© Robin Fasseur, rr

Hendrik (94), oudste deelnemer van de Dodentocht, verschilt bijna 80 jaar met jongste: “Als ik thuiskom, drink ik een trappist en dan ga ik slapen”

Bornem, Oostakker, Brasschaat -

Vandaag hebben we het over de buitenbeentjes onder de deelnemers aan de Dodentocht in Bornem. Meer bepaald over jonge Dodentochtmaagden die voor het eerst aan de start staan en over een wandelaar die op een leeftijd gekomen is waarop de meesten al moeite hebben om van de zetel naar het toilet te wandelen. Maak kennis met de jongste en de oudste deelnemer.

,Ward Bosmans

Finn Medhurst (15) uit Oostakker, jongste deelnemer aan de Dodentocht

Finn stapt de Dodentocht samen met zijn mama.© rr

Je mag pas aan de Dodentocht deelnemen in het jaar dat je 16 wordt. Finn Medhurst verjaart op 31 december en begint vrijdag als 15-jarige aan zijn eerste Dodentocht. “Bang ben ik niet. Mijn mama stapt mee en die heeft al meer ervaring”, zegt hij.

Als Dodentochtmaagd begint Finn Medhurst vrijdag aan zijn eerste wandelavontuur over 100 kilometer. Ervaring met lange wandeltochten heeft hij nauwelijks. “Al ben ik dit jaar met de Chiro wel naar onze kampplaats gestapt. Een afstand van 104 kilometer. En ik ga regelmatig sporten. Samen met mijn mama ga ik om de twee dagen een toertje van vijf kilometer lopen.”

Finn heeft zich niet specifiek voorbereid op de Dodentocht. “Ik was van plan om nog eens een tochtje van 40 kilometer te wandelen, maar dat is er uiteindelijk niet van gekomen. Ik ben wel al een paar keer gaan stappen met mijn mama. We zijn daar mee begonnen tijdens de Covid-periode.”

Finn is met zijn 15 jaar de jongste deelnemer aan de Dodentocht.© rr

Finn ziet zijn deelname aan de Dodentocht als een leuke uitdaging. “Ik wou dit al altijd eens doen. We zien wel hoe het uitdraait. Mijn mama heeft mij op het hart gedrukt dat ik het moet zeggen als het niet meer gaat. Hoe ik mijn Dodentocht ga aanpakken? Ik ga op mijn eigen tempo stappen en mij niet aanpassen aan anderen. Ik verwacht wel dat het gaat lukken. Ik zal alleszins heel blij zijn als ik de eindmeet haal. Het zou een overwinning zijn voor mijzelf.”

De eerste helft van deze week genieten Finn en zijn mama nog van een deugddoende vakantie in Spanje, maar vrijdag staan ze samen aan de start in Bornem. “Ik heb een goede band met mijn mama. We doen veel dingen samen. Zij heeft al enkele keren de Dodentocht uitgestapt. Ik kan dus altijd terugvallen op haar ervaring. We hopen samen aan te komen.”

Hendrik Dupont (94) uit Brasschaat, de oudste deelnemer

Hendrik traint minstens vijfmaal per week.© Robin Fasseur

In december wordt Hendrik Dupont 95 jaar. Het is een leeftijd waarop veel mensen een rolstoel of een rollator nodig hebben om zich te verplaatsen. Dat is niet het geval voor Hendrik Dupont. Net zoals de vorige 33 keer hoopt hij ook nu weer de finish te halen.

“Ik train bijna iedere dag”, antwoordt Hendrik wanneer hem gevraagd wordt hoe hij zich voorbereidt. “Ik ben net terug van een wandelingetje van 15 kilometer. Dat doe ik toch minstens vijf keer per week. Meestal wandel ik op mijn eentje. Ik denk dat ik klaar ben voor mijn 34ste Dodentocht.”

Op zijn 94ste is Hendrik Dupont nog niet van plan om ermee te stoppen. “Als ik ooit moet opgeven dan stop ik ermee, maar zolang ik gezond blijf en de finish haal, blijf ik doorgaan. Vorig jaar in de winter heb ik meegedaan aan de 101 kilometer van Brasschaat. Daar heb ik moeten opgeven omdat het te koud was. Waarom ik dit blijf doen? Ik blijf fit en voel mij jonger dan de meeste van mijn leeftijdsgenoten. Bewegen is gezond en bovendien is wandelen mijn hobby. Als gepensioneerde heb je zoiets nodig, want anders blijf je toch maar in je zetel zitten.”

Hendrik Dupont (94).© Robin Fasseur

Hendrik is ook niet bang dat zijn lichaam slecht zal reageren op een wandeltocht van 100 kilometer. “Toen ik de vorige keer aankwam, was ik nog niet vermoeid. Ik ben nog te voet naar de parking gestapt. Als ik thuiskom, drink ik een trappist en dan ga ik slapen. ’s Anderendaags ga ik na het ontbijt opnieuw een wandelingetje doen om de spieren wat los te maken. Ik heb altijd geprobeerd om gezond te leven. Ik heb nooit gerookt en ik drink weinig alcohol.”

Hendrik stapt de Dodentocht alleen. “Als ik op vrijdag ga trainen dan heb ik wel een stapmaatje waarmee ik tochten van rond de 35 kilometer doe. Maar de Dodentocht doe ik liever alleen. Dat is een goeie raad voor iedereen. Wandel op je eigen tempo en probeer niet om andere wandelaars te volgen. Ik probeer de 100 kilometer aan één stuk door te stappen. Ik stop nooit en ga onderweg ook niet zitten. Ik wandel aan een tempo van 4,8 kilometer per uur, dat betekent dat ik normaal gezien op zaterdag tussen 20 en 21u binnen zal zijn. Meestal staan een aantal familieleden mij op te wachten bij de aankomst. Hoelang ik hier nog mee doorga? Als de gezondheid het toelaat, doe ik volgend jaar weer mee. Maar ik wil niet te voorbarig zijn. Op mijn leeftijd weet je maar nooit.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER Dodentocht