Het is niet de eerste keer dat de overheid een limiet zet op de dossierkosten. Dat gebeurde bijvoorbeeld al in 2017. Het Prijzenobservatorium stelde toen vast dat kredietinstellingen tussen 2014 en 2018 de prijs voor het afsluiten van een woonkrediet gemiddeld met zo’n 50 procent optrokken, van 320 euro tot 479 euro, en dat zonder duidelijke grond. Om die reden werd toen een plafond van 500 euro opgelegd.

Maar volgens minister Dermagne is het opnieuw tijd voor actie. Intussen hebben alle kredietinstellingen de dossierkosten opgetrokken naar het maximum. “De kosten maken het moeilijker voor mensen om een eigen huis te verwerven. Ze zijn bovendien extra nadelig voor het lenen van kleinere leningen omdat het om een forfaitair bedrag gaat”, legt de PS’er uit. 

Slapend rijk

Bovendien wordt steeds vaker online gebankierd. Daardoor bouwen de instellingen hun kantorennetwerk en dienstverlening af. “De kostendaling die dat met zich meebrengt, wordt echter niet doorgerekend aan de consument, integendeel”, aldus Dermagne. “De financiële instellingen passeren twee keer langs de kassa en worden slapend rijk. Een dossierkost van 500 euro is niet gerechtvaardigd.”

De daling van de dossierkosten hebben ook een impact op de dossierkosten voor een herfinanciering bij dezelfde kredietverstrekker. Die mogen immers maximaal de helft bedragen van de aanvraagkosten voor een nieuw contract.