Eline Berings en Kim Gevaert: ‘Het is veel te vroeg om Nafi Thiam nu al af te schrijven’

Eline Berings (links): ‘Wij waren atletes die verder keken dan de eigen competitie.’ © Debby Termonia
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Kim Gevaert, meetingdirecteur van de Memorial Van Damme, en sportpsychologe Eline Berings screenen de medaillekandidaten op het WK atletiek, dat vrijdag in Boedapest begint.

Hoe jonge sporters geïnspireerd worden door een voorbeeld blijkt nog maar eens wanneer Eline Berings in het kantoor van Kim Gevaert in het Koning Boudewijnstadion een anekdote bovenhaalt. ‘Ik was veertien of vijftien jaar toen ik op een meeting Kim zag lopen. Nog niet de finaliste in de sprintnummers op grote kampioenschappen, maar als jonge twintiger wel al de beste sprintster van België. Ik wilde een handtekening van Kim, maar ik durfde het niet te vragen. Mijn vader moest me aansporen: “Allee jong, ga maar.” Na wat twijfelen zette ik toch de stap.

‘Drie of vier jaar later mocht ik voor het eerst op stage naar Tenerife, met de Belgische atletiekploeg. Ik was dolblij dat ik op dezelfde plek kon trainen als Kim en met haar aan tafel zat. Ze bleek lief, oprecht, toegankelijk. Gewoon Kim. Een geweldige ambassadrice van haar sport, van wie ik enorm veel heb geleerd.’

Gevaert bloost door de lovende woorden. ‘Hartsvriendinnen zijn Eline en ik, mede door het leeftijdsverschil, nooit geworden, maar op stage, voor en na wedstrijden hebben we elkaar vaak gesproken, of berichtjes uitgewisseld. Ook nadat ik gestopt was (in september 2008, nvdr). Ik had veel respect voor de manier waarop ze zware blessures overwon. En ook nu, hoe Eline haar weg gevonden heeft als sportpsychologe en als analiste op radio en tv. Helemaal haar ding.’

Hadden jullie vijftien jaar geleden durven te denken dat jullie in 2023 meetingdirecteur van de Memorial Van Damme en sportpsychologe-commentator zouden zijn?

Eline Berings: Wij waren atletes die verder keken dan alleen onze competitie en trainingen. We waren mondig en probeerden anderen te inspireren en raad te geven. Dat Kim nu directrice is van de Memorial is dus op zich niet verbazend. Vijftien jaar geleden wel, omdat die functie vereenzelvigd werd met Wilfried Meert.

Kim Gevaert: Er waren toen zelfs geen vrouwelijke meetingdirecteurs. Toen Wilfried en Cédric (Van Branteghem, die Meert eerst opvolgde en daarna ceo van het BOIC werd, nvdr) mij eind 2021 polsten, was ik verrast. Ik? Moeder van vier? Ik heb een tijdje getwijfeld. Ik had net veel moeite gestoken in een postgraduaat meertalige logopedie, en ik wist ook niet precies wat die job als meetingdirecteur inhield. Uiteindelijk besefte ik dat het bij mijn profiel paste: relaties onderhouden met World Athletics, de Diamond League, politici, sponsors, atleten, managers. Daarnaast vorm ik de schakel tussen alle mensen die zich met het organisatorische deel bezighouden. Toen ik het ook kon combineren met logopedie, een dag in de week, heb ik ‘ja’ gezegd. Zo’n trein passeert maar één keer, hè.

Berings: Aangezien ik een master in de psychologie had behaald en ook twee jaar sportpsychologie had gevolgd, was het al vroeg duidelijk dat ik na mijn carrière als atlete die richting zou inslaan. Ik was bang dat ik lang zou blijven hangen in mijn sportcarrière, maar ik kon gelukkig snel als sportpsychologe beginnen bij de Vlaamse atletiekliga en de nationale rugbysevensploeg. In juni vorig jaar werd ik ethisch consulente bij Sport Vlaanderen en daarna kreeg ik steeds meer individuele atleten over de vloer in mijn privépraktijk. En dit voorjaar vroeg de VRT of ik cocommentator wilde worden tijdens het WK atletiek. Intussen moet ik soms ‘nee’ zeggen op voorstellen. Het is superdruk, maar ik ben heel tevreden. Mensen waarderen me ook om wat ik nú doe, niet omdat ik de ‘bekende’ ex-atlete ben.

