Direct naar artikelinhoud
InterviewAudrey Hanard

Audrey Hanard over de moeilijke maanden bij Bpost: ‘Wat me het meest stoort, is dat bijna niemand van de betrokken leidinggevenden lijkt te beseffen dat een rode lijn overschreden is’

Audrey Hanard: ‘Geld houdt me niet bezig. Macht is wel een aandachtspunt, zeker omdat ik zelf nog altijd niet besef dat ik ze überhaupt heb.’Beeld Eva Beeusaert

Audrey Hanard (37) moest het gezicht van de vernieuwing bij Bpost worden maar ze werd de loods van een zwalpend overheidsbedrijf zonder stuurman. Buigen doet ze echter niet. ‘Ze hebben geprobeerd misbruik te maken van mijn gebrek aan ervaring.’

Zeven maanden geleden moest Audrey Hanard, als voorzitter van de raad van bestuur, Bpost plots door een van zijn diepste crises loodsen. Zeven maanden geleden werd Hanard ook voor het eerst moeder. Even spontaan als trots haalt ze haar telefoon boven om een foto te zoeken van haar dochter. “Ik dacht dat ik nooit zo’n moeder zou worden, maar ik ben de ergste van allemaal”, zegt ze lachend. “Kijk hier, ze weet duidelijk al wat ze wil.”

“Ik had me mijn moederschapsverlof anders voorgesteld”, zegt ze nuchter over de samenloop van die private en professionele agenda. “Eigenlijk wilde ik tekenles nemen. Het was bizar, maar ik probeer er de positieve kant van in te zien. Aangezien ik thuis zat, had ik wel tijd en energie om het bedrijf door de crisis te helpen. Als het dan toch ooit moest gebeuren, dan was dit misschien wel het juiste moment.”

Als relatief onbekende en weinig ervaren bestuurder werd Hanard twee jaar geleden voorzitter bij Bpost. Het werden woelige jaren. CEO Dirk Tirez moest vertrekken, samen met een stoet directeurs, in een wolk van duistere verhalen over de concessie van het subsidiecontract over de bedeling van kranten, en mogelijk ook misstanden bij andere overheidsopdrachten. Het gerecht onderzoekt nog of de grote media­bedrijven met de Bpost-leiding samenspanden.

Onvermijdelijk werd Hanard meegesleurd. Wat wist ze? Wat had ze moeten weten? Maar de vrouw die op een zomerse donderdagmiddag plaats neemt aan een ruime tafel van restaurant Camionette voor een verfrissende, veganistische lunch lijkt niet gebukt te gaan onder gewetensnood. “Mijn leven is het voorbije halfjaar enorm veranderd, maar ik ga daar niet over zeuren. Ik ben sowieso niet iemand die lang stil kan zitten. Ik heb ooit tien dagen aan een stuk gemediteerd. Dat was pas zwaar.”

BIO
•  geboren in 1985, woont met haar partner en haar dochter in Londen, waar ze werkt als consultant bij Dalberg • is sinds 2021 voorzitter van de raad van bestuur van Bpost • studeerde aan de Solvay Brussels School of Economics and Management, en aan Columbia University in New York • werkte van 2008 tot 2016 bij het adviesbureau McKinsey

Waarom wilde u dat gaan doen?

“Drukke mensen die willen mediteren moet je opsluiten, zeggen ze, en dat heb ik dus gedaan. Ik trok naar India. Ik ken het land een beetje, ik ging er op Erasmus. Ik heb daar ook yoga ontdekt, maar pure meditatie is heel anders. Dan zit je letterlijk stil, tien, elf uur per dag. Je mag niks doen, alleen vooruitkijken. Je mag niemand in de ogen kijken, je mag niet praten. Geen fysiek contact, niet de minste aanraking. Geen sport, geen yoga, niks. Dan komen er dingen boven…”

Mediteert u nu nog weleens?

“Tijdens de yoga. Bij het begin of eind van elke sessie is er vijftien minuten meditatie. Dat is niks, vergeleken met tien dagen.”

Helpt het u de drukke agenda vol te houden?

(glimlacht) “Ik waardeer uw bezorgdheid, maar ik heb helemaal niet het gevoel dat ik iets moet ‘volhouden’. Ik vind die drukte best prettig. Ik heb veel energie, en yoga helpt me om even stil te staan en na te denken over de volgende stappen. Maar het is niet zo dat ik me door de dagen moet slepen, snakkend naar wat ontspanning.”

