Direct naar artikelinhoud
AchtergrondFake news

‘Werd Beyoncé in Dubai achtervolgd door een kameel? (nee)’. De tieners die hun generatie leren factchecken

‘Werd Beyoncé in Dubai achtervolgd door een kameel? (nee)’. De tieners die hun generatie leren factchecken

In TikTok- en YouTube-video’s leggen jonge Amerikaanse factcheckers online beweringen onder de loep en geven ze leeftijdsgenoten tools om zelf fake news te herkennen. ‘Hoe jonger ze zich leren wapenen tegen desinformatie, hoe beter.’

“Als je online op een bericht stuit dat een hevige emotionele reactie teweegbrengt, kan dat een indicatie zijn dat er context ontbreekt”, zegt Bella Otte uit Florida in een YouTube-video van het Teen Fact-Checking Network. In het filmpje uit 2022 gaat de dan 16-jarige factchecker na of online claims kloppen dat acteurs Bob Saget en Betty White zijn overleden door het coronavaccin. Haar conclusie na wat online speurwerk: nee.

“Er is geen bewijs voor de bewering dat Bob Saget is gestorven als gevolg van zijn boosterprik, en meerdere, geloofwaardige bronnen bevestigen dat Betty Whites dood een natuurlijke was. Daarom beoordelen we de beweringen die hun dood toeschrijven aan het Covid-19-vaccin als niet betrouwbaar”, concludeert ze in de video.

Otte is een van de negentien tieners die als factchecker werken voor het Teen Fact-Checking Network. Dat werd in 2018 opgericht door het Amerikaanse educatieplatform MediaWise om tieners en jongvolwassenen desinformatie op sociale media te leren herkennen. In korte filmpjes op Instagram en TikTok en iets langere op YouTube gaan de 13- tot 21-jarige factcheckers na of virale video's of schimmige online beweringen wel kloppen – en geven ze tools om zelf feit van fictie te onderscheiden.

“Dat laatste is de kracht van de video’s”, zegt Kathleen Tobin, jeugdprogrammamanager van MediaWise. “Anders dan op andere platforms vertellen onze factcheckers niet alleen of bepaalde dingen waar zijn, maar leren ze kijkers ook hoe zij zelf iets kunnen factchecken wanneer ze op iets vergelijkbaars stuiten.”

‘Werd Beyoncé in Dubai achtervolgd door een kameel? (nee)’. De tieners die hun generatie leren factchecken
Beeld Poynter

Rol van zoekfunctie

Of je nu kijkt op TikTok, Instagram, YouTube, X (Twitter) of Facebook: overal wordt door gebruikers, bewust of onbewust, onjuiste informatie gedeeld. Maatregelen en richtlijnen van deze platforms om desinformatie tegen te gaan hebben daar vooralsnog geen grote verandering in kunnen brengen.

Qua volume spant Facebook volgens recent onderzoek de kroon, maar via X en TikTok blijkt desinformatie het snelst massaal te worden verspreid. Dat komt doordat deze platforms nog meer dan andere gericht zijn op virale content: video’s of posts met een groot bereik die massaal worden gedeeld.

Wat TikTok tot een extra risico maakt, is dat het platform voor veel jongeren de functie van Google vervult: ze gebruiken TikTok om antwoorden te vinden op vragen, ook als het gaat om hun gezondheid, de oorlog in Oekraïne en de coronapandemie. Die antwoorden worden vervolgens gegeven in video’s van andere tiktokkers, waarbij vaak niet duidelijk is waar zij hun informatie vandaan halen.

In een onderzoek van NewsGuard bleek uit een steekproef van zoekopdrachten over prominente nieuwsonderwerpen dat bijna 20 procent van de video’s die als zoekresultaten werden gepresenteerd verkeerde informatie bevat. Nederlands onderzoek toonde bovendien aan dat jongeren sneller geneigd zijn nieuws via sociale media of van influencers te geloven.

Het is daarom dat platforms als het Teen Fact-Checking Network volgens Tobin, die een achtergrond heeft als journalist en docent journalistiek, zo nodig zijn. “Hoe jonger mensen zich leren te wapenen tegen desinformatie, hoe beter.”

President in een jurk

De belangrijkste les die in de video’s van het Teen Fact-Checking Network aan kijkers wordt meegegeven, is dat ze vooral kritisch moeten zijn op wat ze op sociale media onder ogen krijgen. Met name als het gaat om posts of filmpjes die een hevige emotionele reactie opwekken. “We willen dat tieners leren pauze te nemen, eerst adem te halen en zelf op onderzoek uit te gaan voordat ze ergens op reageren of iets delen”, zegt Tobin.

Een andere tool, aldus de factcheckers van het Teen Fact-Checking Network, is het gebruik van reverse image search. Daarmee kun je via Google achterhalen waar een foto zoal op internet is opgedoken en kun je zien of een claim bij een foto wel klopt, of een volledige versie van een videofragment vinden. Ook worden kijkers geadviseerd lateraal te lezen – meerdere bronnen met elkaar vergelijken en zo kritisch kijken naar de betrouwbaarheid van bronnen.

De onderwerpen worden deels door de tieners zelf bedacht en lopen uiteen van politiek en klimaatverandering tot popcultuur. Zo wordt in een video nagegaan of Beyoncé in Dubai echt werd achtervolgd door een kameel (nee), of de familie Trump tijdens de Capitool-bestorming een feestje vierde voor de tv (nee) en of een kinderfoto van de voormalige Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt in een jurk echt is (ja, en dat was eind 19de eeuw in de VS heel normaal, vult factchecker Clara in de video aan).

President in een jurk
Beeld Poynter

Uitbreiding naar Europa

Dat de gebruikers zelf onderwerpen zoeken, is volgens Tobin een belangrijke meerwaarde van het platform: tieners en jongvolwassenen worden met heel andere content geconfronteerd en komen zo in aanraking met onderwerpen die volwassenen misschien over het hoofd zouden zien. “Bovendien luisteren en kijken tieners natuurlijk veel liever naar leeftijdsgenoten. Ze praten alleen al cooler dan wij.”

De factcheckers worden volgens Tobin ‘net als andere verslaggevers’ betaald en produceren video’s op de TikTok- en YouTube-kanalen van MediaWise. De lessen die zij meegeven in de video’s zijn opgesteld in samenwerking met de Stanford History Education Group en de content wordt geredigeerd door volwassen medewerkers van MediaWise.

Het platform is dit jaar begonnen met een internationale uitbreiding. In samenwerking met lokale media gaat het Teen Fact-Checking Network ook video’s maken vanuit India, Brazilië en Duitsland. Tobin: “En we willen onze aanwezigheid in Europa graag uitbreiden. We hopen in de nabije toekomst ook vanuit Nederland te gaan werken.”