De atletiek heeft niet één grote ster nodig, maar meerdere kleinere.

Eline Berings

Waar halen jullie de meeste voldoening uit in jullie nieuwe jobs?

Berings: Als atleet focus je vooral op je eigen project. Nu vind ik het fijn dat ik iets kan teruggeven en jonge atleten kan helpen om als mens en als atleet te groeien.

Gevaert: Vorig jaar heb ik als directrice voor het eerst meegemaakt hoeveel voldoening het geeft om tienduizenden toeschouwers een mooie avond te schenken, om zo veel emoties te zien bij atleten die een topprestatie hebben geleverd.

Daarnaast is het multiculturele aspect van deze job erg boeiend. Als directrice van de Memorial ga ik geregeld naar buitenlandse meetings, ontmoet ik heel veel mensen. En op de avond zelf komt de halve wereld hier op bezoek.

Als ex-meter van SOS Kinderdorpen spreekt ook de maatschappelijke rol van de Memorial me erg aan. Vorig jaar gaven we een atletiekinitiatie aan 64 jonge vluchtelingen die in centra van Fedasil verbleven. Dit jaar doen we hetzelfde met paralympische sporters en organiseren we een Embracing Diversity Run ten voordele van verschillende organisaties die zich inzetten voor diversiteit en inclusie. Elk jaar vindt voor het hoofdprogramma ook de Memorial voor de jeugd plaats. Allemaal initiatieven waarmee we jongeren en minderheden kunnen inspireren en kansen geven.

Hebben jullie als iets nieuws over jezelf geleerd in deze job?

Gevaert: Dat ik geen keiharde onderhandelaar ben. In deze functie kun je niet voor iedereen goed doen. Dat botst met wie ik ben: een pleaser, die conflicten liever vermijdt. Ik heb ook geleerd dat ik grenzen moet stellen om deze job te combineren met mijn gezin. Af en toe moet ik een rustpauze inlassen.

Berings: In een carrière van twintig jaar als atlete leer je al veel over jezelf. En dat is nu niet anders: soms loop je tegen een muur en besef je dat het anders moet. Vroeger was ik ook rechtdoorzee als iets me niet aanstond, of als een probleem niet vlug genoeg werd opgelost. In de loop der jaren ben ik diplomatischer en rustiger geworden. Zeker na mijn atletiekcarrière heb ik ingezien dat ik niet de hele wereld kan veranderen en dat je je battles moet kiezen. Beter kleine dingen goed aanpakken dan de grote vruchteloos proberen te veranderen.

Wat zouden jullie bijsturen in de atletiekwereld om de sport populairder te maken? Op de grote kampioenschappen en de Olympische Spelen krijgt atletiek veel aandacht, maar daarbuiten is het een pak minder.

Berings: Een groot probleem is de tv-verslaggeving. Van voetbal en wielrennen kun je, zeker in België, elke minuut bekijken, maar om alle Diamond Leaguemeetings (de veertien grootste ter wereld, nvdr) live te zien, is het echt zoeken. Enkele zijn live te zien op BBC, maar voor de rest moet je het stellen met een samenvatting van twintig minuutjes.

Gevaert: Als je vedetten wilt creëren, iconische namen zoals Carl Lewis, Sergei Boebka, Merlene Ottey, Michael Johnson en Usain Bolt, dan heb je herhaling nodig. De atletiek hééft vandaag aansprekende vedetten: Noah Lyles, Mondo Duplantis, Jakob Ingebrigtsen, Karsten Warholm, Sydney McLaughlin, Femke Bol, Faith Kipyegon… Maar mensen zien hen te weinig. Toon de man in de straat foto’s van hen en weinigen zullen hen herkennen.