We kennen u van Bpost, maar eigenlijk werkt u in Londen voor Dalberg, een consultancybedrijf dat zich richt op ethisch en duurzaam ondernemen. Wat is het verschil met ‘gewone’ consultancy?

“Dalberg geeft net zoals als andere consultants advies, maar dan gericht op maatschappelijke en ecologische impact. Onze klanten zijn vooral grote stichtingen, de VN, soms regeringen. Zelf werk ik vooral op onderwijs en gelijkheid. Hoe krijg je kinderen weer in school na covid bijvoorbeeld? Concrete vraagstukken, om strategische programma’s impactvol te maken.

“Al toen ik ging studeren, wist ik dat ik iets wilde doen dat sociale impact zou hebben. Ik ben dan bij McKinsey begonnen, maar heb daar duidelijk gemaakt dat ik vooral wilde bezig zijn met de publieke of sociale sector. Dat lukte, maar niet altijd. En na verloop van tijd kwamen ook een paar vragen bij me op.”

Zoals?

“Over het loon dat ik verdiende, over de prijs die klanten moeten betalen voor dat werk.”

U vond dat u te veel verdiende?

(glimlacht) “Euh, ja, eigenlijk wel. Als ik zag wat een klant voor een dag van ons team betaalde, knaagde dat. Ik zou het voor mezelf moeilijk vinden om ’s avonds naar huis te gaan en me voortdurend te moeten afvragen of ik echt wel zo veel waard geweest ben voor mijn klanten. Dát was nu eens een bron van stress voor mij. Ik zeg dat met alle respect voor mijn collega’s in die sector. Als je rapport leidt tot meer omzet of minder kosten, ben je je geld waard. Maar mijn interesse zit in de maatschappelijke impact, en dan vind ik het veel moeilijker om uit te leggen dat je zoveel belastinggeld zou gaan opeisen voor je ideeën.

“Geld triggert mij niet. Dalberg zoekt geen maximale winst, maar moet wel rendabel zijn om te kunnen blijven werken. Dat is eigenlijk het principe van de donuteconomie van Kate Raworth. Er is altijd een minimum om als maatschappij goed te leven. Dat gaat over materiële welvaart, maar ook over welzijn. En er is een plafond, waar je niet boven kunt zonder de limieten te overschrijden van wat de planeet aankan. Tussen die twee grenzen − minimum en maximum − zit de spanning. Maar daar zit wel veel ruimte tussen.”

‘De kranten die het felst naar Bpost uithalen, hebben mogelijk zelf deel uitgemaakt van een kartel. Maar daar lees je niets over.’Beeld Eva Beeusaert

Hebt u het boek When McKinsey Comes to Town gelezen?

“Nee, maar ik ken de kritiek. Eerlijk, ik was ook sceptisch toen ik daar begon. Maar vandaag vind ik consultancy een mooie sector, zeker voor jonge starters. Ik kan niks verkeerds zeggen over McKinsey. Je investeert er veel in, maar je krijgt ook veel, zowel qua ontwikkeling als qua betrokkenheid.”

Er zit ook een cynische kant aan. Consultants worden soms ingehuurd om het vuile werk te doen binnen het bedrijf: jobs schrappen, wetten omzeilen…

“Dat heb ik bij McKinsey nooit gezien. Natuurlijk zijn er momenten waarop je moet nagaan waar iets niet goed loopt en waar je moeilijke beslissingen moet overwegen. Maar ik heb nooit geweten dat consultants werden ingehuurd om te zeggen wie moest vertrekken. Het advies is nooit zomaar: schrappen en dumpen.”

Meerdere toplui bij Bpost hebben een verleden met McKinsey. Dat wekt de indruk van een ons-kent-ons-netwerk.

“Men doet alsof wij binnen Bpost een geheime loge vormen, die de macht onderling verdeelt en met geheime codes communiceert. Onzin. Ik ken ook mensen uit de Vrijdaggroep die nu voor Bpost werken. Is dat dan ook een probleem? Een van de eerste dingen die ik gedaan heb toen ik erbij ben gekomen, is stoppen met werken met losse consultancycontracten zonder formele overeenkomst. Voor elk nieuw consult wordt nu een tender uitgeschreven, zodat er concurrentie en keuze is. Dus men kan mij niet verwijten dat ik McKinsey voortrek, want ik heb eigenlijk de praktijk gestopt om uit gewoonte altijd eerst naar hen te gaan.

