Justitie

Aan buitenlandse verkeersboete ontsnap je niet meer

© Hans Lucas/afp

Europa drijft de inspanningen op om verkeersovertredingen die in het buitenland zijn begaan, effectief te laten betalen.

Werner Rommers

Wie in Frankrijk of Nederland met de auto een snelheidsovertreding begaat, weet inmiddels dat er geen ontsnappen meer is aan de buitenlandse boete. Dat is het gevolg van de Europese Cross-Border Enforcement-richtlijn. Die richtlijn uit 2015 maakt dat elke EU-lidstaat een burger van een andere Europese lidstaat die op zijn grondgebied een verkeersovertreding beging, kan opsporen en vervolgen.

Europa wil die richtlijn verder aanscherpen door de lijst verkeersovertredingen waarop de Cross Border-richtlijn van toepassing is, fors uit te breiden. Vias-woordvoerder Stef Willems: ‘De richtlijn is nu van toepassing op acht verkeersovertredingen: te snel rijden, het rode licht negeren, onder de invloed van alcohol of drugs rijden, geen gordel of helm dragen, gsm’en achter het stuur, op een bus- of de pechstrook rijden, of kinderen niet vastgeklikt hebben.’

‘Wij hebben als Belgisch verkeersveiligheidsinstituut positief geadviseerd op de vraag van Europa om die lijst van overtredingen uit te breiden.’

Het gaat om inbreuken zoals de rijafstand niet respecteren, het inhaalverbod negeren, gevaarlijke inhaalmanoeuvres uitvoeren, parkeerovertredingen begaan zoals te dicht bij een kruispunt of zebrapad parkeren, of een volle witte lijn overschrijden. Maar ook overlading en het niet vormen van een reddingsstrook zouden op de lijst komen te staan.

Oost-Europese landen

Tegelijk wil Europa dat alle landen evenveel inspanningen doen om buitenlandse verkeersovertreders te vervolgen of daaraan mee te werken. Het ene Europese land is daar actiever in dan het andere. In ons land werden in 2021 560.000 buitenlandse bestuurders op de bon geslingerd. Via het Cross Border-systeem slaagde Justitie erin twee op de drie buitenlandse bestuurders effectief de boete te laten betalen – we behoren daarmee tot de beste van de klas. Maar van enkele Oost-Europese landen is bekend dat ze de richtlijn met weinig enthousiasme toepassen en weinig hulp bieden aan landen die dat wel proberen.