Direct naar artikelinhoud
GetuigenissenThuisblijvende ouders

‘Wie niet werkt maar thuisblijft voor de kinderen, moet blijkbaar gestraft worden’: ‘huisvrouwenkwestie’ zet kwaad bloed

David Sente en Eva Fosseprez.Beeld Eva Beeusaert

De uitspraak van justitieminister Vincent Van Quickenborne (Open Vld) dat huisvrouwen ‘niet op kosten van de maatschappij’ mogen thuisblijven, jaagt heel wat vrouwen, en mannen, de kast op. ‘Wat hij eigenlijk zegt, is dat iedereen die geen betaald werk doet in deze maatschappij beter zou gaan werken. Dat vind ik wraakroepend.’

Letterlijk zei de minister het zo: ‘Vrouwen mogen thuisblijven om voor hun kinderen te zorgen, maar niet op kosten van de maatschappij’. Van Quickenborne had het over een specifieke groep, namelijk koppels waarbij de ene partner een werkloosheidsuitkering krijgt en de andere thuisblijft voor de kinderen. In dat geval krijgt de werkloze een hogere uitkering: 60 procent van het laatste loon van de werkloze. En dat wil de partij van de minister al langer verlagen naar 55 procent, het bedrag dat een alleenstaande werkloze krijgt.

Veel mensen horen in de uitspraak evenwel ook een gebrek aan respect voor huisvrouwen, en bij uitbreiding alle zogenaamd onbetaald werk. Dat zet behoorlijk wat kwaad bloed.

“Ik ben een vader van twee kinderen voor wie ik in het verleden een bepaalde tijd heb ‘vrijgemaakt’. Uit overtuiging.” David Sente (42) uit Diest is verontwaardigd. “Als de minister ergens geld wil halen, zijn er nog wel andere mogelijkheden. Hij zou beter eerst eens kijken richting vermogenswinst en belastingen voor multinationals vooraleer hij hardwerkende mensen in de schaduw culpabiliseert”. Sente benadrukt dat hij geen spijt heeft van zijn beslissing om thuis te blijven voor de kinderen.

Net als Eva Fosseprez, een jonge moeder van twee. Bij de geboorte van haar oudste zoontje, nu vijf jaar geleden, besloot ze haar job als psychotherapeute op te zeggen en fulltime thuis te blijven. “Voor ons gezin werkt dit heel goed. Maar zeker in het begin kreeg ik soms wel reacties van mensen die het niet goed snapten. Mijn beslissing vonden ze blijkbaar minder waard dan carrière maken.”

Eva Fosseprez besloot bij de geboorte van haar oudste zoontje om haar job op te zeggen en thuis te blijven: 'Voor ons gezin werkt dit heel goed.'Beeld Eva Beeusaert

Zelf ziet ze vooral de voordelen: meer tijd met de kinderen, meer rust voor alle gezinsleden. Al zijn er ook nadelen. “Je moet opletten dat je niet in een sociaal isolement terechtkomt. Daar had ik in het begin wel wat last van. Ondertussen zijn er een aantal mensen in mijn omgeving die dezelfde keuze gemaakt hebben, en loopt dat beter.”

Interne beslissing respecteren

Ook bij de Gezinsbond trokken ze grote ogen toen ze de afgelopen dagen de discussie zagen ontploffen. “Uit heel wat onderzoek blijkt dat zorg de hoofdreden is waarom mensen beslissen om thuis te blijven”, zegt Lutgard Vrints, beleidsmedewerker Werk en Gezin bij de Gezinsbond. De problemen in de kinderopvang, de wachtlijsten in de gehandicaptenzorg, de vakantiepuzzel die elk jaar weer gelegd moet worden. Ze kunnen allemaal meespelen in die keuze. “En dat is een interne beslissing van een gezin waar iedereen respect voor moet hebben.”

Van Isabelle Duquesne (43) uit Ieper mag de minister, en iedereen die een probleem heeft met onbetaald werk, eens een maand komen meedraaien in haar gezin. “Ik werkte vroeger als zorgkundige en deed dat heel graag. Maar omdat er geen aangepaste opvang te vinden was voor mijn zoon, die een zware beperking heeft, ben ik nu thuis. Ik zorg voor mijn zoon en dat is zowel fysiek als mentaal heel zwaar, maar als ik de politiek hoor lijkt het alsof ik een luierik ben. Dat doet erg veel pijn.”

David Sente: ‘Als de minister ergens geld wil halen, zijn er nog wel andere mogelijkheden.’Beeld Eva Beeusaert

Ze weet dat de minister het niet zozeer over haar had, maar toch voelt ze zich geviseerd. “Wat hij eigenlijk zegt, is dat iedereen die geen betaald werk doet in deze maatschappij beter zou gaan werken. Dat vind ik wraakroepend.” Ondertussen krijgt ze wel een uitkering, via het Persoonlijk Assistentiebudget van haar zoon. “Ik word 30 uur per week betaald, terwijl ik er 24 op 24 en 7 op 7 mee bezig ben. En dan komt zo’n minister zoiets zeggen? Ja, ik ben boos.”

Die te activeren groep van huisvrouwen en -mannen is ook eerder klein. Volgens een rapport van het Steunpunt Werk van de KU Leuven gaat het over 131.000 huisvrouwen en -mannen. Ter vergelijking, in 1990 waren dat er nog 700.000. De huisvrouwen tussen 25 en 54 jaar oud zijn voornamelijk van niet-Belgische origine (71,2 procent). Het gaat bij die groep ook vaak over laaggeschoolde vrouwen, die nooit gewerkt hebben en ook geen enkele andere vorm van inkomen of uitkering krijgen. Een heel kwetsbare groep dus. Hoeveel huisvrouwen of -mannen ook een partner hebben die werkloos is, de groep bij wie de minister dus de werkloosheidsuitkering wil verminderen, is onduidelijk.

Ook Carla, een vrouw met Portugese roots die al vijftien jaar in ons land woont, reageert boos. Haar man werkt, zelf blijft ze fulltime thuis voor de kindjes. In haar geboorteland is dat niet meer dan normaal. “Maar West-Europeanen, zeker ook Belgen, zijn geobsedeerd door carrières. Je moet werken en geld verdienen, en dat moet je dan vooral in je huis investeren. Dat zit er keihard ingehamerd bij jullie. Wie dat niet doet, moet blijkbaar gestraft worden.”

Straffen is geen goed plan, vindt ook de Gezinsbond. Daar staan ze niet te springen voor de verplichte activering van mensen die nog geen betaald werk doen. Vrints: “Dat is een moeilijk verhaal. Ieder gezin is anders. De overheid heeft niet altijd zicht op de situatie binnen een gezin. Het is de vrijheid van het gezin om te zoeken naar wat voor hen het best werkt. We zijn best voorstander van aanmoedigende maatregelen, maar alleen op voorwaarde dat die jobs haalbaar en lonend zijn. Dat is niet altijd het geval.”