Direct naar artikelinhoud
InterviewTine Embrechts en Luis Oscar Santos

‘Kinderen van succesvolle ouders zouden hun connecties gebruiken om hogerop te raken. Het lot van nepobaby’s, zeker?’

Luis Oscar: ‘Door Avicii besefte ik voor het eerst dat het leven van een artiest niet alleen glitter en glamour is. Veel artiesten sterven jong, maar ik kan me niet voorstellen dat ik in de komende tien jaar zou sterven.’ Tine: ‘Liever niet (lacht).’Beeld Johan Jacobs

Het kan niet makkelijk zijn om je moeder op televisie geregeld dronkenmanspraat te zien verkopen of pornoscènes te zien oefenen met een Bart Peeters-lookalike met nektapijt. Toch lijkt het goed gekomen te zijn met Luis Oscar Santos (19), zanger, rapper en producer en oudste zoon van actrice, zangeres en fulltime femme fatale Tine Embrechts (48). ‘Toen hij stopte met studeren, heb ik even tegengesputterd, maar ik wist dat het geen zin had.’

We spreken elkaar op de dag dat Tine Embrechts’ jongste zoon Maurice (5) aan de kleuterschool afzwaait en oudste zoon Luis Oscar voor het eerst in zijn jonge ­carrière in de AB speelt. Het zal bloed, zweet en tranen kosten om beide feestjes bij te wonen, maar de lenige liefde van een moeder is in staat tot de soepelste spreidstanden.

Hoe gedraagt je moeder zich op een concert van jou, Luis Oscar? Geniet ze in stilte of loopt ze luid ‘Da’s mijn zoon!’ te krijsen?

Luis Oscar Santos: “Ze is wel luid, ja. Ze zingt mee en juicht en zo. Ze is een echte fanmama, maar ik vind dat wel fijn.”

Tine Embrechts: “Ik ben ook wel kritisch, het is niet alleen maar blinde idolatrie. Op dat vlak ben ik mijn ­eigen vader geworden. Hij kwam vaak naar mijn concerten kijken en had altijd commentaar op het geluid. Meestal was mijn stem volgens hem te stil. Ik doe nu net hetzelfde – ik wil me wel inhouden, maar het is sterker dan mezelf (lacht).”

Santos: “Ik vraag na elke show met­een aan mijn manager hoe hij het vond. Meestal zegt hij: ‘Super, maar je mama had wel enkele opmerkingen over het geluid.’”

Embrechts (lacht)

Luis Oscar, je bent nog maar 19, maar je musiceert al lang.

Santos: “Dat is zo.”

Embrechts: “Die liefde voor ­muziek had hij al van jongs af. Mijn drie andere zonen hebben dat veel minder, terwijl zij toch ook opgegroeid zijn met veel muziek rond hen. Misschien is het omdat hij de eerste was. Ik was nog redelijk jong toen ik hem kreeg en ik heb hem naar veel repetities en concerten meegenomen. Ik zie me nog met Hormonia (­humoristische meidengroep met Karlijn Sileghem en Nele Bauwens, red.) repeteren in Hetpaleis, waar hij in de buggy duizend keer naar ­nummers als ‘­Kevin’ moest liggen luisteren.”

Luis Oscar, je was 9 jaar toen je begon te dj’en. Je had een platencontract op je 17de, en nu sta je in de AB. Is het een voordeel dat je er zo jong bij bent?

Santos: “Ik ben ­vooral blij dat ik al heb gevonden wat ik wil doen in mijn leven, want heel wat mensen van mijn leeftijd worstelen nog met die vraag. Maar soms voelt het wel nog alsof mijn muziek een uit de hand gelopen hobby is. En als ik met anderen samenwerk, ben ik vaak de jongste. Dan stel ik me wat bescheidener op of laat ik hen het voortouw nemen. Ik moet mezelf er dan aan herinneren dat ik ook al lang bezig ben en evenveel recht van spreken heb.”

Je mama is succesvol, net als veel mensen in haar omgeving. Verwacht je dan niet automatisch hetzelfde?

Santos: “Ik kijk niet naar haar in termen als ‘succesvol’. Voor mij is ze gewoon mijn mama, die haar werk doet. Ik weet wel dat zij jaren heeft gestudeerd om te kunnen doen wat ze doet en dat ze ook moeilijke periodes heeft gekend. Succes is allesbehalve vanzelfsprekend.”

