"Voor de ene te voorzichtig, voor de andere panikeren we te snel": is het door weersextremen moeilijker om het weer te voorspellen?

Is het moeilijker om het weer te voorspellen nu we vaker te maken krijgen met extremen? Hevige rukwinden of extreem grote hagelbollen blijken lastig te voorspellen. En als de weerman of -vrouw te snel waarschuwt voor gevaarlijk weer, regent het kritiek. Zijn onze weermodellen nog wel voldoende mee en krijgen we in de toekomst vaker code oranje of rood? We vroegen het aan het KMI en aan Bram Verbruggen en Jacotte Brokken, de weerman en -vrouw op de VRT.

"We komen op onbekend weerterrein, we moeten ons voorbereiden op zaken die ongekend zijn": experts onderstrepen dat wat de aarde nu meemaakt op weer- en klimaatgebied, ongezien is in onze moderne geschiedenis.

Nooit was de planeet immers zo warm sinds het begin van de metingen, en nooit waren onze oceanen warmer. 

Extreme weerfenomenen stapelen zich de laatste jaren op. In België was er de waterbom in het oosten van het land, twee zomers geleden. We hadden onlangs nog een waterbom in Halifax (Canada) en noodweer in onder meer Slovenië.

Onlangs was het ook prijs in Zweden en Noorwegen, landen die qua extreem weer in een net iets veiliger zone leken te zitten dan pakweg de landen aan de Middellandse Zee, die met ongeziene hittegolven en bosbranden te maken kregen (en krijgen). 

Die opeenstapeling van extreme weerfenomenen is een rechtstreeks gevolg van de klimaatopwarming en de daarbij horende klimaatverstoring.

Weersvoorspellers en meteorologen worden niet enkel steeds vaker aangeklampt, ze krijgen ook meer verantwoordelijkheid. Want als er tijdig een code rood kan worden uitgevaardigd, kunnen er mensenlevens gered worden. Maar met zo'n code moet uiteraard heel zorgvuldig worden omgesprongen. 

Hoe gaan weersvoorspellers met de nieuwe realiteit om, en is het moeilijker geworden om het weer te voorspellen? 

Schade door hagelbollen in Noord-Italië eerder deze zomer.

"Onze weermodellen kloppen nog"

Zijn de gebruikte weermodellen nog wel up-to-date nu de klimaatverandering steeds meer om zich heen grijpt? Volgens VRT-weerman Bram Verbruggen zeker wel. "In principe doet de nieuwe realiteit geen inbreuk op de modellering", zegt hij. "De formules en de dynamica zijn dezelfde." 

Emilie Delhaye van het KMI in Ukkel bevestigt: "De modellen werken met fysische formules. Het startpunt zijn de waarnemingen. We stoppen er telkens nieuwe parameters in. Je kan zeggen dat de fysica van het weer niet verandert, maar de uitkomst wel."

We stoppen andere data in de modellen, maar de fysica erachter verandert niet. De uitkomst wel

Emilie Delhaye van het KMI

Door warmer zeewater en hogere temperaturen kan er bijvoorbeeld meer waterdamp worden meegevoerd in de atmosfeer. "Het startpunt (de ingevoerde data) is extremer en de uitkomst van de modellen is dat ook".

Dat we nu met een nieuwe realiteit zitten op het vlak van klimaat en weer, hoeft geen probleem te zijn. Het KMI gebruikt verschillende weermodellen die het naast elkaar legt en heeft ook zijn eigen ALARO-model. Het is overigens niet zo dat de verschillende weermodellen nu vaker dan vroeger uiteenlopen, laat het KMI weten. 

Sommige natuurfenomenen blijken lastig te voorspellen

Toch stelt het veranderende klimaat voorspellers nog voor problemen. 

"Je mag niet vergeten dat we proberen om de natuur in parameters te vatten, in formules te gieten. Die formules werken, maar bepaalde natuurlijke processen blijven moeilijk. Denk aan gevaarlijke fenomenen zoals rukwinden of extreem grote hagelbollen bij onweer", zegt Bram Verbruggen. 

Gaat een rukwind pieken naar 70 of 80 km per uur? Voorspellers passen daarvoor verschillende formules toe waarvan ze de resultaten naast elkaar leggen. "Op potentieel grotere weerfenomenen zit altijd een foutenmarge. Je kan zeggen dat alles wat met instabiliteit te maken heeft (zoals bij onweer en hoe groot een onweerswolk uitgroeit, red.) niet makkelijk is."

Een geknakte windturbine in Noord-Duitsland door storm Hans eerder deze week
(c) Copyright 2023, dpa (www.dpa.de). Alle Rechte vorbehalten

Geblokkeerd weersysteem

Er is nog een factor die deze tijden extra uitdagend maakt voor weersvoorspellers. De laatste jaren zien we dat weersystemen boven Europa steeds vaker lange tijd geblokkeerd raken. Dat heeft te maken met het feit dat het temperatuurverschil tussen de subtropische gebieden en de noordpool verkleint, door de opwarming van de aarde en de relatief snellere opwarming van de noordpool die daarbij plaatsvindt. 

De straalstroom - een brede band met een strak windveld op grote hoogte die voor een groot deel ons weer bepaalt - gaat daardoor steeds vaker meanderen en grotere kronkels maken. Hij wordt ook "luier" zodat hij soms lang op dezelfde plek blijft liggen.

