nog wel meer problemen: verschraling van het aanbod, wegduwen van lokale alternatieven, druk op organisatoren met exclusiviteitseisen. Dat ontwricht wel de markt. De Amerikaanse overheid heeft de historische reputatie dat ze in zulke flagrante gevallen oligopolisten of kartels durft opbreken. Dat, niet de ticketprijzen, is de reden waarom Live Nation in het vizier loopt van het Amerikaanse Congres. Terecht.