Embrechts: “Succes mag nooit de ambitie zijn, wel goed ­worden in wat je doet en hopen daar mensen mee te bereiken. Luis Oscar vindt het heel vervelend als mensen zeggen dat hij ­alles aan zijn bekende moeder te danken heeft. Maar er zullen echt niet meer mensen naar zijn muziek luisteren omdat ik bekend ben.”

Santos: “Ik doe ook iets totaal anders. En ik schrijf mijn nummers zelf, ze houdt mijn handje niet vast, hè (glimlacht).”

Embrechts: “Het is gewoon vervelend als in interviews eerst ‘de zoon van Tine Embrechts’ staat en dan pas zijn eigen naam, en soms zelfs die niet eens.”

Santos: “Onlangs kreeg ik op TikTok weer een comment waarin iemand beweerde dat je met de juiste connecties veel makkelijker bij een platenfirma binnenraakt of op de radio wordt gedraaid. Maar mijn mama heeft echt niets met mijn muziekcarrière te maken. Ik heb zelf een playlist met demo’s rondgestuurd en één label heeft gezegd: ‘Wij willen je muziek uitbrengen.’ Zij pitchen die bij de radio en daar beslissen ze dan of ze mijn muziek draaien of niet. Toch wordt mijn mama er telkens bij gesleurd. Doen ze dat om mij te kleineren? Zo voelt het soms toch aan.”

Lees meer ‘Goed bloed’

Karel en Jean-Jacques De Gucht: ‘Als kind van een bekende ouder begint je politieke carrière met een zekere voorsprong. Maar daarna wordt het net moeilijker, omdat er veel nijd en afgunst is’

Eddy en Axel Merckx: ‘Als ik goed reed, was ik de zoon van mijn vader. En als het minder goed ging, was ik de zoon van mijn moeder’

Ze herleiden succes tot je familienaam?

Santos: “Ja. Maar het betert wel. Een tijdje geleden was ik te gast in het programma van Flo Windey op Studio Brussel. Mijn mama heeft toen even met haar staan praten en Flo wist niet wie ze was.”

Embrechts: “Voor alle duidelijkheid: ik vind dat niet erg, integendeel. Bij The Masked Singer was ik op een bepaald moment met Coely aan het praten. Zij is fan van je muziek en volgt je op Instagram, en zij wist evenmin dat ik je moeder ben. En dat vind ik net leuk. Als ik op één van je concerten in het publiek sta, vind ik het zalig als niemand mij herkent. Laat mij maar zoals Jan Leyers worden, die voor de jongere generatie ‘de vader van’ is. Als mensen willen zeuren dat Luis Oscar zijn succes aan mij te danken heeft, laat ze dan maar zeuren. Ik vind hem tien keer getalenteerder dan ik ooit ben geweest. Wat hij al allemaal heeft gemaakt, daar kan ik alleen maar met grote bewondering naar kijken. Ik heb ook niet het gevoel dat hij zich veel van dat gezeur aantrekt.”

Santos: “Nu niet meer, maar vroeger vond ik het echt vervelend. Dat is een kwestie van zelfvertrouwen, vermoed ik. Vroeger was ik vrij onzeker, en als mensen iets in die trant tegen mij zeiden, kroop dat wel onder mijn huid. Vandaag denk ik: whatever.”

‘Ik vind het zalig als niemand mij herkent op een concert van Luis Oscar. Laat mij maar zoals Jan Leyers worden, die voor de jongere generatie ‘de vader van’ is.’Beeld Johan Jacobs

Bekende kinderen worden wel vaker met een vergrootglas bekeken. De dochter van Jef Vermassen is hard aangepakt toen ze deelnam aan K3 zoekt K3.

Santos: “Dat is het lot van veel nepobaby’s, zeker? Kinderen van succesvolle ouders zouden hun connecties gebruiken om hogerop te raken. Als je alleen daarop teert, begrijp ik dat ze je een uitzuiger noemen. Maar wat maakt het uit wie je ouders zijn, als je zelf hard werkt? Ik ben fan van de band The 1975 en frontman ­Matty Healy heeft ook bekende ouders. Toen zij in het voorprogramma van The Rolling Stones ­speelden, klonk het dat ze dat aan hun ouders te danken hadden. Maar die band is gewoon steengoed! Healy schrijft zijn nummers zelf, zijn ouders zitten daar voor niets tussen.”

