© BELGA

Taxichauffeurs klappen uit de biecht: “Dan maar een Red Bull in de parenclub. Ze waren nog bezig”

Naar waar? Eerste keer dat u hier bent? De riedeltjes van de taxichauffeur zijn je vast bekend. De vragen die je vervolgens stelt, zijn dat ook: Drukke dag? Is het een leuke job? Voor het eerst geven ze – volledig anoniem – eerlijk antwoord op die vragen. “Er zijn van die zotten die maar blijven rijden.”

Arthur De Meyer

Uit de biecht

Wat houden bepaalde beroepen nu écht in? We laten mensen vrijuit over hun job praten. Volledig anoniem, zodat geen enkel potje gedekt hoeft te blijven.

“De taxi is meer vluchtweg dan job. De meesten van mijn collega’s vinden de lange uren en shiften niet erg. Die zitten liever in de auto dan thuis. Want er zijn weinigen wiens leven zich niet in een put afspeelt.” Louis* rijdt vlot en is nog vlotter van tong. Vlijmscherp zijn de salvo’s oneliners over ‘het leven’ die hij onderweg opraapte. Maar als hij over zijn job spreekt, moet je ‘zwartgallig’ aan het rijtje adjectieven toevoegen.

Want hoe word je taxichauffeur? “Werkloos zijn, bijvoorbeeld. Of je moet in schuldbemiddeling zitten. Of je bent een kersverse migrant die weinig meer dan gebroken Engels spreekt, of een sukkelaar die werkelijk niets anders kan… Schrappen wat niet past.” In het geval van Louis was het de eerste optie. Hij zat zonder werk, solliciteerde bij een taxifirma in de Antwerpse rand en mocht meteen beginnen.

“Ik vond dat louche. Pas zes maanden later vroegen ze me: Zeg makker, gij hebt toch een rijbewijs, he? Ik moest er toen om lachen, maar eigenlijk was dat niet grappig. Vooral: het was een zogezegd deftig bedrijf met deftige wagens. Alle chauffeurs moeten op z’n minst een hemd aandoen, maar nog liever een blazer. Ding was echter: in die blazers en goedkope witte hemden zaten enkel sukkelaars. Het was snel duidelijk: ik ben hier den normale. Er waren dus mensen die nog dieper zaten dan ik.”

1.500 euro netto

“Een shift duurt 12 uur. Met wat ‘normale’ overuren erbij kom je op 50 uur per week. Dat is 200 uur op een maand en ik had 1.500 euro netto. Geen maaltijdcheques, niets. Na enkele maanden stelde ik vast veel te moeten telefoneren voor het werk. Dus vroeg ik of er mogelijkheid zou bestaan om een gsm-abonnement van het werk te krijgen. De baas? Die lachte mij gewoon uit. Het was ietsjes beleefder dan dat, maar zijn antwoord kwam neer op: Bek dicht en taxirijden.”

“Na enkele maanden stelde ik vast dat ik veel moest telefoneren voor het werk. Dus vroeg ik of het mogelijk was een gsm-abonnement van het werk te krijgen. De baas lachte mij gewoon uit”

*Louis

Was dat om Louis zijn work-life­balance toch ietwat probeerde te bewaken? “Als er telefoon kwam aan het einde van de shift om nog een ritje Zaventem te doen, bedankte ik vriendelijk. Misschien had ik het beter wel gedaan. Wie extra ritten aanneemt, is ‘ne goeie’. Er zijn van die zotten die maar blijven rijden, dagen van 18 uur zijn geen uitzondering. Als ze ritten blijven sturen en je blijft die aannemen, mag je blijven gaan tot je erbij neervalt of ergens tegen rijdt.”

48 uur wakker

Louis heeft een hypotheek en een huishouden. Dankzij de fooien – op een goeie maand is dat tussen de 300 en 500 euro – kon hij overleven. Was er ooit een tijd dat taxichauffeurs goed hun kost konden verdienen? “De klassieker bestond eruit om op terugweg naar de centrale nog klanten aan discotheken of cafés op te pikken. Dan zijn de mensen zat, vrijgevig en hebben ze vaak liquide geld op zak.” Die praktijk stamt echter van voor de tijd van gps-trackers en sensoren.

“Zwart rijden is vandaag vrijwel onmogelijk”, zegt Bert*, een andere taxichauffeur uit het Antwerpse. “Al onze wagens hebben sensoren op de achterbank. Als er iemand gaat zitten, worden die getriggerd. Zodra je dan vertrekt, gaat de meter aan. Het is me al overkomen dat een tas of jas die sensoren opgezet hebben. Da’s een gezever vanjewelste om die rit uit de meter te halen.” In het bedrijf van Louis waren er nog enkele oudere wagens, zonder. “Die oude bakken zijn, zeker ’s nachts, heel erg gewild. De reden waarom: daar hoef ik geen tekening bij te maken.”

Fulltime kan je er – zeker in verhouding tot de werkuren – niet al te goed van leven. Heel wat collega’s klussen bij. Of de taxi is de klus. Zo werken heel wat truckchauffeurs tussen hun opdrachten door bij taxibedrijven, zegt Louis. “Goed en lang rijden, kunnen ze. Maar eigenlijk is het gestoord dat als hun tachograaf hen verplicht om te gaan rusten, dat ze een vrachtwagen mogen ruilen voor een taxi. Wij hadden er ene die graaf deed om het feit dat hij al 48 uur wakker was toen hij aan zijn shift begon. Maar aan het einde van de maand hebben zulke mensen wél een deftige pree.”

