Beringen wil centrum en industrieterrein Ravenshout verwarmen met warmtenetten
De stad Beringen heeft een warmtebeleidsplan opgesteld om meer gebouwen te verwarmen met warmtenetten, en dus zonder aardgas of stookolie. Warmtenetten brengen warmte van centrale warmtebronnen via ondergrondse buizen naar gebouwen van bedrijven of gezinnen.
Om minder afhankelijk te zijn van fossiele brandstoffen, zoekt de stad Beringen manieren om gebouwen te verwarmen zonder aardgas of stookolie. Dat kan door warmtenetten, die brengen warmte van centrale warmtebronnen via ondergrondse, geïsoleerde buizen naar gebouwen. Op die manier functioneert een warmtenet als een soort grootschalige centrale verwarming.
In het centrum van Beringen wil de stad dat doen aan de hand van geothermie, of warmte uit de grond. "Het nieuwe stadhuis wordt al verwarmd met geothermie en we weten dat het daar helemaal geslaagd is", zegt schepen Tijs Lemmens (Voluit). "Nu is het de bedoeling om dat te gaan uitrollen voor heel het centrum, zodat we particuliere woningen kunnen gaan verwarmen met warmte die daar in de grond zit."
Restwarmte
Voor het industrieterrein Ravenshout wil de stad dan weer gebruik maken van de restwarmte van bepaalde bedrijven. "De biostoomcentrale van Bionerga zou een goede partner kunnen zijn, omdat zij veel warmte produceren", gaat Lemmens verder. "Het zou interessant en efficiënt zijn om die warmte rechtstreeks te gebruiken om andere bedrijven of woningen in de buurt te gaan verwarmen."
Eerder werd al beslist dat het woonproject Houtpark aan Be-Mine ook verwarmd en gekoeld zal worden met een warmtenet.
