Waarom het WK wielrennen in 2030 bijna zeker in Brussel wordt gereden

Wereldkamioen Remco Evenepoel op de Grote Markt in Brussel. Hét gezicht van het WK 2030? ©  getty
Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

De internationale wielerbond UCI maakt volgend jaar bekend wie het WK wielrennen van 2030 mag organiseren. Brussel is topfavoriet.

1. Komt het WK zeker naar Brussel?

Iedereen verwacht van wel. De toewijzing van het WK wielrennen verloopt anders dan die van de Olympische Spelen of het WK voetbal. Gaststeden voeren hun campagne meestal niet in het openbaar – dan lijden ze geen gezichtsverlies als ze ernaast grijpen. Toch kondigde de Brusselse burgemeester Philippe Close (PS) in april openlijk de kandidatuur van Brussel aan. Hij lijkt zeker van zijn stuk. ‘De kansen van Brussel liggen hoog’, zegt ook Tom Van Damme, voorzitter van de Belgische wielerbond KBWB. ‘België is een van de stichtende leden van de UCI en heeft bij de internationale wielerbond een goede reputatie. Bovendien is de UCI gevoelig voor symboliek. Dat België in 2030 tweehonderd jaar bestaat, speelt in ons voordeel.’

De doorslaggevende argumenten zijn zakelijker: het wielrennen floreert in ons land. Sportief scheren we hoge toppen, sponsors staan in de rij. De Belgen staan ook bekend als ervaren organisators: het WK in Leuven twee jaar geleden was een ongelooflijk succes. ‘Het beste wereldkampioenschap ooit’, zei UCI-voorzitter David Lappartient. Het helpt dat België de neus niet ophaalde voor kleinere wieler-WK’s zoals het Mountain Bike Eliminator World Championships in 2019 en 2020, het WK gravel in 2024 en talloze wereldkampioenschappen veldrijden.

De beslissing zou oorspronkelijk vallen op het UCI-congres van donderdag 3 augustus in de Scottish Event Campus in Glasgow. De stemgerechtigde UCI-leden volgen meestal het dagelijks bestuur van de UCI, namelijk voorzitter Lappartient en zijn team. De Fransman strijkt kandidaat-steden niet graag tegen de haren in: hij besloot WK’s per drie jaar toe te wijzen, zodat bijna elke kandidatuur kan worden ingewilligd. De wereldkampioenschappen van 2024 (Zürich, Zwitserland), 2025 (Kigali, Rwanda), 2026 (Montreal, Canada) en 2027 (Haute-Savoie, Frankrijk) liggen al vast. In Glasgow zouden 2028, 2029 en 2030 worden toegewezen. Intussen raakte bekend dat de UCI alleen het WK van 2028 zal toewijzen. Over de WK’s van 2029 en 2030 wordt pas volgend jaar beslist.

Brussel is de enige kandidatuur die vastgeklonken is aan één jaar, de andere kandidaten zijn flexibel. Denemarken en Ierland zouden in de running zijn, leert het lobbywerk achter de schermen. Het gerucht gaat dat Saudi-Arabië het WK van 2030 wilde, maar de Saudi’s hebben geen haast. Ze werken al aan een erg controversieel bod op het wereldkampioenschap voetbal van 2030. Het wielrennen krijgt binnenkort hoe dan ook zijn portie controverse te verwerken: in 2025 wordt in de Rwandese hoofdstad Kigali gestreden om de regenboogtrui.

Lees ook: Waarom Tadej Pogacar en Remco Evenepoel topfavoriet zijn voor het WK wielrennen (en niet Wout van Aert)

2. Wie betaalt?

Bij de aankondiging schatte burgemeester Close de organisatiekosten op 25 miljoen euro, een bedrag dat kenners van het dossier aannemelijk lijkt. Een begroting in detail is er niet, daarvan maakt men pas werk na de toewijzing. Er zouden vanuit de federale overheid middelen komen om van 2030 een Belgisch feest- jaar te maken, maar bedragen zijn niet bekend. We vroegen Close om een reactie, maar ‘het is te vroeg om daarover uitspraken te doen.’

Je engageren voor een event waarvan je niet weet hoe je het gaat betalen: is dat niet vreemd? ‘Wie de Brusselse politieke zeden kent, schrikt daar niet van’, zegt het Brusselse gemeenteraadslid Mathias Vanden Borre (N-VA). ‘Maar de factuur belandt bij de belastingbetaler. Begrijp me niet verkeerd: ik steun het WK. Een gelegenheid om Brussel positief in de aandacht te brengen, mag je niet laten liggen. Maar waar zal men geld vinden? Het Brussels Gewest is nagenoeg failliet. De stad Brussel heeft middelen, maar 25 miljoen is er niet op overschot.’ Het WK wielrennen werd niet behandeld op de Brusselse gemeenteraad, hoewel Close de aankondiging al deed in april. ‘De volgende gemeenteraad is pas in september, wanneer het WK al toegewezen is. Dat is geen correcte manier van werken’, vindt Vanden Borre.

