Direct naar artikelinhoud
NieuwsOorlog in Oekraïne

De Russische mijnenvelden zijn ‘ongezien in de moderne geschiedenis’: er komen er meer bij dan dat Oekraïne er kan ruimen

Zes mijnen aan het front in Novodarivka.Beeld DAVID GUTTENFELDER / NYT

Het Russische leger zou zich grotendeels hebben teruggetrokken uit het Oekraïense dorp Oerozjajne, een nieuw klein succes in het moeilijke Oekraïense tegenoffensief. Volgens de Oekraïense minister van Defensie kampt het leger echter met een intens tekort aan middelen en manschappen om de miljoenen mijnen aan het front op te ruimen, reden waarom het offensief zo traag verloopt.

Oekraïne claimt de bevrijding van Oerozjajne voorlopig nog niet officieel, maar dat lijkt slechts een kwestie van tijd. Onderminister van Defensie Hannah Maljar verklaarde gisteren dat er in de buurt van het dorp wordt gevochten en dat de strijd nu om dit dorp gaat, met “gedeeltelijk succes”.

De voorbije dagen nam het Oekraïense leger al de noordzijde van Oerozjajne in, afgelopen weekend zouden veel Russische troepen die zich langs de zuidzijde bevonden, zich hebben teruggetrokken. Dat blijkt uit berichten van Russische oorlogsbloggers vandaag. Dat gebeurde volgens videobeelden onder hevig Oekraïense artillerievuur, waarbij ook clustermunitie werd gebruikt.

Oerozjajne ligt ten oosten van het dorp Staromajorske dat twee weken geleden werd bevrijd, en maakt deel uit van de as ten zuiden van de stad Velyka Novosilka op de grens tussen Zaporizja en Donetsk. Sinds de start van het Oekraïense tegenoffensief begin juni konden de Oekraïense troepen er een tiental kilometer zuidwaarts oprukken.

Ook een door Rusland aangestelde bestuurder van Zaporizja, Vladimir Rogov, bevestigt dat Oekraïense militairen “erin geslaagd zijn voet aan de grond te krijgen in het noorden van Oerozjajne na twee weken van hevige en bloedige gevechten”.

Twitter bericht wordt geladen...

Opsteker

Ook bij Bachmoet claimt Oekraïne vooruitgang. “De voorbije week is drie vierkante kilometer bevrijd”, zo stelde Maljar in een mededeling. Sinds het tegenoffensief ongeveer tien weken geleden van start ging, hebben de Oekraïense soldaten rondom Bachmoet in totaal ongeveer 40 vierkante kilometer heroverd. Ook in de regio’s van Charkiv en Loehansk, rondom Koepjansk en Lyman, vinden “zware gevechten” plaats.

De bevrijding van Oerozjajne zou een nieuwe opsteker voor het traag verlopende Oekraïense offensief zijn. Bedoeling is om uiteindelijk richting de havensteden Berdjansk en/of Marioepol door te stoten, maar daarvoor moet er nog meer dan 100 kilometer worden afgelegd. Ook is de eerste sterk uitgebouwde Russische verdedigingslinie met loopgraven, antitankgrachten en andere obstakels nog niet bereikt.

Volgens onderminister Maljar “worden de Oekraïense strijdkrachten bij hun opmars geconfronteerd met een volledig bemijnd gebied, gebetonneerde versterkingen op de strategische hoogtes, permanent Russisch mortier- en artillerievuur en de Russische luchtmacht”.

Oekraïense soldaten bereiden raketten voor aan het front.Beeld Photo News

‘Vijf mijnen per vierkante meter’, 15 kilometer diep

In een interview met de Britse krant The Guardian roept de Oekraïense minister van Defensie Oleksej Reznikov het Westen dan ook op om dringend meer mijnopruimingsmiddelen te voorzien en meer te investeren in opleidingen en trainingen voor militairen die de mijnenvelden moeten opruimen. Volgens Reznikov is Oekraïne momenteel “het meest bemijnde land ter wereld” met honderden kilometers aan mijnenvelden en “miljoenen explosieven” over heel het front. “In sommige gebieden gaat het om vijf mijnen per vierkante meter”, terwijl sommige mijnenvelden liefst 15 kilometer diep zijn.

Lees ook

‘Het is te vroeg om van een mislukking te spreken, maar het wordt steeds reëler’: militair historicus over het Oekraïense tegenoffensief

De trage vooruitgang is volgens Oekraïense commandanten en soldaten te wijten aan één groot probleem: landmijnen

De eerste aanvalspogingen met tanks en gepantserde voertuigen van het Oekraïense tegenoffensief begin juni liepen meteen vast op de uitgebreide mijnenvelden die de Russen de voorbije maanden konden aanleggen. Vastgelopen troepen werden daarna onder vuur genomen door zowel de Russische artillerie en gevechtshelikopters.

Sindsdien opereren de Oekraïense troepen op veel kleinere schaal en kruipen de ontmijners veelal ‘s nachts door de velden om op zoek te gaan naar mijnen en die met de hand onschadelijk te maken. Dat proces maakt dat het offensief echter bijzonder traag verloopt.

Een gemarkeerde Russische antitankmijn.Beeld REUTERS

‘Ongezien in moderne geschiedenis’

Ook Pete Smith, voormalig officier in het Britse leger en vandaag werkzaam bij een mijnopruimingsdienst in Oekraïne, noemt het aantal mijnen in het land “ongezien in de moderne geschiedenis”. Volgens Smith zijn er zeker in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer zoveel mijnen neergelegd als in Oekraïne. Elke dag komen er bovendien honderden nieuwe mijnen bij, veel meer dan de Oekraïners er kunnen opruimen.

Reznikov noemt de mijnenvelden “een serieus obstakel voor onze troepen”, maar zegt dat ze niet onoverkomelijk zijn. “We hebben bekwame geniesoldaten en modern materieel, maar die zijn extreem ontoereikend voor het front dat zich honderden kilometers uitstrekt in het oosten en zuiden van Oekraïne. Er is een kritieke nood aan meer mijnopruimingsmiddelen.”

Toch wordt ook vermoed dat de Oekraïense ontmijningsbrigades al bijzonder zware verliezen hebben geleden. The Guardian, dat een deel van het front bezocht, maakt melding van een brigade nabij Staromajorske die op papier 30 ontmijners telt. In realiteit zijn het er echter slechts 13, waarvan 5 actief door de vele verwondingen. In het ziekenhuis van Dnipro, waar de zwaarst gewonde soldaten worden verzorgd, komen per dag 50 tot 100 nieuwe patiënten binnen. Na de Russische artillerie zorgen de mijnenvelden voor de meeste slachtoffers.

Een zogenaamde vlindermijn in Soelyhivka, in Oost-Oekraïne. Een vlindermijn doet granaatscherven in het rond vliegen die moeilijk te vinden zijn in de lichamen van soldaten die erdoor gewond raken. Er liggen er waarschijnlijk honderdduizenden van verspreid over het front.Beeld DAVID GUTTENFELDER / NYT