Direct naar artikelinhoud
AchtergrondTheater Aan Zee

‘De verkoop begon om 10 uur, en 20 minuten later waren twee voorstellingen op mijn lijstje al uitverkocht’: het succesrecept van Theater Aan Zee

De HOE, de fusie van De KOE en Hof van Eede, spelen dit jaar hun eerste grote voorstelling ‘Opening Night’ voor een uitverkochte Grote Post.Beeld Koen Broos

Eat your heart out, Taylor Swift.’ Ook voor Theater Aan Zee is het moeilijk om nog aan tickets te komen: het Oostendse podiumfestival lijkt jaar na jaar nog aan populariteit te winnen. TAZ-liefhebbers verklaren waarom. ‘Theater Aan Zee kruipt in de poriën van de hele stad.’

“TAZ heeft zich niet alleen ontpopt tot een van de grootste evenementen in podiumkunsten in Vlaanderen. Het is een knooppunt waar jonge makers meeten met gevestigde namen, zoals de zee het vasteland ontmoet. Een plek waar theater opgaat in muziek en waar de kunsten een publiek treffen waarvan soms beweerd wordt dat ze dat kwijtgespeeld waren.” Die woorden sprak toenmalig cultuurminister Sven Gatz (Open Vld) uit in 2014, toen Theater Aan Zee – TAZ voor de vrienden – bekroond werd met de Vlaamse cultuurprijs voor podiumkunsten. “Oostende is lang geen braakland meer, maar TAZ blijft zijn bloem.”

Vorig jaar vierde Theater Aan Zee zijn 25ste verjaardag met ruim 100.000 bezoekers: 90 procent van alle beschikbare tickets werd verkocht. Dit jaar lijkt de vraag niet geminderd te zijn: voor heel wat hoofdstukken uit het programma is het onmogelijk om nog tickets te krijgen. “Ineens hoor je dat je voorstelling al na een paar dagen is uitverkocht”, zegt actrice en regisseur Charlotte Vandermeersch, die samen met Mokhallad Rasem Gelukzoekers speelt in De Grote Post. “Dat is een beetje heftig, maar het is natuurlijk ook super.”

‘Gelukzoekers’ met Mokhallad Rasem en Charlotte Vandermeersch.Beeld Nick Hannes

TAZ-liefhebbers als auteur Tom Lanoye weten dat je, op de dag dat de ticketverkoop opent, maar best met een lijstje voorstellingen en je bankapp gaat klaar zitten bij de computer. “Alle voorstellingen zijn veel te snel uitverkocht”, stelt hij vast. “Eat your heart out, Taylor Swift!” Journalist en ‘aangespoelde’ Oostendenaar Gui Polspoel gaat dan weer tickets kopen aan het loket: als ‘Vriend van TAZ’ kan hij enkele dagen vroeger dan het brede publiek in de rij gaan staan, maar ook dan is niets gegarandeerd. “De ticketverkoop begon om 10 uur, en om 20 over 10 waren twee voorstellingen op mijn lijstje al uitverkocht.”

Dit jaar heeft Polspoel een kaartje voor maar liefst 21 voorstellingen, zegt hij, en dan houdt hij voor zijn doen nog redelijk bescheiden. “Vorig jaar waren het er meer dan 30. Maar dan vergeet je op de duur wat je nu weer gezien hebt.”

Het aanbod op Theater Aan Zee kan overweldigend zijn, maar het is ook voor elk wat wils. “Alles is er”, vindt Lanoye. “Premières van grote kleppers, interessante voorstellingen die je misschien gemist hebt, en de jonge garde, natuurlijk. Dat laatste móet de kern van TAZ blijven.” Lanoye herinnert zich voorstellingen van een jonge Gorges Ocloo en van het gezelschap Kuiperskaai, waar regisseur Lisaboa Houbrechts toe behoorde. “Dat waren nog geen weergaloze voorstellingen, maar je voelde dat zij makers waren die eraan zaten te komen.” Ook voor makers, acteurs en gezelschappen als Natali Broods, Bruno Vanden Broecke, en Ontroerend Goed liep de weg naar succes langs Oostende.