Brussel hoeft die 25 miljoen niet in zijn eentje op te hoesten. Behalve bij de federale overheid kan de stad ook langsgaan bij wielersponsors zoals de Nationale Loterij, Bpost en KBC. Buitenlandse gaststeden scheurden hun broek aan het WK wielrennen, maar insiders menen dat een Belgische organisatie normaal gezien geen put zal achterlaten. Bij het Leuvense WK vroeg de Vlaamse overheid om meerdere steden te betrekken. De tijdritten werden gereden tussen Knokke-Heist en Brugge, de start van de belangrijkste wegwedstrijden lag in Antwerpen. Het hielp de kosten te spreiden. Brussel lijkt evenwel niet van plan andere steden te laten meegenieten van de glorie.

Men zal in de aanloop naar het WK ongetwijfeld laten vallen dat de stad Brussel er ook wat aan verdient, via hotel- reserveringen, een groter horecaverbruik en stadsmarketing. Maar de baten van sportevenementen vallen moeilijk te becijferen. Sporteconomen menen dat de terugverdieneffecten sterk worden overschat.

3. Waarom zijn ze ontgoocheld in Beringen?

Er bestaan twee grote Belgische sportorganisatoren: Golazo en Flanders Classics. Golazo, dat zijn hoofdkwartier heeft in Beringen, is veruit de grootste. Het Limburgse bedrijf organiseert onder meer de Antwerp 10 Miles, de Memorial Van Damme en de Zesdaagse van Gent. Zeker in de wereld van de amateursportevents is Golazo onaantastbaar. Flanders Classics staat sterk in het wegwielrennen, want het heeft nagenoeg alle Vlaamse voorjaarskoersen in portefeuille. Het bedrijf van Wouter Vandenhaute verovert een almaar groter deel van de veldritkalender, waar het nadrukkelijk in concurrentie gaat met Golazo, dat zo’n 20 crossen organiseert. Golazo verovert dan weer terrein in het wegwielrennen. De Limburgers organiseren in België twee meerdaagse wielerrondes: de Baloise Belgium Tour en Renewi Tour (vroeger bekend als de Benelux Tour).

Er is discussie wie van de twee organisatoren er het eerst aan dacht om het WK wielrennen van 2030 naar Brussel te halen. ‘Op 8 november 2022 diende Golazo een letter of interest in bij de UCI. Daarmee geef je aan dat je een kandidatuur voorbereidt. Het is de officiële eerste stap’, vertelt Golazomanager Christophe Impens over hun gefnuikte dossier. ‘Iedereen die in het lager onderwijs heeft opgelet, weet dat in 2030 tweehonderd jaar België wordt gevierd. Het leek een uitgelezen kans om overheden warm te maken voor een groot sportevenement.’ Impens trok naar het kabinet van de eerste minister en naar dat van de Brusselse minister van Begroting. ‘Zowel Alexander De Croo als Sven Gatz (beiden Open VLD) bleken gecharmeerd door het idee. Beiden schreven een letter of support, waarmee ze zich formeel achter onze kandidatuur schaarden.’

Wouter Vandenhaute bewandelde een ander pad. De topman van Flanders Classics passeerde de overkoepelende instanties, die wellicht een flink deel van de rekening zullen oppikken, en zocht contact met de Brusselse burgemeester Philippe Close. Die twee zien elkaar vaak. Close is lid van de raad van bestuur van voetbalclub Anderlecht, waar Vandenhaute voorzitter van is. In april belegden Close en Vandenhaute een persconferentie waarop ze de kandidatuur van Brussel bekendmaakten. Flanders Classics organiseert het WK van 2030. Toch gaat Golazo het niet hard spelen, ondanks hun letters of support en letters of interest. ‘Wij nemen dit sportief op’, vertelt Impens. ‘De burgemeester van de organiserende stad kiest voor Flanders Classics. Dat is zijn volste recht, het is een vrije markt. Blijkbaar vond men dat Golazo al erg veel organiseerde in de stad Brussel (de Baloise Belgium Tour finisht in Brussel, de Memorial Van Damme vindt plaats op de Heizel, nvdr). De federale overheid en het Brussels Gewest zagen in ons een geschikte partner, maar zij zullen uiteraard volgen wat de stad Brussel beslist.’ Flanders Classics reageerde niet op onze vragen.