Embrechts: “Sommige deuren staan wel op een kier als je bekende ouders hebt. Maar heb je geen talent, dan gaat die deur even snel weer dicht.

“Ik begrijp wel dat ­mensen soms commentaar geven, want ik vind het zelf ­moeilijk om me een houding te geven. Ik ben bijvoorbeeld supertrots dat hij in de AB staat, maar ik post daar niets over op sociale media, omdat mensen anders misschien denken dat ik hem probeer op te stuwen in de vaart der volkeren.

“Soms zit mijn bekendheid mijn moeder-zijn in de weg. Onlangs was er een evenement van Qmusic waar Luis Oscar moest optreden. Het nieuwe seizoen van The Masked Singer liep op dat moment op tv, met als gevolg dat een heleboel mensen selfies kwamen vragen. Ik dacht: laat me met rust! Kijk naar hém! (lacht) Ik wilde de aandacht niet van OSKI afleiden.

“Zijn broer Emilio vindt de aandacht nog vervelender. Daarom zet ik ook nooit herkenbare foto’s van mijn jongste twee zonen Gaston en ­Maurice op Instagram. Onlangs vertelde Gaston dat iemand op school had gezegd dat wij stinkend rijk zijn (lacht). Er zijn nog altijd mensen die denken dat iedereen die op tv komt, erg rijk is en in ­hetzelfde BV-dorp woont, dat wij ­elkaar heel goed kennen en elk jaar samen op vakantie gaan. Maar wij wonen in Borgerhout in een rommelig huis en net als iedereen staan wij elke ochtend verkreukeld aan de schoolpoort (lacht).”

VOLGERS TELLEN

Voelen jullie soms ­afgunst? Van wie op een ­piëdestal gezet wordt, denken mensen al snel dat die op hen neerkijkt.

Embrechts: “Dat zou ik heel erg vinden. Ik heb evenveel ­respect voor mijn poetsvrouw als voor pakweg de baas van VTM. Ik vind het veel belangrijker dat je goed doet wat je doet. Bekendheid an sich is toch niks om respect voor te hebben of om na te streven? Het is wel iets van deze tijd. Je ziet almaar vaker mensen op tv die alleen maar opduiken in allerlei tv-programma’s. Ik beschouw mezelf in de eerste plaats als een actrice, niet als een BV of een influencer.”

Is dat wat tv met je doet: mensen doen vergeten wat je vak is?

Embrechts: “Ik heb de voorbije jaren ook wel uitstapjes gemaakt naar tv en soms heb ik dat vervloekt, maar ik ben er ook dankbaar voor. Als ik in zo’n pak in The Masked Singer zit, krijgen jonge kijkers mischien zin om naar Kameleonie (voorstelling van Tine Embrechts en Dimitri Leue, red.) te komen kijken, of naar de concerten die ik vorige zomer met mijn broer Pieter heb gespeeld. Tegelijk heb ik veel van dat programma geleerd. Het was erg fijn en uitdagend. Ik haat hokjesdenken. Ik kom op Canvas én op VTM. Ik zing in The Masked Singer én in de Bourlaschouwburg.

“Wat me wel zorgen baart, is dat jonge creatievelingen met­een succes moeten hebben. Ze krijgen geen tijd en ruimte meer om te groeien, te experimenteren, een publiek voor zich te winnen. Dat vind ik beangstigend. Makers vragen zich almaar vaker af wie er op dit moment populair is en maken dan een reeks rond die persoon, of die nu kan acteren of niet, want: ‘De mensen kijken toch.’”

De rollen worden verdeeld met de Instagram-cijfers ernaast.

Embrechts: “Choquerend vind ik dat. Ik heb eens in een commerciële Nederlandse film gespeeld en mijn tegenspelers vroegen me alleen maar (met Hollands accent): ‘Nou, hoeveel volgers heb jij?’ De cast bestond bijna uitsluitend uit influencers. Daar voelde ik me erg ongemakkelijk bij.”

