Direct naar artikelinhoud
De gedachteStavros Kelepouris

Siegfried Bracke lijkt niet te beseffen dat zijn rechtszaak bijdraagt aan de antipolitiek. Of het kan hem niet veel schelen

Stavros Kelepouris over Siegfried Bracke: ‘Het gaat om ‘de macht’ die zichzelf goed bedient, zelfs als Bracke niet persoonlijk de handtekening heeft gezet onder zijn eigen royale regeling.’Beeld Eva Beeusaert / Damon De Backer

Stavros Kelepouris is journalist.

Ook in de meest politiek nieuwsluwe weken van het jaar maakt het politiek bedrijf brokken. N-VA’er Siegfried Bracke is een rechtszaak gestart om zijn pensioenvoordelen als oud-Kamervoorzitter te behouden. “Ik ben zeker van de afloop. De Kamer heeft een eindeloze reeks fouten gemaakt en talloze rechtsprincipes geschonden”, laat Bracke in Het Nieuwsblad optekenen.

Het schandaal rond de pensioenbonussen gaat over een vergoeding voor oud-Kamervoorzitters en een beperkte groep ambtenaren. Zij hadden volgens het systeem recht op een aanzienlijke vergoeding na hun ambtstermijn, en vanaf een bepaalde leeftijd.

Bracke heeft die vergoeding altijd verdedigd. Hij had er nu eenmaal recht op, klonk het. Dat is natuurlijk helemaal waar: het systeem bestond, de uitgaven waren goedgekeurd door het parlement, en Bracke voldeed van begin tot einde aan de criteria om het geld te ontvangen. Maar de kanttekening is dat het systeem opgezet was om het bestaande pensioenplafond te omzeilen. Het was als het ware ‘in den duik’ tot stand gekomen om een wettelijk maximum aan hun laars te lappen en was daarna telkens onder de radar door blijven bestaan.

‘Voldoen aan de criteria’ is dan wel een heel cynisch argument. Vertrouwen in de politiek en de machtscentra van ons land zijn een essentiële pijler van onze democratie. Dat vertrouwen staat al zo lang onder druk. De pensioenbonussen maken dat probleem enkel groter: het gaat om ‘de macht’ die zichzelf goed bedient, zelfs als Bracke niet persoonlijk de handtekening heeft gezet onder zijn eigen royale regeling.

In De Morgen liet de oud-Kamervoorzitter eerder al optekenen dat er niets duisters aan die vergoeding was: ze was nu eenmaal jaarlijks goedgekeurd door het parlement, het hart van onze volksvertegenwoordiging. Parlementsleden die plots schande riepen, hadden het al die jaren kunnen tegenhouden. Ze hoorden het dus te weten? “Ah ja natuurlijk”, riep Bracke volmondig.

Lees ook

Siegfried Bracke over pensioenbonus: ‘Ik ga me niet laten slachten omwille van partijtrouw. Il y a des limites’

Hoe pensioendiscussie vooral een generatiekloof blootlegt: ‘Het zijn de oudere beren die daarover brommen’

Maar in hetzelfde interview met De Morgen zei Bracke ook dat het geen zelfbediening kon zijn, want: “Ik wist zelf van toeten noch blazen. Ik heb op 27 mei 2019, na mijn einde als Kamervoorzitter, vernomen dat dat bestond.” Kamervoorzitter Bracke, de primus inter pares van de Kamerleden - dezelfde Bracke die vond dat parlementsleden het hadden moeten weten, wist het dus zelf niet. Misschien was er dan toch iets duisters aan het hele zaakje?

Toch heeft Bracke geen ongelijk. Het wraakroepende aan deze zaak is óók dat de voltallige Kamer jarenlang dat systeem goedkeurde. Het stond in de begrotingsdocumenten enigszins onduidelijk omschreven, op een manier die bij de onoplettende lezer nooit echt argwaan zou oproepen. Maar misschien hadden er meer mensen wél moeten opletten? Dat zo’n systeem gewoon jaar na jaar goedgekeurd wordt zonder dat parlementsleden het zelf weten, toont voor veel mensen wellicht wat ze al eerder vonden: dat ze in Brussel allemaal te veel verdienen.

Het verhaal van de pensioenbonus is een festival voor de antipolitiek. Alleen lijkt Bracke niet te beseffen - of, ook mogelijk: het kan hem niet veel schelen - dat zijn rechtszaak daar enkel aan bijdraagt.