Direct naar artikelinhoud
AnalyseLopende zaken

Wie straks de balans opmaakt van de Vlaamse regering, zal concluderen dat Vlaanderen één ding écht nodig heeft

De Vlaamse minister van Begroting Mathias Diependaele en minister-president Jan Jambon in een begrotingsdebat in 2021. Gezien de noden in sommige sectoren is het de vraag of het Vlaamse geld her en der toch niet wat efficiënter zou kunnen worden gebruikt.Beeld Tim Dirven

Het brandt in de kinderopvang, het onderwijs kraakt en de jeugdzorg is een gapende wonde. En dat terwijl de helft van al het Vlaamse geld wel degelijk naar onderwijs en welzijn gaat. Hoe kan dat? Het is een vraag waar liefst een antwoord op komt voordat de volgende Vlaamse regering aan de slag gaat. Voordat het weer te laat is.

“Hallo, ik ben 10 jaar. Samen met mijn zusje dat 5 is werd ik thuis weggehaald omdat mama en papa vaak ruziemaakten, veel problemen hadden en daardoor niet goed voor ons konden zorgen. Andere volwassenen zeiden dat ze op zoek gingen naar een plek waar er beter voor ons gezorgd zou worden. Dat lijkt niet gemakkelijk.”

Het is bijna drie weken geleden dat in deze krant een opiniestuk verscheen dat zo begon, en wie het las kreeg instant een pijnlijke steek in de buik die nog steeds niet is weggetrokken. Een lange aanklacht was het, een noodkreet uit de jeugdhulp. Omdat er iedere dag weer kinderen zijn voor wie geen plaats wordt gevonden. Kinderen die in onveilige omstandigheden wonen, daar terecht worden weggehaald, maar vervolgens van het kastje naar de muur worden gestuurd.

Daar waar ze heen zouden moeten kunnen gaan, naar crisisopvang in jeugdvoorzieningen of pleeggezinnen, is geen plaats. In uiterste nood belanden ze – kerngezond – voor enkele dagen op de afdeling pediatrie in het ziekenhuis. Kwestie van ze toch even ergens veilig te kunnen onderbrengen.

Capaciteitstekort, te grote nood, te weinig middelen. Het is hetzelfde verhaal als in de psychische hulpverlening, waar volgens de Staten-Generaal Geestelijke Gezondheidszorg vorig jaar 5.000 mensen op de wachtlijst stonden – de wachttijd bedroeg tussen de één en drieëntwintig maanden.

Je ziet het ook in het onderwijs: in Antwerpen alleen al zullen er volgend schooljaar 4.000 plaatsen te weinig zijn in het secundair. Over woon-zorgcentra en uitgeblust zorgpersoneel praat bijna niemand meer, nu corona verworden is tot een nare herinnering waar we liefst niet meer te veel aan terugdenken.

De toestand in de kinderopvang kent u.

Zuur

Die laatste sector wordt nu al maandenlang beterschap en geld in het vooruitzicht gesteld. In september, misschien, kreeg minister Hilde Crevits (Welzijn, cd&v) dit voorjaar als antwoord van Mathias Diependaele (N-VA), de beheerder van de Vlaamse centen. Dan wordt de begroting voor het laatste jaar van deze legislatuur namelijk opgemaakt, een Septemberverklaring geschreven met daarin wat deze ploeg voor mei 2024 nog wil bereiken. Iets zal daarbij wellicht wel uit de bus komen, iedereen die straks aan tafel schuift beseft dat niets doen aan de situatie in de crèches geen optie is. Maar veel hoeven we niet te verwachten.

Dat heeft een aantal redenen. We staan om te beginnen aan de start van een verkiezingsjaar, waarin niemand een ander nog maar het kleinste succesje gunt. Zelfs in tijden van vrede betekent dat dat alles afgemeten wordt op een apothekersweegschaal – maar die tijden zijn het niet. Open Vld en cd&v vechten voor hun overleven, N-VA wil niets liever dan hen in de vernieling rijden. Bovendien hangt er een stikstofbom boven de hele Vlaamse regering die ieder ander dossier verziekt. Zolang dat niet van de baan is, hoeven we niet te verwachten dat eender welke partij iets gaat toegeven op een ander thema. En daarna misschien nog minder.

We kunnen dat zuur vinden en dat is het ook, maar los daarvan was het sowieso weinig waarschijnlijk dat er het komende jaar nog injecties zouden gebeuren die een wezenlijk verschil zouden maken voor pakweg de jeugdhulp of de woon-zorgcentra. De fundamentele beslissingen zijn vier jaar geleden, bij de start van deze regering, al genomen en vastgelegd in het regeerakkoord. Een minister kan binnen zijn bevoegdheid nog wel wat schuiven en andere accenten leggen, of het geluk hebben dat een begrotingscontrole gunstig uitvalt en een deel van die centen zijn of haar kant uitkomt.