Luis Oscar, jij bent een digital native. Denkt de jeugd van tegenwoordig echt zo?

Santos: “Het zit er wel ingebakken dat je veel volgers moet hebben en iedereen een wandelende portfolio is. Onze generatie is veel bewuster bezig met profielen. Ik weet hoeveel posts je elke week moet lossen om de aandacht vast te houden, of waarop ­mensen letten als ze je profiel voor het eerst bekijken. Ik zou liever gewoon kunnen posten wat en wanneer ik wil, maar je wordt toch op de één of andere manier in een keurslijf gedwongen. Mijn onlineprofiel is mijn visitekaartje, en dat zal niet snel veranderen: almaar meer mensen worden bekend door de sociale media. Sommigen posten superleuke berichten, maar van veel anderen kun je je inderdaad afvragen wat hun talent eigenlijk is.

VOLGERS TELLEN
Beeld Johan Jacobs

“Ik heb onlangs aan het programma Burger House meegedaan (de shorties zijn nog te zien op VTM GO, red.). Daarin runnen acht jonge influencers een burgerrestaurant. Maar ik ben muzikant, ­Ender Scholtens is podcastmaker en Nora Dari actrice. Veel ­jonge creatievelingen worden iets te lichtzinnig influencers genoemd. Velen noemen zich nu trouwens liever content ­creator.”

Embrechts: “Wanneer ben je eigenlijk een influencer? Zodra je duizend volgers hebt?”

Santos: “Inderdaad.”

Embrechts: “Dan ben ik óók een influencer. O, nee!”

Heb je ooit tips van je moeder gekregen? Heeft ze je geleerd hoe je je stem moet opwarmen?

Santos: “Nee, maar wel hoe ik me moet verzorgen. En af en toe zegt ze iets over mijn performance. Voor de rest praten we over zelfstandig zijn en over wat volwassen zijn inhoudt.”

Embrechts: “Wat muziek betreft, heb ik hem niets te leren. Maar ik heb er vroeger wel op aangedrongen dat hij zou doorbijten in de lessen notenleer en piano, ook al wilde hij ermee stoppen. Ik wist dat hij daar later zijn voordeel mee zou doen. Kygo (Noorse dj, red.) heeft me daarbij geholpen.”

Santos: “Op de Lokerse Feesten!”

Embrechts: “Hoe oud was je toen?”

Santos: “12?”

Embrechts: “Luis Oscar wilde in die tijd dj worden en had een USB-stick bij zich. Op de Lokerse Feesten heeft hij ­Kygo’s manager vastgeklampt en hem met een piepstemmetje gevraagd: ‘Can you please give this to Kygo?’ Die manager was zo gecharmeerd door dat jonge geweld dat hij ons bij Kygo heeft geïntroduceerd. We hadden het toen onder meer over die pianolessen.”

Santos: “Kygo heeft me toen de raad gegeven om vol te houden. Ik was met­een weer gemotiveerd (lacht).”

‘Kinderen van succesvolle ouders zouden hun connecties gebruiken om hogerop te raken. Dat is het lot van nepobaby’s, zeker?’Beeld Johan Jacobs

UIT MET LIEF

Wat vind je het leukst aan muzikant zijn?

Santos: “Gewoon: dat ik muziek kan maken. Live optreden vind ik het leukst. De dag na de releaseshow van mijn jongste ep in zaal Trix was ik erg depri, omdat alles plots saai was geworden (lacht). Tijdens dat uur op het podium waren er liters adrenaline door me heen gestroomd. Ik voelde me on top of the world.”

Het muzikantenleven is een onzeker bestaan. Heb jij nooit gedacht: hij zou beter advocaat of badmeester worden, Tine?

Embrechts: “Nee, toch niet, zelfs al is er een tekort aan badmeesters (lacht). Het is zó mooi om hem gepassioneerd bezig te zien. Dat is toch wat je wilt voor je kinderen, dat ze ontdekken wat hen gelukkig maakt in het leven? Ik prijs me gelukkig dat één van mijn vier zonen zijn doel in het leven al heeft gevonden.”

Luis Oscar, je bent ook gestopt met studeren.

Santos: “Ja, ik kon niet ­anders.”