Berings: Waarom zijn Remco Evenepoel en Wout van Aert zo populair? Omdat we hen het hele jaar zien koersen. In sport is sociale identiteit belangrijk. Sportliefhebbers associëren zich met bepaalde verhalen of persoonlijkheden. Dat gebeurt niet als je alleen op grote kampioenschappen iemand hard ziet lopen of hoog ziet springen. Dat blijft niet hangen.

Kim Gevaert en Eline Berings. © Debby Termonia

Meetings duren tegenwoordig maximaal twee uur, onder het motto: korter en flitsender. Maar veel levert dat niet op?

Gevaert: Ik schrok enorm toen ik vorig jaar voor het eerst het Excelbestand met de precieze timing van alle nummers op het hoofdprogramma van de Memorial zag. Hoe strak we dat, opgelegd door de Diamond League, moeten volgen. Bijna tot op de seconde. De wereld versnelt, dus moeten we daarin meegaan.

Berings: Ik heb er soms moeite mee. Een meeting mag geen vier uur duren, maar een wielerklassieker duurt zes uur en daar kijken toch ook veel mensen naar? Alles moet rapper, maar nu wordt er amper nog een opbouwfase gecreëerd tussen de nummers. Zelfs de voorstelling van de atleten moet almaar vlugger. Geef mensen de tijd om die gezichten te leren kennen, om atleten een dansje, een gek gebaar te zien doen. En als er tussen de nummers een pauze is van een paar minuten, geef kijkers dan meer achtergrond over de specifieke nummers en hun atleten, in woord en beeld.

Atletiek is een complexe sport. Als ik met vrienden die er weinig van kennen naar een meeting kijk, vragen ze continu: ‘Hoe zit dat juist? Waarom doet die dat?’ Als je uitlegt waarom Femke Bol veertien passen zet tussen de horden op de 400 meter of een kort filmpje van haar training toont, zijn ze meer geboeid.

Gevaert: Het is een feit dat atletiek, maar ook andere sporten, almaar meer concurrentie krijgt van grote evenementen of andere zaken waar mensen hun vrije tijd aan kunnen spenderen. Wilfried Meert zei me dat de Memorial tien, twintig jaar geleden in een mum van tijd was uitverkocht. Nu moeten we harder werken om publiek te lokken. Nochtans bieden we al lang veel meer aan dan alleen een atletiekmeeting. Ook dit jaar, met een lichtshow, een concert en een groot vipevent. De sfeer in het stadion moet de moeite waard zijn om geld voor te betalen.

Mensen komen ook voor de vedetten, voor duels. Maar die blijven schaars, buiten de kampioenschappen.

Gevaert: Je kunt helaas niet van alle grote namen verwachten dat ze van april tot half september elke week de meetings afschuimen en elke keer in topvorm zijn. Sommigen werken wel een druk programma af, zoals Femke Bol, anderen trainen liever en pieken naar een kampioenschap.

Berings: Op de halve fond (800 en 1500 meter, nvdr) en de hordennummers lopen de toppers wel meer tegen elkaar, maar die spreken het grote publiek niet altijd evenveel aan als de topsprinters. Zij ontlopen elkaar helaas wel, zowel bij de mannen als bij de vrouwen.

Gevaert: Met meer geld zou je die atleten wel kunnen lokken, ook voor een duel, maar elke meeting heeft zijn budget. Ook de Memorial. Als je inzet op een topaffiche op de honderd meter bij de vrouwen, moet je elders besparen.

Berings: Dan kom je bij het grootste probleem: er gaat te weinig geld om in de atletiek. Als de meetings niet overal te zien zijn op tv, waarom zou een grote sponsor daar dan miljoenen euro’s in steken? Waarom zouden meerdere bedrijven een atleet steunen als die amper één logootje, naast dat van de kledingsponsor, op zijn outfit mag dragen? Geef atleten meer publicitaire ruimte. Dat is allemaal veel te strikt gereglementeerd, zeker in de Diamond League.