Jong talent

Charlotte Vandermeersch stond achttien jaar geleden – ze was toen nog laatstejaars student aan Studio Herman Teirlinck – op Theater Aan Zee met Mistinguett. “TAZ heeft zo veel kansen geboden aan jonge mensen. Ik heb hier ook De thuiskomst van FC Bergman gezien, in een heel grote hangar. De ruige grootsheid van die locatie herinner ik me nog heel goed.” FC Bergman, dit jaar laureaat van de Zilveren Leeuw op de Biënnale van Venetië, werd toen bekroond met de theaterprijs voor jong talent.

“Ik vind het boeiend om jonge mensen aan het werk te zien”, zegt ook Polspoel. “Soms stelt dat teleur, maar heel vaak is het verrassend. Een voorstelling die me echt is bijgebleven, was Who’s Afraid of Virginia Woolf? van een aantal jonge makers, enkele jaren geleden. Dat was zó goed en zó origineel.” Het ging om het collectief Wolf Wolf, met onder andere Mitch Van Landeghem. Hij maakt inmiddels deel uit van De HOE, de fusie van De KOE en Hof van Eede, die dit jaar voor een uitverkochte Grote Post hun eerste grote voorstelling Opening Night spelen.

Het toeval wil dat Polspoel in hetzelfde jaar ook een bewerking van Who’s Afraid of Virginia Woolf? van de hand van De KOE zag. “Ik ben een grote fan van De KOE”, stelt Polspoel. “En Peter Van den Eede zie ik één keer per jaar, op Theater Aan Zee. Dan drinken we vele pinten samen. Ik weet niet goed hoe dat komt, want eigenlijk kennen we elkaar helemaal niet zo goed.”

‘Who’s Afraid of Virginia Woolf?’ van De KOE.Beeld Koen Broos

Het vat evenwel de sfeer op Theater Aan Zee wel samen. “Ik ga het hele jaar door naar het theater, ook in Antwerpen, Gent en Brussel”, vertelt Polspoel. “Maar hier ontmoet ik mensen die ik anders zelden ontmoet. Ik kom hier vaak oude collega’s tegen, zoals Phara de Aguirre of Rudi Vranckx, die ik anders niet vaak meer zie. Zeker ’s avonds is TAZ ook een sociaal evenement. En ik heb er nood aan om na een voorstelling na te praten, ideeën uit te wisselen. Die sfeer hangt hier. Het palmt de hele stad in”

En laat die stad nu een geweldig decor zijn voor theater. “In onze vriendenkring is er veel liefde voor Oostende”, zegt Vandermeersch, “Ik kijk er ook altijd erg naar uit om er naartoe te gaan – mijn oma heeft hier al sinds de jaren 70 een appartementje. Oostende heeft veel ziel, en het heeft ook een ruige kant. Ik houd wel van die authentieke, volkse kant.”

Artistieke après-ski

Lanoye: “Het is ook een beetje een familiefeest van de sector. Dat hoort het ook te zijn. En de Langestraat en tegenwoordig vooral Café Koer doen dienst als de artistieke après-ski. Wat mij betreft zou er nog een grote kinderopvang moeten bijkomen, en mag er in de programmatie nog wat meer ruimte zijn voor voorstellingen van het afgelopen seizoen: dan kunnen mensen die voorstellingen hebben gemist op TAZ de schade inhalen.” Vraag je Lanoye naar TAZ-voorstellingen die hem lang zijn bijgebleven, dan antwoordt hij dan ook met een kwinkslag: “Een discussie tussen Els Dottermans en Conner Rousseau over FC De Kampioenen, op de binnenkoer. Dat was een show op zich. Een heel entertainende, bovendien.”