Embrechts: “Ik heb dat wel even moeten verwerken. En ik vond het mijn moederlijke plicht om tegengas te bieden. Ik zou hem nooit ­verplichten om bijvoorbeeld economie te gaan ­studeren, maar ik had hem gerust vier of vijf zorgeloze studentenjaren gegund. In mijn eigen studietijd heb ik aan Studio Herman Teirlinck zoveel zielsverwanten ontmoet. Ik hoopte dat, als hij ging studeren, ook voor hem de wereld zou opengaan. Maar na twee maanden zei hij: ‘Het gaat te traag. Ik wil mijn eigen ding doen.’ Ik heb even tegengesputterd, maar ik wist met­een dat het geen zin had.”

Santos: “Mama had het over het zorgeloze studentenleven, maar ik wil niet zorgeloos zijn. Ik doe liever nu al waar ik van droom, met alle moeilijkheden die erbij horen, in plaats van mijn toekomst uit te stellen. Het motiveert me net extra: ik moet nu mijn eigen loon ­verdienen en belastingen betalen, dat spoort me aan om hard te werken.”

Jullie zijn allebei voor jullie passie gegaan, zonder je te laten tegenhouden door praktische bezwaren.

Santos: “Klopt.”

Embrechts: “We hebben allebei een flinke drive. Onze job is ook één en al emotie. Ik vind het heel mooi om dat bij hem te zien, maar tegelijk denk ik: hij hangt eraan. Je scheert soms hoge toppen en de volgende dag zit je in zak en as. Het is niet de simpelste weg in het leven, maar ik zie ook dat hij geen andere optie heeft.”

Kun jij goed met teleurstellingen om, Luis Oscar?

Santos: “Die hebben me nooit echt geraakt. Op mijn 11de deed ik mee aan The ­Voice Kids, en toen ik uitgeschakeld werd, deed dat me weinig. Ik dacht vooral: ik heb het toch maar mooi meegemaakt. Ik weet dat ik nog alle tijd van de wereld heb.”

Embrechts: “Ik was zó ongerust toen hij eraan meedeed. Hij was nog klein en fragiel, maar hij zei: ‘Ik wil het proberen en aan de wereld laten zien dat ik van muziek hou.’ Daar had ik weinig tegen in te brengen.

“Ik heb ook veel van hem geleerd: ik ben zelf veel meer een pleaser, terwijl hij daar zo goed als geen last van heeft. Da’s een grote kracht, want iedereen heeft vandaag zo snel zijn oordeel klaar. Maar het glijdt van hem af als water van een eend.”

Waar komt dat zelfvertrouwen vandaan?

Santos: “In de lagere school en de eerste jaren van het middelbaar had ik nog geen vaste vriendengroep...”

Embrechts: “Je werd gewoon gepest.”

Santos: “...maar in het vierde middelbaar leerde ik enkele mensen kennen die heel goede vrienden zijn geworden. Ze waren net als ik meer op zichzelf gericht en stuk voor stuk gepassioneerd bezig. Ze focusten zich daarop in plaats van op, euh, puberale zaken. Zij hebben me veel zelfvertrouwen gegeven.

”Ook zelf nummers schrijven heeft me veel bijgebracht. In het begin deed ik dat vooral voor de fun, maar het is snel een uitlaatklep geworden. Ik kan er mijn gevoelens en gedachten in kwijt. Dat heeft me geholpen om sterker in mijn schoenen te staan.”

Embrechts: “Ik vind het knap dat hij dat kan. Mij heeft het jaren gekost voor ik durfde te zeggen: ik kan iets. Ik was altijd geneigd om mijn talenten te minimaliseren, zodat ik zeker niet arrogant gevonden zou worden. Ik zeg dat ook vaak tegen hem: ‘Let op dat ze je niet te arrogant vinden.’ Maar...”

Santos: “Ik ben gewoon goed in wat ik doe, dus ik mag dat zeggen (lacht).”

Luis Oscar, jij was fan van de Zweedse dj en producer Avicii, die bezweek onder de stress van het artiestenleven en op zijn 28ste uit het leven is gestapt. Kun jij je iets bij die druk voorstellen?

Santos: “Nee, maar door zijn dood besefte ik voor het eerst dat het leven van een muzikant niet alleen glitter en glamour is. Veel artiesten sterven jong, maar ik kan me niet voorstellen dat ik in de komende tien jaar zou sterven.”