Wat kan World Athletics, de internationale atletiekbond, doen?

Berings: Er is al veel geëxperimenteerd met nieuwe formats voor bepaalde nummers, maar niet altijd met evenveel succes. De manier waarop atletiek in beeld wordt gebracht, is wel veel verbeterd, met een betere weergave van tussentijden en snelheden. Een leuke innovatie zijn ook de wavelights aan de binnenkant van de piste. Die ‘hazenlampjes’ kunnen atleten volgen als ze een recordtijd willen lopen.

Gevaert: World Athletics zou wel meer verhaallijnen moeten creëren rond de atleten, met veel meer beeldmateriaal en interviews op de website en alle socialemediakanalen. Mensen moeten atleten ook naast de competitie leren kennen. Anders zullen ze hun gezichten en namen nooit onthouden.

Berings: Zet ook niet alles op één megagrote vedette. De atletiek had met Usain Bolt wel acht jaar lang een uithangbord, maar toen hij stopte, viel er een gat. De sport zou sterkere fundamenten hebben als er meer ‘kleinere’ sterren zouden zijn, waardoor de aandacht voor alle nummers groot is, niet alleen voor de 100 meter. Zelfs de subtoppers op mondiaal vlak, zoals ikzelf indertijd, kunnen in hun land veel impact hebben. Zet die ook meer in de picture.

Naar welke toppers en nummers kijken jullie het meest uit op het komende WK atletiek?

Gevaert: De 100 meter bij de vrouwen, waar lange tijd Shelly-Ann Fraser en Elaine Thompson de scepter zwaaiden, maar waar nu veel atletes aan elkaar gewaagd zijn: Shericka Jackson, Sha’Carri Richardson, Marie-Josée a Lou, Dina Asher-Smith, Shelly-Ann Fraser…

‘Bijzonder jammer dat Sydney McLaughlin net voor het WK heeft afgehaakt met een blessure. Ze is wereldrecordhoudster op de 400 meter horden en heeft nu de overstap gemaakt naar de 400 meter. Begin juli liep ze al een toptijd, een goeie seconde boven het stokoude wereldrecord van Marita Koch. Al is dat nog altijd een grote kloof.

Berings: Op de 400 meter horden heeft ze grenzen verlegd, door een nieuw stappenpatroon, maar op de 400 meter is een seconde sneller lopen inderdaad veel moeilijker. Helaas zullen we op het WK niet zien hoe dicht ze zou naderen op het wereldrecord.

Gevaert: Als alle omstandigheden meezitten – warm weer, brede bocht, rugwind – kan Noah Lyles misschien wel in de buurt komen van Usain Bolts wereldrecord op de 200 meter (19”19, nvdr). Hij liep vorig jaar al 19”31 op het WK en is ook dit jaar sterk op dreef.

Berings: Veel wereldrecords zie ik niet sneuvelen. Misschien nog door Ryan Crouser in het kogelstoten of Mondo Duplantis in het polsstokspringen, maar zij hebben vorig jaar al een heel scherp wereldrecord gevestigd. Dat opnieuw verbeteren wordt lastig.

In de loopnummers, van de sprint tot de lange afstand, verwacht ik ook veel hoogstaande duels. Dit seizoen zetten opvallend veel meer atleten een scherpe tijd neer, mede dankzij de nieuwe spikes met de verende carbonplaten en de nieuwe atletiekpiste. Maar de races vanaf de middellange afstand zullen allicht wat te tactisch zijn om een wereldrecord te verbeteren.

Cynthia Bolingo en Hanne Claes maken zeker kans op een finale op de 400 meter en de 400 meter horden.

