Direct naar artikelinhoud
RecensieRammstein

Rammstein in Boudewijnstadion: geluidsgolven vanaf tribune Zalando-gewijs terug naar afzender ★★★★☆

Rammstein in Boudewijnstadion: geluidsgolven vanaf tribune Zalando-gewijs terug naar afzender ★★★★☆
Beeld Alex Vanhee

Deze week staat de Duitse metalband Rammstein driemaal in een uitverkocht Koning Boudewijnstadion.

Lange tijd las ik in Rammstein het zeldzame bewijs dat er ergens ook Duitsers van de band rollen mét een gevoel voor humor. Oppenheimer van schijn, Barbie in zijn: ironie in hun leedwezen, scherts in hun toorn, en een onderscheid tussen mens en kunstenaar dat musste sein. Extreem luid, ongelooflijk dichtbij. Je kon bang zijn van Rammstein, maar toch ook lachen. Zoals bij de beste horrorfilms. Of het gezicht van Luc Appermont.

Sinds een maand of twee, echter, voelde het merkbaar anders aan: Rammstein, een groep met meer dubbele bodems dan de kofferbak van een Trabant, werd tegen het licht gehouden, en wat er te zien was, oogde nauwelijks fraai. Gestript van alle ironische vernis en dichterlijke vrijheid, en gevat in kille zwarte inkt op weinig vergeeflijk wit papier, of wat het digitale equivalent daarvan ook moge wezen, riepen de teksten van Lindemann vooral vragen op.

Na de aantijgingen van seksueel misbruik tegen hem, meerdere intussen, en de start van een officieel onderzoek, was de vraag: waar eindigt de mens eigenlijk en begint de artiest? Is er wel een onderscheid? En zoniet, hebben wij die illusie dan op Rammstein geplakt, of zij? Kijk niet naar mij, ík stel hier de vragen.

Lees ook:

Ondanks petities staat hij vanavond in uitverkocht Koning Boudewijnstadion: de duistere kant van Rammstein-zanger Till Lindemann

Wanneer talent een verzachtende omstandigheid wordt: ‘Ik denk niet dat Lindemann de duivel is’

‘Rammstein rekruteerde met regelmaat jonge vrouwen, zodat zanger met hen seks kon hebben’: Till Lindemann onder vuur

Aan het concert van Rammstein in het Koning Boudewijnstadion, het eerste van drie, gingen voor de verandering eens geen protesten vooraf. Eerder viel er her en der te lezen dat drieduizend verkochte tickets alsnog adoptie zochten, maar na een blik op het aardig volgelopen stadion, was ik sneller geneigd om daar een blijk van ontevredenheid in te zien over de meteorologische eigenheden van de zomer van 2023, dan te vermoeden dat er een grootschalig statement mee gemoeid was.

Opvallend hoe Rammstein, drie jaar ver in de roaring twenties en bijna dertig jaar na oprichting, in de samenstelling van hun fanschare even discriminerend is als Monopoly: iedereen van 8 tot 88 mag intekenen.

Er was in het Koning Boudewijnstadion meer leder voorhanden dan in de gemiddelde koeienstal, maar voor het overige blonk de massa uit in verscheidenheid. Opvallend veel ouders met kinderen. Of kinderen met hun ouders, wie zal het zeggen. Tijdens het wachten op ‘Music for the Royal Fireworks’, de Händel-deun waarmee de groep tegenwoordig de werkdag aanvat, hoorde ik mijn buurman tegen zijn vriend de trekkertrek in Balen aanprijzen voor komend weekend. Álle soorten mensen, wil ik maar zeggen.

