“Vlaming had wellicht zonnigere maand juli gewild, maar voor onze grondwaterstanden was de neerslag positief”

Juli was nat en somber. Er viel in Vlaanderen beduidend meer neerslag dan normaal. In Ukkel noteerde het KMI 131,1 mm neerslag, dat is 70 procent meer dan de normale waarde van 76,9 mm voor de huidige referentieperiode van 30 jaar (1991-2020). In diezelfde periode waren er in de maand juli nooit meer neerslagdagen dan de 21 natte dagen in de afgelopen maand.

Op 5 augustus vertoonde 21 procent van de meetplaatsen een lage (14 procent) tot zeer lage (7 procent) zogenaamde freatische grondwaterstand (de bovenste laag grondwater) voor de tijd van het jaar. 47 procent vertoonde een normale en 32 procent een hoge (21 procent) tot zeer hoge (11 procent) grondwaterstand voor de tijd van het jaar, aldus de VMM.

Ten opzichte van een maand geleden stegen nagenoeg overal in Vlaanderen de veertiendaags gemiddelde debieten sterk (met meer dan 200 procent), in het zuidoosten van Vlaanderen is de toename iets minder uitgesproken. Op 6 augustus mat de VMM op 63 procent van de meetplaatsen hoge (41 procent) tot zeer hoge (22 procent) veertiendaags gemiddelde debieten voor de tijd van het jaar. Op 33 procent van de meetplaatsen werden normale waarden gemeten.

Met andere woorden: “Vele Vlamingen hadden wellicht een zonnigere julimaand gewild, maar voor de grondwaterstanden was de neerslag alvast positief”, zegt Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) in een persbericht. “Bovendien zijn er ook heel wat regio’s in Vlaanderen waar de preventieve droogtemaatregelen zoals captatieverboden intussen opgeschort zijn.”

“De regen en frissere temperaturen van de maand juli hebben positieve gevolgen voor de natuur”, besluit de VMM.