Op die manier kun je gedurende twee weken eigenlijk overál in Oostende van cultuur genieten. “Het festival kruipt in de poriën van de hele stad”, vat Polspoel samen. Cultuurcentrum De Grote Post is het hart van het festival, in KAAP en boekhandel Corman vinden literaire lezingen plaats. Maar Once Upon a Time… in de Westhoek werd vorig jaar op een scheepswerf in de Vuurtorenwijk gespeeld, de Rosas-voorstelling Violin Phase vond plaats op het Westerstaketsel. Vandermeersch speelde Mistinguett in de duinen, bij de Vismijn. Ook een oude NMBS-loods achter het station wordt tijdens TAZ al jaren een tijdelijke theaterzaal. “In die hangar heb ik zo veel goede voorstellingen gezien”, herinnert Lanoye zich. “De bewerkingen van Naomi Velissariou, bijvoorbeeld. En The Only Way Is Up van Boris Van Severen en Jonas Vermeulen – dat was een supervoorstelling.”

‘Once Upon a Time… in de Westhoek’.Beeld kurt van der elst

Er zijn ook voorstellingen in scholen, in turnzalen of op speelplaatsen. Lanoye vergelijkt het met de Cour d’Honneur van het festival van Avignon, op de binnenplaats van het pauselijk paleis. “Het mooie is hoe het festival die hele stad overneemt – net zoals dat in Avignon of Edinburgh gebeurt. Die allure heeft Theater Aan Zee wel. En waar kan zo’n festival anders plaatsvinden dan in Oostende? Oostende is toch de enige stad aan de kust waar je dood of levend gezien wil worden.” Daarnaast wordt het Kursaal steeds vaker als locatie gebruikt. “Het is zo’n waanzinnig gebouw: het is eigenlijk alleen geschikt voor congressen van politieke partijen en voor concerten van Charles Aznavour. Het is geen theaterzaal. En toch werken al die voorstellingen daar.”

Dit jaar staat er onder meer De störm geprogrammeerd, de Shakespeare-bewerking die Lanoye voor Tutti Fratelli schreef. Met regisseur Jan Sobrie passeert Lanoye ook in KAAP en in Corman stelt hij het pamflet Woke is het nieuwe Marrakechpact voor. Ondanks de naam is TAZ immers niet alleen theater, maar ook muziek en literatuur. “Het literaire luik mag wat mij betreft nog uitgebreid worden,” zegt Lanoye nog, “maar dan spreek ik natuurlijk voor mijn eigen winkel.” Vandermeersch trad in 2018 dan weer op als zangeres van Whale. “Het wordt breder en breder, er is ook veel muziek”, legt ze uit. “Optreden met Whale was heel bevreemdend – ik was toen nog maar net bevallen van mijn zoon – en heel bevrijdend. Ik ben toen wel een paar keer doodgegaan op het podium, maar nadien dacht ik: hoe intens kun je een avond op een podium beleven?”

‘De störm’.Beeld Diego Franssens

Uit zijn voegen

Stilaan dringt zich de vraag op waar TAZ naartoe groeit. “Je verliest een beetje aan intimiteit, maar je wint wel aan publieksbereik”, ziet Vandermeersch. “Vorig jaar heeft mijn oma hier meegedanst op de dijk.” Er is bij de Oostendenaren wel wat frustratie over het tempo waaraan tickets de deur uitgaan, weet Polspoel. “Het is een beetje uit zijn voegen aan het barsten. De belangstelling is overweldigend, zeker voor bekende gezelschappen en grote namen. Maar hoe los je dat op?”

Voor Lanoye is het antwoord simpel: uitbreiden. “Ik weet wel dat het nu al zo druk is dat medewerkers halverwege op hun tandvlees zitten, maar eigenlijk zou het festival twee weken langer moeten duren. En dat bedoel ik als compliment. Hoe kan het dat de mensen van het beleid niet beseffen dat ze hiermee de missing link tussen het festival van Edinburgh en het festival van Avignon in handen hebben? Dit is een festival dat alles heeft, dat tweetalig durft te zijn en zou kunnen uitgroeien tot een internationaal theaterfestival. De potentie van TAZ blijft enorm groot.”