“Ik vind het verbazingwekkend om dan in de krant te lezen over ‘het geheime McKinsey-netwerk van Bpost’. Men probeert op de vrouw te spelen, niet op de bal. Het is allemaal nogal doorzichtig.”

Uw cv is atypisch voor een voorzitter van Bpost.

“Toen ik werd gebeld, begreep ik snel dat ze naar een vrouw zochten, maar ik had niet onmiddellijk door dat ze naar mij zochten. (lacht) Toen besefte ik dat men op zoek was naar vernieuwing. Iedereen weet dat je gaat moeten hervormen bij Bpost. Maar het is niet omdat iedereen het weet, dat het makkelijk wordt. Dus denk ik niet dat er velen stonden te springen om dat mandaat op te nemen.”

Waarom wilde u het wel doen?

“Een deel van wat ik binnenbreng, zit in wat ik niet binnenbreng. Ik heb geen veertig jaar ervaring in het bedrijfsleven. Ik beweer niet alle antwoorden te hebben. Ik breng wel een zekere bedrijfservaring mee. En een zin voor open discussie. Gezond verstand ook. Natuurlijk denk je: waarom ik? Die twijfel is wel iets vrouwelijks. Een man zou in mijn positie wellicht meteen gevraagd hebben waar hij moest tekenen.

“Ik heb nooit een plan gehad voor waar ik tien jaar later wilde staan. Ook nu niet. Misschien ben ik over tien jaar wel huismoeder.”

Hoe ziet u de toekomst van Bpost?

“Bpost moet een globale speler in e-commerce worden, verankerd in België. Brieven en e-commerce, dat is eigenlijk hetzelfde vak: dingen rondbrengen bij de mensen. Alleen mogen we niet tevreden zijn met dat rondbrengen, we moeten stroomopwaarts op die waardeketting gaan om klanten te bedienen. Onze dochterbedrijven Radial US en Radial Europe doen dat al.

“Als je op een webshop iets aanklikt om te kopen, moeten wij in actie komen om je pakketje samen te stellen, in te pakken en te bezorgen. Nu doen we in België vooral dat laatste. We moeten de ambitie hebben om voor klanten de stocks te beheren en pakketten te verzorgen. Voor veel sterke kmo’s is het een grote uitdaging om een performante digitale service te leveren, stocks te beheren, internationaal te verkopen. Wij kunnen dat voor hen doen.”

Dat is toch een totaal ander bedrijf dan Bpost nu is?

“Het is een logische evolutie. Het is ook een manier om strategisch onafhankelijk te worden van de Amazons van deze wereld. In plaats van af te hangen van hun volumes en goodwill, gaan we zelf een beetje Amazon worden. Met dat verschil dat wij niks zelf gaan verkopen.

“Veel bedrijven willen hun producten niet op Amazon slijten. Omdat ze de relatie met hun eigen klant willen behouden of bijvoorbeeld omdat ze de verpakking in eigen beheer willen houden. Voor zo’n klanten komt Bpostgroup als geroepen. Wil je als verkoper producten samen in één mooie doos stoppen, wil je er een leuk briefje bij doen? Prima, wij kunnen die flexibiliteit bieden.”

Is e-commerce een overheidsopdracht?

“Er blijft voor Bpost een grote maatschappelijke rol weggelegd. Dat merkte je tijdens de covidcrisis: de postbode was vaak de enige persoon die mensen buiten hun bubbel nog zagen. Zeker bij oudere mensen is de postbode een baken. In een samenleving die vergrijst, zou het gek zijn om te zeggen dat je dat niet meer nodig hebt.”

‘Wat me het meest stoort, is dat bijna niemand van de betrokken leidinggevenden lijkt te beseffen dat een rode lijn overschreden is.’Beeld Eva Beeusaert

Dat staat haaks op het toekomstbeeld dat u net hebt geschetst.

“Beide taken zijn complementair. En ook dienstverlening met de staat als klant blijft een rol die wij willen blijven vervullen. Het is niet omdat daar vandaag, op de manier waarop sommige dingen in het verleden zijn behandeld, een probleem mee is, dat we die historische rol plots niet meer zouden kunnen opnemen.”