Embrechts: “Liever niet (lacht). Ik ben om die reden ook wel blij dat hij is gestopt met dj’en. Met alle respect voor dj’s, maar een zanger moet toch meer naar zijn lichaam luisteren. Als je live moet zingen, kun je niet nachtenlang op stap gaan. Daarnaast vind ik de muziek die hij nu maakt veel aangenamer om naar te luisteren. Van zijn 8ste tot zijn 11de heeft hij alleen maar naar Skrillex (Amerikaanse producer, red.) geluisterd. Gruwelijke muziek, ik werd er bij momenten gek van.”

Hoe is het om als moeder de zielenroerselen van je zoon in zijn songteksten weerspiegeld te zien?

Embrechts: “Ik doe geen grote ontdekkingen, maar ik vind het wel leuk dat ik aan zijn muziek kan horen hoe het met hem gaat. Veel van zijn songs gaan over de afgesprongen relatie met zijn eerste lief. Ik ben zo blij dat hij dat ergens in kwijt kon en het verlies, de boosheid en het afscheid in zijn nummers heeft kunnen steken. Mijn moeder belt me wel soms ongerust als ze een nummer van Luis Oscar heeft gehoord: ‘Zeg, Tine, hij is toch niet depressief? Moet ik mij zorgen maken?’ (lacht)”

SEKS OP TV

Luis Oscar, heb je naar de aflevering van Waarom wachten met je mama en je opa gekeken?

Santos: “Nog niet, maar ik wil die wel graag zien.”

Embrechts (pruilt): “Mijn kinderen kijken nooit naar mijn programma’s.”

Santos: “Da’s niet waar. Ik heb alle sketches van de zatte madammen in De ideale wereld gezien.”

Embrechts: “Omdat die maar drie minuten duren.”

Tine, in die aflevering van Waarom wachten zei je dat je ouders hun kinderen nooit getoond hebben dat ook zij weleens met het leven worstelden. Dat vond je een gemis.

Embrechts: “Ik heb een heel fijne jeugd gehad en mijn ouders vormen nog altijd een mooi koppel, maar ik miste openheid en kwetsbaarheid bij hen. Ze lieten het nooit zien als ze eens een slechte dag hadden of als er iets tegenzat. Toen ik zelf kinderen had, vond ik het lastig dat niet altijd alles perfect was. Ik heb er lang van afgezien dat ik ze geen even idyllische jeugd heb kunnen geven.

“Zelf heb ik me wel altijd kwetsbaar getoond, en af en toe kon ik ook niet anders. Nadat ik gescheiden was, had ik het soms erg moeilijk. Ik wilde hen niet te veel belasten, maar ze mochten wel weten dat het in het leven niet altijd over rozen gaat. Een kind mag weten dat een ouder ook maar gewoon een mens is die fouten maakt. Wij doen ook maar wat. Het kan bevrijdend zijn om dat in te zien.”

Hebben je ouders je te veel beschermd?

Embrechts: “Misschien – ik zeg dat overigens in alle liefde, want het zijn twee schatten van mensen – maar zij hebben zelf nooit met hun ouders over gevoelens of relaties gepraat.

“Nu, Luis Oscar hoeft niet alles met mij te delen, maar ik wil hem wel het gevoel geven dat hij dat kan als hij het wil. Ook als het niet goed gaat of hij het even niet meer weet.”

Ervaar jij dat ook zo, Luis Oscar?

Santos: “Ik kan goed met mijn mama praten, ja. Met mijn papa ook trouwens. En zelfs met Laurent (Bailleul, de partner van Tine, red.).”

Laurent Bailleul (komt net voorbij): “Zélfs?”

Embrechts: “Jij mag je niet moeien. Jij bent hier niet.”

Santos: “Ik heb niet het gevoel dat ik me sterk moet houden of zo. Ik weet gewoon dat mama het beste met mij voorheeft. Als ik goed nieuws heb, bel ik altijd eerst naar mijn mama of papa. En als er ooit slecht nieuws komt, zou ik ook eerst naar hen bellen.”

Embrechts: “Nee, bel dan maar naar iemand anders (lacht).”

