Riccardo Milani / Hans Lucas

WHO labelt aspartaam als "mogelijk kankerverwekkend", maar beschouwt stof toch als veilig

De kunstmatige zoetstof aspartaam, een van de meest gebruikte suikervervangers ter wereld, is "mogelijk kankerverwekkend". Dat stellen wetenschappers van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) op basis van honderden internationale studies. Maar tegelijk wordt het advies over wat een veilige inname van aspartaam is, niet aangepast. Wat betekent het label "mogelijk kankerverwekkend" dan? En waarom blijft de WHO aspartaam als veilig voor consumenten beschouwen?

Aspartaam is een kunstmatige zoetstof die 200 keer zoeter is dan "echte" suiker. Het geeft een zoete smaak aan voedingswaar, maar zonder de calorieën. Het is een van de meest gebruikte suikervervangers ter wereld. Aspartaam staat op de ingrediëntenlijst van heel wat suikerarme producten, denk aan "light"- of "zero"-dranken, kauwgom, yoghurt, snoepjes... Maar het zit in veel meer dan je denkt. De BBC citeert een studie uit 2014 die beschrijft dat aspartaam in meer dan 6.000 producten kan worden teruggevonden, ook in bijvoorbeeld tandpasta en bepaalde medicatie.

Al in 1974 keurde de Amerikaanse toezichthouder FDA (Food and Drug Administration) het gebruik van aspartaam als tafelzoetstof goed. In de loop der jaren werd die goedkeuring uitgebreid, in 1996 stelde de FDA dat aspartaam als algemene zoetstof gebruikt mag worden. Ook in Europa wordt aspartaam sinds de jaren 80 stelselmatig algemeen toegestaan in voedingsmiddelen.

Ondanks zijn wijdverspreide gebruik worden er al van in het begin vragen gesteld bij de veiligheid van aspartaam en de mogelijke gevolgen voor de gezondheid. Er zijn vragen over het risico op bijvoorbeeld diabetes, hart- en vaatziekten en kanker. Aspartaam was in de loop der jaren al het onderwerp van duizenden studies. En ook de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) formuleert adviezen. Binnen de WHO hebben twee aparte instanties zich nu opnieuw over de kwestie gebogen. Hoe zit het met de risico's en moeten de adviezen worden aangepast?

Aspartaam vond een van zijn eerste toepassingen als tafelzoetstof.

"Mogelijk kankerverwekkend"

De eerste onderzoeksinstantie is het International Agency for Research on Cancer (IARC) in de Franse stad Lyon. Dat expertenpanel onderzoekt voor allerlei middelen de mogelijke risico's voor het ontstaan van kanker en brengt ze vervolgens onder in een van vier groepen:

  • Groep 1: Carcinogeen (kankerverwekkend) voor mensen
  • Groep 2a: Waarschijnlijk kankerverwekkend voor mensen
  • Groep 2b: Mogelijk kankerverwekkend voor mensen
  • Groep 3: Niet classificeerbaar

Het IARC heeft 1.300 recente studies over het mogelijke verband tussen aspartaam en kanker onderzocht. In zijn conclusie plaatst het IARC aspartaam nu in groep 2b, possible carcinogenic to humans, oftewel, mogelijk kankerverwekkend voor mensen. Het IARC baseert die beslissing voornamelijk op drie studies die een mogelijke link met een bepaald type leverkanker suggereren. Hoe moeten we dat nu interpreteren?

IARC

Beperkte wetenschappelijke evidentie

Belangrijk om te weten is dat de classificatie van het IARC niets zegt over de eigenlijke risico's voor je gezondheid. Het zegt wél iets over hoe sterk de aanwijzingen zijn. Het gaat om een statistische analyse: hoe vaak komt iets al dan niet voor? De categorie "mogelijk" wordt gebruikt als er "beperkte wetenschappelijke evidentie" is gevonden bij mensen of bij data in experimenten met dieren. Zoals nu, bij aspartaam. Er zijn beperkte aanwijzingen, er is ook geen rechtstreeks verband gevonden. Moesten de aanwijzingen sterk en/of voldoende ernstig zijn, dan zou aspartaam in groep 1 of 2a gezet zijn.

Begrijpelijkerwijs creëert de classificatie van het IARC verwarring. Niet alleen nu, maar ook in het verleden. Rood vlees bijvoorbeeld werd een tijdje terug ondergebracht in groep 1, net als schadelijke stoffen in sigaretten. Beide lijken dus even gevaarlijk, op hetzelfde niveau. Maar je weet met deze classificatie eigenlijk niet hoeveel je ervan kan gebruiken voor je een gezondheidsrisico loopt. Van sigaretten weten we dat er geen veilig niveau is, van rood vlees is dat genuanceerd. Maar wat de ernst van het wetenschappelijke bewijs betreft, zitten ze dus wel in dezelfde groep van kankerverwekkende stoffen.

Tony Webster/Wikimedia Commons/CC BY-SA 2.0

In groep 2b bevindt aspartaam zich in het gezelschap van onder meer aloë vera, diesel, talkpoeder, nikkel, ingemaakte groenten in Aziatische stijl en allerlei chemische substanties. Ook heel uiteenlopende stoffen dus.

Dat de labeling van het IARC niets zegt over de eigenlijke risico's voor de gezondheid, blijkt ook uit de formulering van de conclusie over aspartaam en kanker. "De aanwijzingen waren niet van voldoende hoge kwaliteit of overtuigend genoeg. Dit is eigenlijk meer een oproep aan de wetenschap om de zoetstof nog meer te bestuderen", zegt dokter Mary Schubauer-Bergian.