Tadej Pogacar. Op zijn 32e kan hij nog wereldkampioen worden in Brussel.
Tadej Pogacar. Op zijn 32e kan hij nog wereldkampioen worden in Brussel. © getty

4. Waarom het WK niet samen organiseren?

Het zo succesvolle WK in Leuven was een duo-organisatie tussen Golazo en Flanders Classics. De twee concurrenten kunnen ook samenwerken. Met We Ride, dat toertochten organiseert op het parcours van de Vlaamse wielerklassiekers, gingen ze zelfs een structurele samenwerking aan. Golazo hoopt alsnog bij de organisatie van het WK 2030 betrokken te worden. ‘Vrij snel na de persconferentie heb ik Wouter Vandenhaute uitgenodigd voor een koffie’, vertelt Impens. ‘Ik zei: “We weten dat jullie kandidatuur de steun heeft van de burgemeester van Brussel en daar hebben wij ook geen enkel probleem mee. Maar jullie beseffen ook dat onze expertise die van jullie goed aanvult. Wij kunnen een meerwaarde betekenen bij deze organisatie. Ik reik Flanders Classics bij deze de hand.” Wouter heeft niet ja of niet nee gezegd, maar dat vind ik niet raar: 2030 is nog ver. Het grote werk begint pas twee jaar voor zo’n event, maar eens het op gang komt, is het een enorme klus: medewerkers werven, sponsors overtuigen, een detailbudget opstellen, onderhandelen met leveranciers. Het zou me niet verbazen als Flanders Classics finaal besluit dat helpende handen welkom zijn.’

5. Waarom knarsetanden de andere sporten?

Wel meer federaties hadden het idee om in 2030 een groot toernooi naar België te halen. Er is een momentum: de federale overheid ziet graag dat het feestjaar met evenementen wordt opgeluisterd. Maar de middelen zijn niet onbeperkt. Het wielrennen was er snel bij om 2030 te claimen. Dat moest ook: het wieler-WK wordt nu eenmaal vroeg toegewezen. Andere federaties vrezen dat het wielrennen hen de pas afsnijdt. ‘Iedereen weet dat 2030 een jaar van opportuniteiten is. Het wielrennen speelde snel op de bal, ja. Men kan ons niet kwalijk nemen dat wij voor onze sport ijveren’, reageert Tom Van Damme van de Belgische wielerbond. België ontvangt niet vaak internationale topsporttoernooien, tenzij voor sporten op twee wielen. En het WK van Leuven is tenslotte nog maar twee jaar geleden.

Dat het wielerwereldkampioenschap opnieuw naar België komt, is volgens Van Damme geenszins te snel. ‘De koers ligt de Belgen na aan het hart’, zegt hij. ‘Waarom was de UCI meteen enthousiast? Omdat men weet dat Brussel 2030 een gegarandeerd succes wordt, met fans die rijen dik staan. Ik heb begrip voor mijn collega’s bij andere sportfederaties maar het begint bij deze nuchtere waarheid: als je over een sterk dossier beschikt, dan raakt je organisatie wellicht wel van de grond. Is je dossier zwak, dan lukt het niet. Niet in 2030 en niet in een ander jaar.’ Ook bij Golazo, dat dit jaar in België het WK breaking (dans) organiseert en volgend jaar het WK gravel (wielrennen), zien ze geen fundamenteel probleem. ‘Op het WK wielrennen in Leuven waren er acht hoofdsponsors’, zegt Impens. ‘Er zit natuurlijk een limiet op hoeveel events een bedrijf kan ondersteunen, maar hoeveel bedrijven zijn er in België? Tienduizend? De vijver is groot genoeg.’

6. Wie wint het WK van 2030?

Het is nog lang, maar toch kan iemand van de huidige generatie het WK van 2030 nog winnen. Remco Evenepoel zal dan 30 jaar zijn, Tadej Pogacar 32. Voor Wout van Aert (36) of Mathieu van der Poel (35) wordt het nipt. Evenepoel is een halve Brusselaar: van Schepdaal naar de Grote Markt is maar een goeie tien kilometer. Het ligt voor de hand dat de huidige wereldkampioen het gezicht van het WK van 2030 wordt. Evenepoel heeft zonet de R.EV Brussels Cycling Academy opgericht, een project om Brusselse kinderen op de fiets te krijgen, met de droom een selectie te versieren voor het WK van 2030. De wieleracademie vertrok vanuit het bedrijf van Evenepoel zelf: zijn R. EV Ride is een geoliede machine, met persoonlijke sponsors die zich voor jaren met hem verbonden. De organisatie van de evenementen zelf is een samenwerking tussen… Golazo en de stad Brussel.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content