Er bestaat ook iets als té open zijn. Ik heb begrepen dat jullie samen de tv-serie Sex Education hebben gebinged?

Embrechts (lacht): “Dat was in de ­coronaperiode.”

Santos: “We hebben wel even moeten zoeken naar series die we samen konden bekijken.”

En alleen bij Sex Education klikte het?

Santos (lacht): “Tja, ik weet ook niet waarom.”

Embrechts: “Het is gewoon een goede serie. Maar Emilio is na de eerste aflevering weggelopen: ‘Dit wil ik nooit meer met jullie zien!’ Bij de tweede aflevering kwam hij er wel weer bij zitten.

“Trouwens, té open zou ik pas zijn als ik bij mijn kinderen zou informeren naar hoe de seks gisteren was.”

Vind je het belangrijk dat je mama trots op je is?

Santos: “Ik wil haar graag trots maken, ja. Een kind wil sowieso dat zijn ouders trots zijn. Wij hebben onlangs veel gesprekken gevoerd over stoppen met studeren, zelfstandig worden en het onzekere muzikantenbestaan. Dan is het leuk als ik kan tonen dat het me ondanks de moeilijkheden toch aan het lukken is, omdat ik weet dat mama daar bezorgd over is.”

Embrechts: “Ik ben niet ongerust. Ik wil hem alleen op de gevaren en de valkuilen wijzen.”

Vind je het moeilijk om hem los te laten, Tine?

Embrechts: “Nee, maar ik kan alles nog vanaf de eerste rij volgen. Ik vind het heerlijk dat hij zijn wereld naar huis brengt en hier met Laura Tesoro of Francisco Schuster zit te werken.

“Ik ben blij dat ik hem zelfstandig zie worden, want ik heb twee kleine kindjes die veel tijd en energie vragen. Ook heerlijk, maar ­dankzij mijn oudste zonen weet ik nu dat uit die opvoeding een prachtige jongvolwassen man voortkomt. Dat geeft veel voldoening.”

Zal er ooit nog een moment komen dat je je tegen je mama of papa afzet, Luis ­Oscar?

Santos: “Ik denk het niet. Ik ben nooit een moeilijke puber geweest en heb nooit redenen gehad om me tegen hen af te zetten. Ze helpen me vooral op mijn eigen benen te staan.”

Embrechts: “Waarom gaan pubers puberen? Eén van de ­redenen is dat ze weinig begrip ervaren. Ik denk dat ik altijd begripvol ben geweest. Natuurlijk was ik bezorgd over de impact van mijn scheiding op hen, maar ook daar heeft Luis Oscar heel goed op gereageerd. Toen ik hem vertelde dat zijn papa en ik niet meer samen waren, antwoordde hij: ‘Oké, dat is jullie leven. Ik heb mijn eigen leven.’”

Wil je zelf ooit kinderen, Luis Oscar?

Santos: “Ja, graag. Ik zeg niet dat het mijn grote levensdoel is, maar het is wel van het mooiste dat je kan overkomen in het leven. Mama en Laurent hebben samen twee kindjes en...”

Dat schrikt je niet af?

Santos: “Nee, integendeel.”

Embrechts: “Blij dat je dat zegt, want jij kunt er ook niet naast kijken dat het soms kleine monstertjes zijn die elkaar enthousiast de hersens inslaan (lacht). Of dat opvoeden heel vermoeiend kan zijn. Nu ook weer: wij slapen al drie weken amper omdat onze jongste nachtangst heeft. Ik zou denken dat dat je afschrikt.”

Santos: “Nee, hoor. Het heeft wel iets, zo’n miniversie van jezelf op de wereld zetten.”

Zou je iets anders aanpakken dan je moeder?

Santos: “Ik kan niet met­een iets bedenken.”

Embrechts: “Dat weet je ook pas als je zelf kinderen hebt. Dan word je in één klap geconfronteerd met alles wat je wel en niet hebt meegekregen. Ik kijk er nu al naar uit om over twintig jaar zo’n wandeling te maken met mijn kinderen, als ik met mijn vader heb gemaakt, want uiteraard heb ook ik één en ander niet goed gedaan. Ik ben allesbehalve de perfecte ouder, maar dat zal ik dan wel te horen krijgen, zeker? (lacht)”

© Humo