Kraanvogelkuikens geboren in de Vallei van de Zwarte Beek in Beringen
Er zijn opnieuw kraanvogels geboren in de Vallei van de Zwarte Beek in Beringen. Dat gebeurt nu voor het derde jaar op rij, een teken dat de omstandigheden er ideaal zijn. Kraanvogels hebben grote, natte beekvalleien nodig en zoeken rustige plekken op. De kuikens zijn intussen groot genoeg om uit te vliegen.
Dat de kraanvogels drie jaar op rij terugkeren om een kroost te stichten, is een goed teken voor de Vallei van de Zwarte Beek. "Ze keren altijd terug naar hun broedplek van het jaar ervoor. Als ze er tevreden over waren tenminste. Het is dus altijd bang afwachten of ze het ook effectief doen", zegt Corry Goossens van de Kraanvogelwacht van Natuurpunt.
"Met drie succesvolle broedgevallen op drie jaar tijd kunnen we zeggen dat de soort gericht in de vallei komt wonen, en dat het geen toevalstreffer is. Dat is heel bijzonder."
"Dit jaar kwamen de ouders midden februari naar de vallei en was het al snel duidelijk dat ze weer een nest gingen maken. Een maand later begonnen ze te broeden en in april zijn twee kraanvogels geboren." De jonge kraanvogels zijn ondertussen dus al enkele maanden oud: "Ze kunnen al vliegen en gaan samen met hun ouders op verkenning in de vallei."
BEKIJK - De kraanvogels worden groot
Ideale omgeving
"De voorbije decennia hebben veel vrijwilligers en professionelen van Natuurpunt, samen met de Vlaamse overheid, hard gewerkt aan het herstel van de venen en moerassen in de vallei", klinkt het.
Op pad met Corry Goossens van de Kraanvogelwacht van Natuurpunt:
Kraanvogels geboren in Beringen
"Wij hebben ervoor gezorgd dat het veen voldoende nat is. Een kraanvogel maakt zijn nest in water dat minstens 10 centimeter diep is, want dan horen ze wanneer vossen en andere roofdieren dichterbij komen. Daarnaast hebben ze een uitgestrekt gebied nodig waar ze voldoende voedsel kunnen vinden. Ze willen ook de nodige rust."
De familie kraanvogel blijft waarschijnlijk tot oktober in de buurt van de broedplaats en trekt daarna naar het zuiden om te overwinteren. Al is het ook mogelijk dat ze hier blijven overwinteren of tijdelijke uitstapjes maken naar Duitsland.
Hoe is het met Gru, Dru en Ru?
Gru, Dru en Ru, de kleintjes van de vorige twee jaren, staan ondertussen op eigen benen. "We hebben geen idee waar ze zich precies bevinden", zegt Goossens. "We hebben er bewust voor gekozen om hen geen zendapparatuur aan te doen. We wilden het koppel niet te veel lastigvallen, en de natuur haar gang laten gaan."
"De kans bestaat wel dat ze, wanneer ze een partner gevonden hebben en ze klaar zijn om nakomelingen te hebben, terugkeren naar hun geboorteplek om daar zelf een nest te maken. Dat gebeurt meestal als ze ongeveer vijf jaar oud zijn", zegt Goossens. "Ze zijn alleszins welkom. Er is voldoende plaats."