Kim Gevaert

Belgische atletiekfans keken vooral uit naar Nafi Thiam, maar zij gaf vorige week forfait voor het WK. Te veel last van pijn aan de achillespezen. Eerder verklaarde ze dat ze met haar nieuwe coach Michael Van der Plaetsen uit haar comfortzone wilde treden en risico’s wilde nemen om het Europees record te kunnen verbeteren. Hoe verontrustend is dit?

Berings: Op je 28e van trainingsaanpak veranderen is mentaal verfrissend, maar het houdt altijd een risico in. Of deze blessure daar het gevolg van is, kunnen we van buitenaf moeilijk inschatten. Slijtage na tien jaar aan de top lijkt het me niet te zijn. Een ontsteking van de achillespees komt in de atletiek vaak voor, ook bij 21-jarige atleten.

Gevaert: Ik heb er mijn hele carrière last van gehad. Met veel preventieve oefeningen bleef de pijn soms een tijd weg, maar plots dook die dan toch weer op, zonder verklaarbare reden. Het is zaak om tijdig aan de noodrem te trekken en een oplossing te zoeken. Jammer, maar het is de beste beslissing.

Berings: Het is zeker veel te vroeg om Thiam nu al af te schrijven. In maart verbeterde ze nog het wereldrecord op de vijfkamp, hè. Fit blijven wordt wel haar grootste uitdaging. Alleen op haar best kan Thiam op de Spelen van Parijs Anna Hall, haar nieuwe grote uitdaagster, kloppen.

Welke Belgen maken nog kans op een finaleplaats of een medaille?

Gevaert: Cynthia Bolingo en Hanne Claes maken zeker kans op een finale op de 400 meter en de 400 meter horden, net als Ben Broeders in het polsstokspringen. In een topdag is hij misschien zelfs medaillekandidaat, maar Ben presteert zeer wisselvallig.

Berings: Voor een medaille komen alleen Noor Vidts – zeker na het forfait van Thiam en de Poolse Adrianna Sulek – als outsider op de zevenkamp, en de 4×400 meterploeg bij de mannen in aanmerking. De voorbije kampioenschapen dacht ik telkens: nu zal het niet meer lukken. En dan pakten ze tóch weer een medaille, of kwamen ze er heel dichtbij, zoals op de Olympische Spelen. Nu durf ik toch te stellen dat het bijzonder moeilijk wordt. Jonathan en Kevin Borlée zijn al 35, liepen beiden dit jaar nog niet onder de 46 seconden, Jonathan viel onlangs weer uit met een blessure… Het wordt meer rekenen op hun jongere broer Dylan, Alexander Doom en Robin Vanderbemden. Dat is al een tijdje zo trouwens.

Gevaert: Anderzijds neemt Jacques Borlée (de coach van de Belgian Tornados, nvdr) Jonathan en Kevin weer mee. Wegens hun ervaring, en omdat ze op één dag misschien weer het beste uit zichzelf kunnen halen. Zeker Kevin wordt twintig procent beter als hij een aflossingsstok vastneemt. Maar ooit komt de dag dat het niet meer lukt.

Kim Gevaert

1978: Geboren in Leuven.

2002: Zilver 100 meter EK.

2004: Zesde 200 meter Olympische Spelen.

2005: Zevende 200 meter WK.

2006: Europees kampioene 100 en 200 meter.

2007: Vijfde 100 meter WK.

2008: Olympisch kampioene 4×100 meter.

2022: Meetingdirecteur Memorial Van Damme.

Master in de logopedie.

Eline Berings

1986: Geboren in Gent.

2004-2020: Zeventienvoudig Belgisch kampioene 60 en 100 meter horden.

2005: Europese juniorenkampioene 100 meter horden.

2009: Europees indoorkampioene 60 meter hoorden.

2012: Halve finaliste 100 meter horden Olympische Spelen.

2014: Achtste 100 meter horden EK.

Sportpsychologe.

Ethisch consulente bij Sport Vlaanderen.

Cocommentator/analiste bij Sporza op atletiekkampioenschappen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content