Rammstein in Boudewijnstadion: geluidsgolven vanaf tribune Zalando-gewijs terug naar afzender ★★★★☆
Beeld Alex Vanhee

Maar das warten hat ein ende, en een wurst zelfs zwei: wie op voorhand de nummerkeuze van de voorgaande concerten opgesnord had, wist dat ‘Rammlied’ zou volgen. De rest van de band stapte te voet het podium op, Lindemann niet: die nam de lift naar beneden vanuit de centrale toren achter het podium. Uit zijn mond, bij elke nieuwe strofe: fel licht. Zijn tandarts draagt vast een zonnebril tijdens de controle. ‘Links 2-3-4’ zwengelde de intussen vertrouwde loopband aan van toetsenist Flake Lorenz, de gebruikelijke risee in Circus Rammstein die in ruil voor alle geleden schade als enige in het goud mag optreden.

Dingen die te ver gaan

Over de betrouwbaarheid van zíjn moreel kompas spreek ik me intussen ook al niet meer uit, maar Lorenz’ vastberadenheid om elke dag toch zijn tienduizend stappen te halen, blijf ik bewonderenswaardig vinden. In ‘Bestrafe Mich’ mepte hij Lindemann op de rug met een zweep. Voor u het vraagt: nee, ik moest eerder denken aan Basil Fawlty die zijn stilgevallen auto te lijf ging met een tak dan dat ik er een erotische lading in bemerkte.

‘Giftig’ en ‘Sehnsucht’ passeerden, voor hun doen geruisloos, maar in ‘Mein Herz Brennt’ ontdekte Lindemann het Bengaals vuur. Moet je mee oppassen, want voor je het weet heb je een stadionverbod aan je been. Ook nu ging in ‘Puppe’ een kinderwagen in de hens: goede smaak is, zoals toediening van royale porties Flamigel, te allen tijde facultatief bij Rammstein.

Een ambachtelijk momentje voor drummer Christoph Schneider wel, dat laatste nummer. Van alle Duitsers is hij de dapperste: na de aantijgingen tegen Lindemann, was hij de enige die zijn fans een persoonlijke mededeling gunde. Hij geloofde niet dat er strafbare feiten waren gepleegd, zei hij daarin.

Maar, zo bekende hij tegelijk, er waren wel dingen gebeurd die hij persoonlijk te ver vond gaan. Dat, en dat Lindemann zich de voorbije jaren van de groep had losgetrokken, wat Schneider kennelijk triest stemde. Dat je als drummer al de stem van de rede moet zijn. Of het er iets mee te maken had, weet ik niet, maar ik kon me in het Boudewijnstadion niet van de indruk ontdoen dat Lindemann op tijd en stond door de grond zakte. Niet van schaamte, er zat gewoon een hydraulische lift verborgen in het podium.

Dingen die te ver gaan
Beeld Alex Vanhee

Nu, er zakte wel vaker iets in die avond. Het concert van Rammstein in het Koning Boudewijnstadion was, je zou er nog van opkijken, namelijk niet smetteloos. Waar liep het dan mis met de Duitsers? In deze eeuw, bedoel ik dan? In ‘Angst’, toen je er ineens niet meer omheen kon dat je op de middenstip van het Koning Boudewijnstadion stond, en dat het deze keer eens de Duitsers waren die verloren.

In de eerste plaats van de akoestiek, die de afgeleverde geluidsgolven vanaf de tribune weer Zalando-gewijs terugstuurde naar afzender. ‘Zeit’ zat met hetzelfde euvel. Het zijn de kwalen van de omgeving, maar de mantel der Liebe reikt anderzijds ook niet zover dat ik bereid was om voorbij dat beroerde ‘Deutschland’-intermezzo te kijken: de puf was er al uit, en dan werd je ook nog eens in de wacht gezet terwijl gitarist Richard Kruspe zijn innerlijke Patje Krimson aan de lijn probeerde te krijgen vanachter een draaitafel. Wie zich tot het pissijn diende te wenden om de hond te lossen, deed dat.

Wie liever onder het podium de hond over de kop liet aaien, deed dat wellicht ook; we zullen achteraf wel het resultaat lezen in het gerechtelijk onderzoek, maar de kans is reëel dat Lindemann zich in dat geval meer amuseerde dan ik. Dat het gerecht in Duitsland nog geen onderzoek heeft geopend naar die idiote choreografie waar de rest van de groep intussen in verwikkeld was, mag trouwens ook eens aan de kaak gesteld worden.

