Alles wat Lotte Kopecky aanraakt, verandert in goud. In Glasgow letterlijk. In de puntenkoers pakte ze haar tweede wereldtitel na een zeer attente race, waarin ze met zelfvertrouwen, overzicht en dominantie koerste. Kopecky zit duidelijk in de flow, dat belooft voor wat komen gaat.

“Dat is niet zomaar gekomen, dit is het resultaat van jarenlang hard trainen. Ik ben er nu 28 en heb er jaren aan gebouwd. Ik heb vandaag redelijk afgezien hoor, want het was warm in de zaal”, lachte Kopecky. “Dit is een WK en dan telt eigenlijk maar één plaats: de eerste. Ik heb verstandig gereden en het juiste moment gekozen om in actie te schieten. In het begin wilde ik al wat punten sprokkelen voor het geval ik geen ronde zou kunnen pakken. Dan stond ik toch al tussen de mensen.”

Maar Lotte Kopecky pakte die ronde wel en moest op het einde enkel nog rekening houden met de Australische Georgia Baker. “Toen ik zes punten voorsprong had op haar, wist ik dat ik enkel nog haar in de gaten moest houden. (lacht) Ik weet dat het niet plezant is als één renster je zo in de gaten houdt. Maar ik moest enkel de schade zien te beperken en zat al met morgen (wanneer Kopecky het omnium rijdt, red.) in mijn hoofd.”

“Drie dagen zouden moeten volstaan om tegen zaterdag gerecupereerd te zijn”

Lotte Kopecky

Wat een luxe. “Tja, ik heb op dit WK al veel gegeven en ga mijn krachten nog nodig hebben. Ik had in die laatste sprints nog voluit kunnen gaan en dan was ik misschien met twaalf punten voorsprong wereldkampioen geworden, maar dat maakt geen verschil. Ik ga nu geen stoute uitspraken doen over morgen, we zien wel, maar als de mogelijkheid zich zou voordoen om een derde wereldtitel te pakken, dan ga ik dat niet laten liggen. Daarna gaat de focus op de wegrit, al ben ik het parcours wel al een paar keer gaan verkennen aangezien we vlakbij slapen. Het wordt, zoals je bij de mannen gezien hebt, een zware koers. Maar drie dagen zouden moeten volstaan om tegen zaterdag gerecupereerd te zijn.”

Kopecky had tijdens de ploegkoers de tegenwoordigheid van geest om met bondscoach Kenny De Ketele langs de kant te communiceren. “En dat is een enorme plus”, zei Kopecky. “Je weet dat je hem kunt vertrouwen en hij weet ook hoe de benen aanvoelen in koers”, lachte ze.

Eerst punten sprokkelen, dan toeslaan

Bij de eerste sprint pakte Kopecky als tweede drie punten, de tweede sprint won ze (goed voor vijf punten). Bij de derde sprint werden de punten weggegraaid door een ontsnapping, maar Kopecky panikeerde niet, bleef aan de leiding en reageerde na die derde sprint met een verschroeiende demarrage.

Bij de vierde sprint pakte ze alweer drie punten achter Georgia Baker. Ongeveer halfweg koers pakte Kopecky een bonusronde, samen met de Australische Baker en de Britse Neah Evans en later gevolgd door de Amerikaanse Williams, goed voor twintig bonuspunten.

Bij de zevende sprint verstevigde Kopecky haar leidersplaats met vijf punten. Evans en Williams werden nadien teruggeslagen door een verliesronde, een belangrijk moment. Na de voorlaatste sprint telde Kopecky acht punten voorsprong op Baker.

Kopecky controleerde in de slotsprint de Australische Baker en pakte zo autoritair de wereldtitel in de slotsprint. “Het kon niet meer misgaan op het einde”, zei Kopecky.