Is die rol van dienstleveraar van de overheid momenteel niet te groot binnen het geheel?

“Dat staat voor ongeveer 10 à 15 procent van onze totale omzet. Men maakt dat graag groter dan het eigenlijk is.”

Vier miljard volgens het boek Bpost holdup.

“Ach, dat cijfer weer… Het is erg kwalijk om dat bedrag weg te zetten als een soort buit die Bpost bij de overheid zou hebben weggeroofd. Die 4 miljard euro is alles bij elkaar opgeteld wat we kregen voor alle diensten die we over de laatste tien jaar aan de overheid hebben geleverd, en dan nog kom je er niet helemaal aan. Dat is niet de marge die we hebben gemaakt en het is nog minder de winst die daarop is gemaakt. In het geval van de krantenconcessie gaat het zelfs over een contract met heel weinig marge. Minder en minder zelfs, gezien de volumes dalen.”

Het blijft veel geld.

“Het gaat ook om veel diensten die geleverd zijn, en die tegen die prijzen waarschijnlijk door niemand anders kunnen worden gedaan.”

Toch wordt nu onderzocht of Bpost niet systematisch te veel factureerde aan de overheid. Vooral het contract voor de krantenbedeling ligt onder de loep. Wanneer besefte u dat er iets niet in de haak zat?

“Dat hangt ervan af hoe u dat definieert. Toen ik eraan begon, wist ik het alleszins niet. Wel hoorde ik na een tijdje vermoedens dat er misschien iets niet pluis was. Dat is ergens in de loop van de lente 2022 geweest. We hebben dan uiteindelijk een audit gedaan, en dan is stap voor stap gebleken dat er inderdaad iets hoogstwaarschijnlijk fout zat bij de opvolging van de toen lopende aanbesteding voor de persconcessie. Het is niet zo dat dat vanaf dag één heel duidelijk was. En trouwens, voor het krantencontract is er geen sprake van overfacturatie, wel over ongeoorloofde afspraken.”

Menig analist concludeert eruit dat Bpost beter volledig geprivatiseerd wordt.

“Eigenlijk heb ik daar niets over te zeggen. Dat is een beslissing van de aandeelhouders. Er zijn bij Bpost een aantal regels geschonden. Wat me het meest stoort aan deze zaak, is dat bijna niemand van de betrokken leidinggevenden lijkt te beseffen dat er een rode lijn overschreden is, waarschijnlijk ook door andere acteurs dan Bpost. De vraag is dan: zou dat niet gebeurd kunnen zijn in een privébedrijf? Ik ben niet overtuigd. Deze crisis bij Bpost gaat over hoe je als bedrijf omgaat met mededingingsregels en met overheidsopdrachten. Dit had in een privébedrijf ook kunnen gebeuren.”

Een van de kritieke punten is dat bij overheidsopdrachten meer duurdere, statutaire werknemers werden ingezet om zo de prijs op te drijven.

“Op zich klopt dat: er werken meer statutaire medewerkers van Bpost op het krantencontract. In de bedeling van kranten en poststukken zitten meer statutaire medewerkers dan in andere, meer businessgerichte afdelingen. Dat is helemaal geen geheimzinnig complot tegen de staat om extra geld op te halen, wel een economisch onderbouwd model. Dat is allemaal netjes berekend en gevalideerd door de Europese Commissie, na zeer grondig onderzoek. Dat model wordt nu in een slecht daglicht geplaatst, maar eigenlijk is het volledig transparant berekend.”

Ondanks alles blijft Bpost kandidaat om de nieuwe concessie voor de krantenbedeling binnen te halen. Voor wie is die concessie het belangrijkst? Voor de kranten of voor Bpost?

“Voor iedereen. Als de mediagroepen tegen een hogere kost de kranten zouden moeten rondbrengen, zouden ze die krant duurder moeten maken. Dat zou hen abonnees kunnen kosten. De overheid ziet die subsidie als een ondersteuning van de vrije pers in een democratie. Bpost wil die maatschappelijke rol vervullen. En het levert tewerkstelling op, daar hoeven we niet flauw over te doen. Als we het contract verliezen, zullen we ons moeten afvragen wat de mensen die nu de kranten rondbrengen gaan doen.”