Daardoor raken weersystemen wekenlang geblokkeerd zoals we ook al vaker in België mochten ervaren, onder meer deze zomer. We krijgen bij een blokkering één zelfde weertype dat wekenlang aanhoudt. Afhankelijk van de positie van de straalstroom, kan dat goed of slecht weer zijn of iets tussenin.

Een intense regenzone kan op dezelfde plek blijven hangen als het weer geblokkeerd is

Die blokkeringen maken het voor weersvoorspellers extra moeilijk, zeggen Verbruggen en VRT-weervrouw Jacotte Brokken. "Bij zo'n blokkering kan het weer enkele honderden kilometer verder volledig anders zijn", zegt Brokken. 

"Hoe hard wordt een bepaald slechtweergebied afgeweerd door zo'n blokkade, of hoe lang blijft het net op dezelfde plaats hangen? Bij de waterbom over België in 2021 bleef een actieve storing met veel regen op dezelfde plaats liggen. Een storing kan dus langer 'slepen'," schetst Verbruggen. 

Tel daarbij extra warmte op die meer vocht in de atmosfeer kan laten verdampen, en je krijgt waterbommen zoals degene die we hebben gezien. 

De waterbom in de provincie Luik liet een ravage achter langs de oever van de Vesder

Code oranje en code rood

Los daarvan blijft het moeilijk om heel lang op voorhand zulke uitwassen te voorspellen. Een code oranje of rood uitgeven, voor een bepaalde provincie of het hele land, doe je niet zomaar. Als het KMI code rood uitgeeft, dan is dat nooit twee dagen op voorhand. Wel 6 uur of 12 uur. 

"Vroeger was het 6 uur op voorhand, nu kan het vanaf 12 uur op voorhand. We hebben dat veranderd omdat we mensen en overheden zoveel mogelijk tijd willen geven voor maatregelen. Bovendien zijn de weermodellen beter geworden", zegt Delhaye. 

Voor een hittegolf is het in principe het minst complex. "Maar bij rukwinden en onweer wachten we doorgaans langer om nog meer zekerheid te hebben." 

Bij code oranje voor regen, wind en onweer zaten we de afgelopen jaren voor ongeveer 80 procent goed

Het KMI over code oranje

De jongste jaren heeft het KMI hooguit één keer per jaar code rood uitgestuurd voor regen of hitte. Dat laatste gebeurde onder meer in 2019, toen we in juli een bijzonder intense hittegolf meemaakten. Het kwik piekte toen tot 39,7 graden Celsius in Ukkel.

"Code rood is iets heel zeldzaam. Je stelt die niet zomaar in, omdat de code heel wat gevolgen heeft. Er moeten een heleboel acties worden ondernomen door bijvoorbeeld gemeenten, brandweer en/of ziekenhuizen. Noodprocedures worden in gang gezet", vertelt Delhaye. Voor storm Eunice in februari 2022 bleef het op het nippertje code oranje.

Het is wikken en wegen voor het KMI. Dansen op een slappe koord soms. Dat bleek nog in het weekend van 8 en 9 juli, toen er code oranje werd uitgeroepen voor onweer met mogelijk dikke hagelbollen. Uiteindelijk viel het allemaal goed mee. 

Achteraf publiceerde het KMI zelf een nieuwsartikel over het waarom van de code oranje. Het concludeerde wel: "Gemiddeld over de laatste 3 jaar, zijn onze codes oranje voor regen, wind en onweer voor ongeveer 80 procent goed voorspeld. In ongeveer 20 procent van de gevallen werden er valse alarmen gegenereerd." 

Een regen van kritiek

Een weerman of -vrouw is het gezicht van het weer. Zij geven eigenlijk door wat het KMI en de weermodellen uitrekenen. Jacotte Brokken waarschuwde voor code oranje en kreeg na de hagelhistorie heel wat kritiek.

"Voor de ene zijn we te voorzichtig in onze voorspelling, voor de andere zijn we te veel aan het panikeren", zegt Brokken over de kritiek. De heisa heeft haar wel veranderd: "Ik kijk er nu anders naar." Toch deden de weermensen gewoon hun job: "Bij een waarschuwing wikken en wegen we onze woorden nog eens extra, elke keer weer", onderstreept Verbruggen. 

Voor de ene zijn we te voorzichtig in onze voorspellingen, voor de anderen zijn we te veel paniek aan het zaaien

Weervrouw Jacotte Brokken

Storm Hans deze week in Noorwegen en Zweden, en de hagelbollen in Italië hebben wel het groeiende belang aangetoond van dergelijke waarschuwingen. "Eigenlijk mogen we van geluk spreken dat er hier in België niks is gebeurd", bedenkt Brokken.   

In Zweden ontspoorde door storm Hans een trein
BILDBYRÅN

Alerter dan ooit: vaker naar oranje en rood

Rampen zoals op Pukkelpop en in de Vesdervallei hebben wel één voordeel: iedereen wordt er alerter door en er worden maatregelen genomen om ons er beter tegen te beschermen in de toekomst.

In de zomer van 2019 kondigde het KMI code rood af voor de hitte. Zeldzaam, maar het zal in de toekomst vaker voorkomen

Het gaat dan zowel om organisatorische maatregelen als om robuuster materiaal en betere infrastructuur. Intussen blijven meteorologen meer dan ooit alert. "We gaan vaker extremen zien in het weer, en de extremen zullen extremer worden. Dus ja, code rood zal in de toekomst vaker voorkomen", besluit Emilie Delhaye van het KMI.

Meest gelezen