Dit is eigenlijk meer een oproep aan de wetenschap om de zoetstof nog meer te bestuderen.

Mary Schubauer-Bergian, IARC

En onderzoeksvragen zijn er genoeg. Een van de belangrijkste is hoe aspartaam dan zou kunnen leiden tot kanker, als het dat effectief doet. In onderzoeken is te zien hoe aspartaam in de darm snel afgebroken wordt in drie andere stoffen: fenylalanine, asparaginezuur en methanol. Maar die stoffen zijn ook het product van de vertering van een heel aantal andere voedingsmiddelen die niet gelinkt zijn aan kanker.

Onderzoekers suggereren dat aspartaam niet rechtstreeks kankermutaties in het DNA aanbrengt. Het verhogen van ontstekingsniveaus zou een van de mogelijkheden kunnen zijn. Maar dat is allemaal voer voor onderzoek. Wordt vervolgd, dus.

De chemische formule voor aspartaam.
© Zoonar.com/Jurgis Mankauskas - portal.belgaimage.be

Hoe groot is het risico dan?

Maar hoe groot is het eigenlijke gezondheidsrisico van aspartaam dan? Met andere woorden, wat kan je beschouwen als een "veilige" hoeveelheid? Dat wordt vastgelegd door een andere instantie, de WHO and the Food and Agriculture Organization joint committee on Food Additives (JECFA).

Het advies van de WHO ligt al sinds 1981 op 40 milligram aspartaam per kilogram lichaamsgewicht per dag. Dat is een maximum, alles wat onder die hoeveelheid ligt, wordt als veilig beschouwd. Voor een man van 70 kilogram bijvoorbeeld komt dat neer op maximaal 14 blikjes dieetfrisdrank per dag, gesteld dat een blikje 200 milligram (0,2 gram) aspartaam bevat en de man in kwestie geen andere producten met aspartaam gebruikt. Bevat een blikje 300 milligram, dan is het maximumaantal blikjes 9.

We herhalen het nogmaals: dat is een maximum. Die aantallen zijn veel hoger dan de gewone, dagelijkse hoeveelheden die de meeste mensen per dag gebruiken. Alles wat onder die maximumhoeveelheid ligt, wordt door de WHO als veilig beschouwd.

Ook de JECFA heeft nieuwe wetenschappelijke onderzoeken over aspartaam en gezondheid onder de loep genomen. Ze keek niet alleen naar het risico op kanker (de conclusies van het IARC, onder andere), maar ook naar het mogelijke effect op hart- en vaatziekten en diabetes type 2. Op basis daarvan zegt de JEFCA dat het geen overtuigend bewijs van schade kan vinden. De al bestaande adviezen worden momenteel dan ook niet aangepast.

BEKIJK - Wat zijn de risico's van aspartaam?

Videospeler inladen...

En nu?

De discussie over aspartaam en de mogelijke effecten op onze gezondheid woeden al jaren. De conclusies en adviezen zijn niet altijd even duidelijk, spreken mekaar soms zelfs tegen. En nu zijn er weer deze bevindingen. Wat moeten we er nu van maken?

Als mensen de keuze hebben tussen ofwel cola met kunstmatige zoetstof, of zoetstof met echte suiker, dan denk ik dat ze een derde optie moeten overwegen: water.

Francesco Branca, WHO

Francesco Branca, directeur Nutritie bij de WHO, probeerde op de persconferentie klaarheid te scheppen. "Als consumenten de keuze hebben tussen ofwel cola met kunstmatige zoetstof, of zoetstof met echte suiker, dan denk ik dat ze een derde optie moeten overwegen: water", klonk het. De WHO vraagt bedrijven niet om aspartaam volledig te schrappen in hun producten. De organisatie wil dat ze er - net als consumenten - gematigd mee omspringen.

Anders geformuleerd: consumenten, overweeg een minder "zoete" levenstijl, met minder suiker en kunstmatige zoetstoffen. Producenten: maak voedingsmiddelen die minder zoet zijn, en nog altijd smakelijk.

Er is al ontzettend veel onderzoek naar aspartaam en kanker gedaan. Moest het veel risicovoller zijn, dan had het al veel eerder ontdekt geweest.

Evelyne Mertens, voedingsdeskundige en onderzoeker aan de KU Leuven

"Wat ik hoor, verrast mij eigenlijk niet", zegt Evelyne Mertens, voedingsdeskundige en onderzoeker aan de faculteit Geneeskunde van de KU Leuven. "Het enige wat ze zeggen is dat aspartaam mogelijk kankerverwekkend is, er is geen rechtstreeks verband. Ze passen het advies over wat veilig gebruik is, ook niet aan. Dat advies gaat dan ook echt over gigantische hoeveelheden, veel meer dan de kleine dagelijkse hoeveelheden die mensen gebruiken."

Aspartaam is een van de meest onderzochte kunstmatige zoetstoffen, zegt Mertens ook. "Er is al ontzettend veel onderzoek naar gedaan, en daar is nooit een rechtstreekse link tussen aspartaam en kanker aangetoond. Moest het veel risicovoller zijn, dan had het al veel eerder ontdekt geweest."

"Ik raad als deskundige ook niet aan om te gaan overdrijven. 1 of 2 twee blikjes "light"- of "zero"-drankjes, geen probleem. Na 4 of 5 blikjes heeft het bij veel mensen een laxerend effect. Maar dat is alleen vervelend, niet schadelijk. Natuurlijk, water, thee, of water met een smaakje, dat is gezonder. Maar nogmaals, die maximale hoeveelheid die als veilig beschouwd wordt (14 in het geval van een man van 70 kg, red), dat is echt heel veel."

Meest gelezen