Nederlandse wielervrouwen trekken alweer met ambras naar het WK: kan Lotte Kopecky profiteren?

Aspin-gate is slechts één voorbeeld uit een lange reeks van incidenten tussen Nederlandse wielrensters. Veel van de recente EK’s en WK’s werden mee door die onderlinge rivaliteit bepaald. “Er zitten bij ons te veel kapiteins op een schip”, verklaart Hans Ruggenberg, wielerjournalist bij De Telegraaf, de grootste krant van Nederland. “Pakweg de jongste tien jaar zijn wij in de breedte enorm sterk geworden. Vergeet niet dat Anna van den Breggen, die ondertussen gestopt is, ook bij die generatie hoorde. Annemiek van Vleuten, Marianne Vos… Dat waren en zijn absolute wereldtoppers. Dus op alle grote evenementen was Nederland topfavoriet, maar dat statuut vertaalde zich niet altijd in titels. En dat kwam ook omdat het tactisch niet altijd klopte.”

Potje

Op het EK 2018 in Glasgow maakte TeamNL er zo’n potje van – op een bepaald moment leidden de Nederlandse dames de achtervolging toen Van der Breggen in de kopgroep reed – dat de Italiaanse Marta Bastianelli met de titel aan de haal ging. Helemaal dolletjes werd het in 2021, toen zowel olympisch goud als de wereldtitel wegglipte. In Tokio strandde Van Vleuten op de tweede plaats, nadat heel oranje zich mispakt had aan een lange solo van de Oostenrijkse Anna Kiesenhofer. “Manke communicatie. De ene wist wel hoe de situatie was, de andere niet”, aldus Ruggenberg. “Akkoord, je kan niet altijd alle wedstrijden winnen, maar je mag toch minstens verwachten dat Nederland met zijn overmacht de absolute controle houdt. En door uiteenlopende belangen is dat niet altijd het geval.”

Twee maanden later in Leuven liep het weer mis toen Marianne Vos zich moest troosten met zilver. En alweer had tweedracht de uitslag beïnvloed. Hadden Vollering en co zich wel voluit voor het ploegbelang ingezet? “Vrijwel alle Nederlandse vrouwen rijden voor zichzelf”, constateerde analist Thijs Zonneveld destijds.

Aanpak werkt niet altijd

Nog meer dan België bij de mannen vaardigt Nederland vanaf volgende week bij de vrouwen van alle landen de sterkste selectie af naar Glasgow. Som het verzamelde palmares op en het aantal toptrofeeën – olympische lauweren, grote rondes, wereldtitels — loopt in de tientallen. Op het WK telt oranje met Vos, Van Vleuten, Vollering en Wiebes zelfs vier kanjers. “Dat gaat interessant worden”, meldt Ruggenberg. “Naast dat kwartet zitten in onze selectie nog een stel rensters die in vrijwel alle andere landen kopvrouw zouden zijn. Maar is Glasgow met zijn hoogtemeters niet te zwaar voor Wiebes? Is Vos nog wel helemaal top? Haalt Van Vleuten nog het niveau van vorig jaar? Eigenlijk zou je alles moeten zetten op Vollering, die er toch wel wat bovenuit steekt, maar onze bondscoach zou dat duidelijker moeten formuleren. Meiden, zoek het maar uit en kijk maar wat er gebeurt: die aanpak werkt niet altijd.”

Ploegbelangen

Heel België hoopt dat straks op het WK de altijd sluimerende spanningen binnen TeamNL in het voordeel van Lotte Kopecky spelen. “Dat valt niet uit te sluiten, gezien de wrijving tussen Vollering en van Vleuten en de vorm waarin Kopecky momenteel verkeert”, aldus Ruggenberg. “En misschien kan zij ook profiteren van de ploegbelangen. Natuurlijk willen die Nederlanders van SD Worx zelf ook de titel pakken, maar wat doen ze als Kopecky met een groepje vooruit rijdt? Nu, ik wil nog wel zien hoe het Belgische mannenteam in Glasgow zal functioneren. Remco Evenepoel wil zijn trui houden. Wout van Aert wil na al die tweede plaatsen ook wel eens de wereldtitel winnen. En als Jasper Philipsen diep in de finale nog in de kopgroep zit, ziet hij ook kansen voor zichzelf.”