Consultants

De kans dat er in de loop van een legislatuur nog grote potjes geld verschoven worden, is bijna onbestaande. Het zou raken aan politieke evenwichten, het zou betekenen dat de ene minister plots meer geld mag uitgeven en de andere minder, en dan komt het algemeen belang in botsing met dat van de partij. Moeilijk.

Ja maar, klinkt het dan ter verdediging, het zijn momenteel budgettair ook zware tijden. Corona, een oorlog in Oekraïne, een energiecrisis. Allemaal zeker waar. Maar het is niet zo dat er geen geld is. De Vlaamse regering beschikt ieder jaar weer over 62 miljard euro om uit te geven. Dat is in ieder mogelijk opzicht een smak geld. De vraag is hoe het wordt besteed.

Precies daarop is er de jongste maanden meer dan eens kritiek geweest. 38 miljoen euro voor een Vlaams Culinair Centrum, 4 miljoen voor juridisch advies van advocatenbureaus, 42 miljoen per jaar aan consultants allerhande, 500 miljoen euro waarborg aan chemiereus Ineos. Moeten externe partners zoveel geld krijgen, wanneer je administraties hebt van wie verwacht wordt dat ze decreten schrijven? Is het subsidiëren van een multinational een taak van de Vlaamse overheid? Is het te verantwoorden dat je miljoenen steekt in een culinair belevingsoord, wanneer baby’s geen plek hebben in de crèche en jongeren niet op school?

Ere wie ere toekomt: Mathias Diependaele (N-VA) heeft als minister van Financiën en Begroting stappen gezet om daar een onderbouwd antwoord op te formuleren, wars van buikgevoel en verontwaardiging. Hij voerde een subsidieregister in dat de burger meer transparantie moet bieden over wat er met zijn belastinggeld gebeurt. Daarnaast liet hij voor het eerst een grondige evaluatie uitvoeren van waar de Vlaamse middelen allemaal naartoe vloeien, hoe efficiënt ze ingezet worden en hoeveel ze opleveren. Het project kreeg de sexy naam ‘Vlaamse Brede Heroverweging’ mee en werd in september 2021 afgerond.

Het resultaat was volgens de SERV, de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen waarin werkgevers- en werknemersorganisaties vertegenwoordigd zijn, verdeeld. ‘De rapporten van de projectgroepen waren erg verschillend van kwaliteit. Sommige lezen meer als pleitnota’s over het belang van het eigen domein dan als kritische reflecties en bieden weinig stof tot verbetermogelijkheden of efficiëntiewinsten.’ De SERV ontwaarde een defensieve invalshoek, weinig conclusies en weinig kritische vragen. Dat mag niet helemaal verbazen: de evaluatie van de werking moest door de departementen zelf worden gemaakt.

Dat de politieke vertaling van dat werk vervolgens eveneens als ‘ontgoochelend’ en ‘vrij beperkt’ werd beoordeeld, kan vervolgens al helemaal niet verwonderlijk zijn. Men kan niet werken met wat er niet is.

Lobbygroepen

Dat is een ontzettend jammere zaak. Wie straks de balans opmaakt van het werk van deze Vlaamse regering, zal niet anders kunnen dan concluderen dat Vlaanderen één ding écht nodig heeft: een fundamenteel kerntakendebat en de bereidheid om indien nodig met budgetten te gaan schuiven. Het is namelijk een feit dat de helft van het volledige beschikbare Vlaamse budget al naar Onderwijs en Welzijn gaat. Het is op zijn minst bijzonder dat er precies daar fundamentele wielen afdraaien. Een gedegen – en dus best onafhankelijke – doorlichting zou kunnen aantonen of dat geld dan onvoldoende efficiënt wordt ingezet, of dat het budget in het geheel onvoldoende is, of wie weet een combinatie van de twee.

Maar naast bijzonder is die vaststelling ook zeer pijnlijk. We gaan hier niet cynisch doen over ‘wat we zelf doen, doen we beter’. Er zit intussen zoveel schimmel op die slogan dat zelfs de grootste regionalist hem niet meer zonder schaamrood durft te gebruiken.

Maar weet wel dat als Jambon I de eindmeet niet haalt, de oorzaak dan zal liggen bij de onenigheid over wie van de machtige lobbygroepen het meest bediend moet worden, boeren of industrie – en niet bij het feit dat de overheid faalt in wat ze primair hoort te doen: het beschermen van de allerzwaksten onder ons. Of hebt u intussen iemand horen dreigen dat ze uit de regering zullen stappen wanneer we twee kinderen van 5 en 10 niet eens een veilige thuis kunnen garanderen?

Lees ook:

Noodkreet uit de jeugdhulp: ‘We maken het heden van kinderen kapot, en nemen hun toekomst af’

Is het te verantwoorden dat je miljoenen steekt in een culinair belevingsoord, wanneer baby’s geen plek hebben in de crèche?