• Robbertsen ziet drie redenen waarom je een gebruikte windmolen een tweede leven zou geven:
  • “De eerste is als vergunningen niet toestaan dat je grotere windmolens mag bouwen, ter hoogte van 120 of 150 meter.”
  • “Een andere reden is dat je er om logistieke redenen niet met grotere windmolens kunt komen. Dus bergruggen, bochtige weggetjes of zoals in Engeland met heel veel heggen of smalle toegangswegen.”
  • “Een derde reden is wanneer je je investering laag wil houden, bijvoorbeeld omdat je renteniveau in een bepaald land heel hoog is. En anders is de voordeligste manier om heel grote en nieuwe turbines te bouwen, dan kost de stroom het minst.”

• “Wij gebruiken in principe alle onderdelen opnieuw. Voordat wij de windmolens demonteren, doen we een grondige inspectie. Aan de hand van die inspectie kunnen we bepalen welke onderdelen er vervangen moeten worden om ten minste vijftien jaar lang mee te kunnen. Dan gaan we die onderdelen vervangen en bouwen we de turbine in zijn geheel weer op.”

De markt blijft even groot

• “De markt voor gebruikte windturbines die een tweede leven krijgen, blijft in aantallen even groot. Maar nu hergebruiken we ongeveer 85 procent van de turbines die wij demonteren. 15, misschien 20 procent, wordt gerecycled.”
• “In drie jaar vanaf nu zal 80 procent gerecycled worden en 20 procent een tweede leven krijgen. Dat komt omdat er vooral in Duitsland veel windmolens gedemonteerd zullen worden, en daar is niet genoeg ruimte om een windmolen een tweede leven te geven”, aldus Robbertsen.