Hoe krijg ik meer insecten in mijn tuin? Met deze 5 tips komen ze gegarandeerd af

1. Plant inheemse nectarplanten: Vlinders en andere insecten voeden zich vooral met nectar. Plant daarom vooral bloemen die veel nectar produceren, zoals koninginnenkruid, wilde marjolein, slangenkruid of kattenstaart.

2. Voorzie ‘nestkastjes’ voor insecten: Van nestblokken of dood hout voor solitaire bijen tot nestkastjes voor oorwormen en lieveheersbeestjes. Bladluizen staan op het menu van die laatsten, dus het zijn extra helpers in je tuin.

3. Laat dood hout liggen: Dode takken of stammen moet je niet verbranden of weggooien. Snoeihout kan je verwerken in een mooie takkenwal als afsluiting of leg het op een stapeltje in de hoek van je tuin. Onder zo’n hoopje dode takken of houtblokken vinden insecten, egels en salamanders hun toevlucht.

4. Maai je gazon op een slimme manier: Wie een groot gazon heeft, kan ervoor kiezen om tenminste een deel ervan slimmer te maaien. Zo maak je je eigen kleurrijke bloemenweide. Dat stuk hoef je slechts één- of tweemaal per jaar te maaien. Je kan ertussen nog steeds netjes gemaaide paadjes voorzien. Je zal zien dat sprinkhanen, bijen en vlinders vanzelf zullen verschijnen.

5. Water doet leven: Is er in je tuin een plekje voor een tuinvijver of wadi? Of kan je een zinken teil kwijt in je kleine stadstuin? Overal kan water een meerwaarde zijn. Je wordt beloond met libellen, vogels en ander prachtig luchtverkeer.