U zegt: geen krantencontract is gelijk aan massaal banenverlies.

“Neen, ik zeg dat dit voor ons een belangrijk contract is. Als we het verliezen, zullen we in eerste plaats andere activiteiten moeten zoeken.”

Veel journalisten willen persoonlijk liever af van dat contract. Omdat het de indruk wekt dat journalistiek niet onafhankelijk is.

“Weet u wat mij het meest stoort aan de berichtgeving over Bpost? Dat de kranten die het felst naar ons bedrijf uithalen mogelijk zelf deel hebben uitgemaakt van een kartel. Maar daarover lees je niets. In al die analyses gaat het voortdurend over alles wat Bpost mogelijk verkeerd heeft gedaan. Maar wij zaten daar niet alleen, hè, aan die onderhandelingstafel. Waarom schrijven jullie daar nooit over?”

We zijn er nu over bezig.

“U moet toegeven dat over dat aspect weinig wordt geschreven. Terwijl dat toch het maffe van dit verhaal is: dat daar plots een van de meest media- en politiek geladen kartelzaken opduikt die ooit in België bestaan heeft, met twee grote mediagroepen in Vlaanderen, die daar duidelijk zitten om een gemeenschappelijk belang te verdedigen. Dat is ook interessant, niet?”

Ook vanuit menselijk opzicht is die kwestie van het krantencontract bijzonder, met directeurs die plots veranderen in vijanden die elkaar mee de dieperik in trekken.

“Dat is voor mij het moeilijkste in dit verhaal: het menselijke leed hierrond. Ik lees wat ik lees en ik zie wat ik zie. Net als iedereen heb ik wel mijn vermoeden over wie die interne boodschappen lekt, en waarom.”

Er wordt dan vaak naar oud-CEO Dirk Tirez gekeken.

“Geen commentaar. Ik zeg alleen dat ook ik zie dat bepaalde berichten op directieniveau onder elkaar werden gestuurd om elkaar mee in het bad te trekken. Dat is wel een heel rare vorm van collegialiteit. Ik kan me voorstellen dat het voor een individu erg lastig is om plots in de media bij naam genoemd te worden in het kader van een onderzoek. Terwijl elke betrokkene er op zijn manier wellicht oprecht van overtuigd was dat hij alleen het bedrijf wilde helpen. En dat je het dan unfair vindt dat jij genoemd wordt en een ander niet… Er zijn dingen gebeurd die niet door de beugel kunnen en het is goed dat ze worden uitgezocht. Maar op individueel niveau leeft bij alle betrokkenen een groot gevoel van unfairness, en dat begrijp ik wel.”

Uw naam raakte ook besmeurd.

“Ach, het voordeel van een jonge dochter hebben, is dat je dingen in perspectief zet. Ik begrijp waarom mensen dingen proberen, waarom ze ook mij erbij willen sleuren. Mijn imago laat me redelijk koud. Ik ben niet in deze rol gestapt om een bekende figuur te worden.”

‘Ik zeg nooit ergens neen tegen. Er is veel marge voor voorstellen binnen of buiten de politiek waar ik ooit mogelijk ja op zou zeggen. Als ik voel dat ik iets kan bijbrengen, waarom niet?’Beeld Eva Beeusaert

Was ontslag voor uzelf ooit een optie?

“Natuurlijk. Als ik hier zit, is dat omdat ik het gevoel heb dat ik nog de steun geniet van de raad van bestuur, van de medewerkers bij Bpost en van de politieke wereld. Ik heb aan minister van Overheidsbedrijven Petra De Sutter (Groen) gezegd dat ik gerust wilde opstappen als ze dat beter vond, maar ze heeft me haar steun gegeven. Idem voor de raad van bestuur.

“Op een bepaald moment ging het onvermijdelijk over ons eigen functioneren. Ik heb dan gezegd dat ik een kwartier naar buiten zou gaan en dat ze maar moesten beslissen of ze nog vertrouwen in mij hadden. Zolang ik het gevoel heb dat ik iets kan bijbrengen, zal ik ervoor gaan, maar ik hang niet vast aan dit postje.

“Iemand als Jacinda Ardern (oud-premier Nieuw-Zeeland, red.) is een inspiratie. Dat je, als je voelt dat je de energie niet meer hebt of niet meer de juiste persoon op de juiste plek bent, dan ook weggaat. Gewoon, omdat het kan.”