De landerigheid die daarmee over het Boudewijnstadion neerdaalde, alsof Roberto Martínez er nog altijd thuis was, bleef hangen in ‘Deutschland’ en ‘Radio’. Het duurde tot ‘Mein Teil’, en de intussen klassieke truc met de terrine, eer er weer, euh, vuur in kwam. Lorenz ging als vanouds de ketel in, terwijl Lindemann met een aan de Looney Tunes schatplichtige komische timing en een resem groter wordende vlammenwerpers het pitje probeerde aan te steken.

Niet zonder risico: naar verluidt zijn er al sterrenchefs die zich boven het fornuis laten inspireren door Rammstein om zelf hun personeel te lijf te gaan. ‘Du hast’ tikte moeiteloos binnen, en ‘Sonne’ was ook los van het auditieve verzengend door de vele vlammen. Rammstein heeft een vast energiecontract voor gas, en ze willen dat u dat weet.

Dingen die te ver gaan
Beeld Alex Vanhee

Dan: nieuw intermezzo, terwijl de groep buiten beeld de tram nam naar het kleine middenpodium in het publiek. Bij aankomst volgde een pianoversie van ‘Engel’, met bijstand van voorprogramma Abélard. Aardig hoor, maar het onderstreepte tegelijk waarom Rammstein het meer moet hebben van Koning Boudewijn dan van Koningin Elisabeth. Gott weiß ich will kein Pierre-Alain Volondat sein. Met rubberbootjes vingen ze daarna de oversteek aan richting hoofdpodium en ‘Auslander’, over de hoofden van het publiek, en bij aankomst met één extra verstekeling aan boord. Vooralsnog geen pushbackbeleid bij Rammstein, maar die ietwat belegen gitaarsolo aan het eind van Kruspe werkte anders ook wel als ontmoediging.

Tijdens ‘Du Riechst So Gut’ gebeurde dan weer iets dat ik nog maar zelden heb gezien. Tussen twee intermezzo’s door leek de vermoeidheid erin geslopen bij Lindemann: een lankmoedigheid die in ‘Ohne Dich’ zelfs even overhelde richting tristesse. Mijn innerlijke clickbait-redacteur begon meteen speculatieve slogans te kreten: ‘Zouden de voorbije maanden er dan toch ingehakt hebben?!’ Nu ja, misschien miste hij wel gewoon zijn volautomatisch spermakanon. ‘Ohne Dich’, zoals u weet, vervangt tegenwoordig wegens bekende redenen ‘Pussy’ in de setlist. Mij hoor je daar niet over klagen, want stiekem vind ik het toch maar een kutnummer. De sardonische woordspelingen en tekstwijzigingen waarover uitvoerig bericht werd op voorhand, liet Lindemann trouwens helemaal achterwege donderdag.

Voor verdere introspectie hing er echter te weinig zuurstof in de lucht. ‘Rammstein’ – het nummer – had vlammenwerpers op Lindemanns rug én in de gitaren, maar ‘Ich Will’ droeg de tekstflard in zich waar je achteraf alsnog kon doorbomen: ‘Wir wollen dass ihr uns vertraut’. Lindemann oogstte er breed bijval mee, maar persoonlijk neig ik nog even naar: ‘Oké hoor, but at least buy me dinner first.’ Het voordeel van de twijfel, heet dat. Maar het aperitief mag hij toch houden. Misschien nog het sprekendste was de conclusie die ik overhield na ‘Adieu’, na de monumentaal droge knal om de buren te laten weten dat het erop zat. Een kleine twee maanden geleden dacht ik nog dat Rammstein misschien weleens voor het laatst in Brussel zou staan deze week. Na donderdagavond dacht ik dat ineens niet meer. Wat dáárvan te denken, daar ben ik nog niet uit.

Dingen die te ver gaan
Beeld Alex Vanhee