Meer dan 170.000 kinderen zijn lid van een voetbalclub: "Willen nog meer meisjes en laatbloeiers aanspreken"
Meer dan 170.000 kinderen en jongeren zijn dit jaar lid van een voetbalclub. Een recordaantal, en dan vooral bij de meisjes, volgens Voetbal Vlaanderen. Opvallend is dat kinderen die later op het jaar geboren zijn, minder gemakkelijk hun weg vinden naar een voetbalclub.
Voetbal is altijd populair geweest bij kinderen, maar de cijfers van dit jaar van Voetbal Vlaanderen tonen dat een recordaantal kinderen de weg vindt naar een voetbalclub. Meer dan 170.000 kinderen en jongeren tot en met 18 jaar spelen voetbal in een club. Zo'n acht procent van die spelers zijn meisjes.
Jongens trekken vooral hun voetbalschoenen aan tussen 8 en 13 jaar. Van hen voetbalt ongeveer 1 op 3 jongens. Vanaf dat ze ouder worden, is de sport iets minder populair en doet nog 1 op 5 jongens aan voetbal.
40 procent meer meisjes
Hoewel voetbal soms aanvoelt als een jongenssport, vinden steeds meer meisjes hun weg naar het voetbalveld. De laatste vijf jaar steeg dat aantal met 41 procent. Het afgelopen seizoen was er zelfs een record van nieuwe leden. Dat is volgens Voetbal Vlaanderen te danken aan het harde werk van de vrijwilligers en omdat het nationale vrouwen elftal de Red Flames ook prominenter op het toneel verschijnt.
Toch wil Voetbal Vlaanderen meer stappen zetten om meisjes aan te spreken. "We willen de voetbalclubs meer coachen om meisjesvriendelijker te worden", zegt algemeen directeur Philip Rosier. "Meisjes moeten overal terechtkunnen: als speelsters, als scheidsrechters of in het beleid."
BEKIJK - Tille (U9 KSK Sint-Amands): "Mijn grote droom is om een Red Flame te worden":
Minder kans voor kinderen die later op het jaar geboren zijn?
Ook opvallend is dat er veel minder kinderen zijn ingeschreven die in de laatste maanden van het jaar – oktober, november, december - zijn geboren. "De jongere spelers moeten opboksen tegen kinderen die veel groter en sterker zijn. Het vraagt veel van hen om vol te houden, vaak stoppen ze met spelen", zegt Bob Browaeys, directeur sport.
"Het verschil wordt al heel vroeg duidelijk, op de speelplaats zelfs. De laatbloeiers kunnen niet mee met de zogenaamde vroegbloeiers en sluiten zich daardoor niet aan bij een voetbalclub", zegt Rosier. "Dat willen we veranderen door te werken met twee instroommomenten. Zo kunnen de jongsten van de groep in hetzelfde jaar ook de oudsten worden."
Maar eens als de laatbloeiers hun groeispurt krijgen, kunnen ze nog veel betekenen. "De aanhouder wint. Kijk maar naar Dries Mertens, Yannick Carrasco of zelfs Thibaut Courtois: allemaal hebben ze het ver geschopt, terwijl ze later op het jaar verjaren. Volhouden is de boodschap", sluit Rosier af.