Overuren en dubbele shifts

Een standplaats voor taxi’s bij een groot Brussels station. Op een weekdag, net voor lunchtijd. Rachid* schrikt wakker als er op het raam getikt wordt. Hij wrijft de slaap uit zijn ogen en rolt het venster naar beneden: “Waar moet u heen?” Nergens, of hij op enkele vragen wil antwoorden? Zeker, tot er een klant aankomt, heeft hij tijd. “Het is niet dat ik iets anders of beters te doen heb.”

Hij verontschuldigt zich voor zijn tukje. Normaal doet hij de nachtshift, maar vandaag vervangt hij een zieke collega. Zijn laatste nachtshift? “Vier uur geleden. Ik ga gewoon door.” Het is strikt gezien illegaal en niet bepaald veilig, maar hij kan er naar eigen zeggen goed tegen. “Het grootste voordeel is dat ik door kan tikken. Dat kan een leuke bonus opleveren.” Rachid legt uit dat in zijn bedrijf de chauffeur een procentje opstrijkt zodra die een omzet van 400 euro haalt. “Omdat ik niet gestopt ben, loopt mijn shift door. Dan raak je daar sneller aan.”

Die bonussen lijken standaard in de sector. Het bedrijf waar Louis werkt, hanteert een minimum van 500 euro vooraleer de chauffeur deelt in de winst. Dat van Bert ook. Het is, aldus de drie chauffeurs, de voornaamste motivatie om overuren te kloppen. Ver voorbij de redelijkheid.

Overgeven? Boete betalen

Nachtshiften zijn door de band erg gewild. “De tarieven zijn hoger en er is gewoon meer werk, meer fooi, meer alles...”, zegt Bert. Voor Louis zijn die nachten vooral synoniem voor “meer zatlappen”. Meer dan eens keek een passagier te diep in het glas, om dan om 5 uur ’s ochtends in de taxi over te geven. “Daar hebben we een ‘boete’ van 100 euro voor. Soi-disant voor de kuisfirma die het hele interieur héél grondig moet poetsen. Lol. Dat is uiteraard een dikke leugen. Je zet de klant af, gaat naar een tankstation en daar kuis je dat zelf op.” De sterk geurende Arbres Magiques hangen er met een reden. “50 euro is dan voor de baas en 50 euro is voor jou. Als ze cash betalen, moet de baas dat niet weten en is de 100 euro voor mijne zak. Soms vroeg ik 150 euro. Zeker bij boertig crapuul.”

Daarom rijdt Louis liever overdag. “Beste van al: veel van uw passagiers zijn dan niet eens mensen. Regelmatig bracht ik pakketjes van labo’s naar ziekenhuizen en terug. Of mensen die slecht ter been zijn en dan bellen om flessen drank te leveren. Vaak moet ik die afzetten aan OCMW-woningen. Zo had ik een vaste klant. Elke dag een pak sigaretten en een fles sterkedrank. An sich: dat was altijd een ritje van 8 euro. Amper duurder dan Deliveroo dus en het babbeltje kreeg die sukkelaar er gratis bij. Mijn baas had dat op een bepaald moment in het snotje en zei me: Meter aanzetten voor ge toekomt. Die kan zijn zetel toch niet uit. Er werken veel vieze mensen in deze sector.”

“Voor overgeven hebben we een ‘boete’ van 100 euro. Soi-disant voor de kuisfirma die het hele interieur héél grondig moet poetsen. Lol. Dat is uiteraard een dikke leugen”

*Louis

“Hier: 200 euro, ’t is mijn verjaardag”

Het is een harde, ondankbare stiel. Zoveel is duidelijk. Toch zijn er momentjes van kleinmenselijk geluk die de chauffeurs bijblijven. “Ik had zo enkele vriendelijke bejaarde dagzuipers”, zegt Louis. “Hun stamkroeg belde dan steevast rond 16 uur. Perte totale, kom maar inladen. Maar niet voor ze je getrakteerd hebben op een koffietje.”

Rachid en Bert onthouden beiden heel wat interessante gesprekken te hebben gevoerd in hun taxi en oprecht boeiende mensen te hebben ontmoet. “Dat zeggen ze allemaal, je moet íéts zeggen. Zeker is wel: je ziet… euhm… kleurrijke plekken”, aldus Louis. “Zo heb ik ooit een Red Bull gedronken aan de bar van een parenclub. Meneer en mevrouw waren nog bezig, daar vanachter.”

Maar de meest memorabele passagiers zijn die met de best gevulde handdruk. Het record van Bert is 150 euro. Rachid kreeg ooit zo 200 euro. “Een jong meisje moest naar de luchthaven van Parijs. Ze moest en zou een vlucht halen. Ik ben flink op de champignon gaan staan en ze is er geraakt. Achteraf kreeg ik telefoon van een soort secretaresse of assistente die het allemaal geregeld had. Zelden zo veel stress en angst horen omslaan in zo veel opluchting. Kortom: ze was me zeer dankbaar. En dat liet ze merken.”

Ook Louis herinnert zich zijn dikste fooi. De opdracht: één passagier bij een chic restaurant. “Het was een iets oudere vrouw. Ze vertelde dat ze was gaan eten voor haar verjaardag. Moederziel alleen. Geld is dus duidelijk niet alles.” Ze duwde achteraf een veelvoud van de restaurantrekening in zijn hand. “Hier, voor u, voor de babbel en omdat ik jarig ben, zei ze me.”

*Louis, Bert en Rachid zijn schuilnamen