Nederlands openbaar ministerie ging ernstig in de fout tijdens onderzoek naar advocaat Inez Weski

Het verschoningsrecht is een pilaar van de rechtstaat. Het regelt onder meer dat advocaten en cliënten met elkaar kunnen communiceren zonder bespied te worden door de overheid, om zo een eerlijk proces mogelijk te maken. Schending van dat recht is een misdrijf.

Tijdens de aanhouding van de Rotterdamse advocaat Weski nam het OM afgelopen april een grote hoeveelheid vertrouwelijke documenten uit haar praktijk in beslag. De stukken stonden op een harde schijf van haar computer, vol met vertrouwelijke informatie over Weski’s cliënten. De meegenomen informatie valt zodoende onder het voor de advocatuur cruciale verschoningsrecht, waardoor het OM er geen kennis van mag nemen.

Weski werd op 21 april aangehouden op verdenking van deelname aan een criminele organisatie die zich bezighoudt met internationale drugshandel en witwassen. De advocaat stond ook de beruchte Nederlandse drugsbaron Ridouan Taghi bij. Weski zou gevoelige informatie van Taghi vanuit de gevangenis doorgespeeld hebben naar zijn contacten in de buitenwereld.

Weski heeft volgens haar advocaten tijdens de voorlopige hechtenis “vanwege haar beroepsgeheim” geen verklaring afgelegd en zal dat later ook niet doen.

De arrestatie van de bekende en door haar vakgenoten zeer gerespecteerde raadsvrouw veroorzaakte een schokgolf in de advocatuur. Weski reageerde eerder erg boos op de beschuldiging dat ze informatie zou hebben doorgespeeld. Ze noemde de aantijging “onjuist, onterecht suggestief en zeer laakbaar”.