U hebt als bestuurder vrij weinig ervaring. Hebben mensen daarvan willen profiteren?

“Ja. Men heeft geprobeerd misbruik te maken van mijn gebrek aan ervaring. Ik heb toch een aantal mensen duidelijk moeten maken dat ik niet over me heen laat lopen. Kijk, jong en naïef lijken, kan ook een voordeel zijn. Het is een nadeel, want mensen gaan dingen proberen. Maar het is ook een voordeel, want ze denken dat je nog net iets naïever bent dan het geval is, dus wagen ze zich te ver, en doorzie je hun trucs.

“Ik ben in deze rol gedwongen. Het is eigenlijk aan de CEO om het bedrijf publiek te vertegenwoordigen, maar plots was er geen vaste CEO en iemand moest de boodschap wel uitdragen. En dan is het wel een voordeel om een gezin en een job in Londen te hebben. Terwijl hier het gekrakeel losbarstte, zat ik alweer op de trein.”

Vindt u van uzelf dat u fouten heeft gemaakt?

(fel) “Ik had nog sneller naar buiten moeten komen. Ik heb geaarzeld omdat het niet in mijn DNA zit, maar we hadden sneller zelf kunnen uitleggen welke acties we zouden ondernemen. Nu hebben we anderen het frame laten bepalen. Niet alleen in de media, ook in het parlement.”

Dat men wijst op uw PS-etiket, is dat ook op de vrouw spelen?

“Ik heb geen partijkaart, van geen enkele partij. Als de PS een oude bekende benoemd zou hebben, zouden ze hebben gezegd: typisch PS! En als ze een nieuwe stem zoeken, is het van: een handpop van Magnette! Ik vind het ook verrassend dat ze uiteindelijk bij mij zijn uitgekomen, maar het is nu ook weer niet zo dat er in die partij geen andere mensen zoals ik rondlopen.”

U zat samen met staatssecretaris Thomas Dermine in de Vrijdaggroep, u studeerde samen aan Solvay Business School, u zat allebei bij McKinsey…

“Dat heeft er echt niets mee te maken, ook al kennen we elkaar goed. Ook Amaury Caprasse (directeur van de PS-studiedienst, ook ex-Solvay en ex-McKinsey, red.) ken ik goed, al sinds onze studententijd. Het is alweer niet zo dat wij een geheim genootschap vormden.

“Ik denk dat de PS echt wil vernieuwen. Dat ze daarom op zoek gaat naar profielen die een synthese kunnen brengen van de voordelen van de vrije markt en het algemeen belang. Wat ik met de partij deel, is het hart voor onze werknemers. En ik zou het een enorme mislukking vinden als wij morgen een sociaal plan zouden moeten afkondigen omdat we dingen te ver hebben laten komen.”

De PS wordt dan ook verweten dat ze Bpost alleen ziet als een ‘tewerkstellingsmachine’ op kosten van de staat.

(fel) “Denkt u nu echt dat een CEO van een privébedrijf staat te juichen als hij een sociaal plan moet afkondigen? Dan heb je toch altijd ergens gefaald. Kijk naar wat nu bij Delhaize gebeurt. Dat kost handenvol geld en is slecht voor de reputatie van het bedrijf. Als je zegt dat je dat scenario wilt vermijden, wil dat toch niet zeggen dat je een bedrijf louter als platte tewerkstellingsmachine ziet? Om dat vermijden, moet je soms juist moeilijke beslissingen nemen.”

Dat begrijpt de PS ook?

“Dat denk ik wel. De vakbonden zijn in elk geval mee. Uiteraard verdedigen ze de belangen van de werknemers. Maar zij begrijpen wel dat een status quo niet haalbaar is. Dan is de vraag wat de beste opties zijn, die het minst moeilijk zijn voor iedereen in het bedrijf. Maar zelfs die opties blijven moeilijk. “

‘Ik ga niet samenwerken met het Vlaams Belang, maar verder is er veel marge voor voorstellen binnen of buiten de politiek waar ik ooit mogelijk ja op zou zeggen.’Beeld Eva Beeusaert

Zou de actieve politiek iets voor u zijn?

“Zeker niet nu.”

Dat is geen neen.

“Ik zeg nooit ergens neen tegen. Ik ga niet samenwerken met het Vlaams Belang, maar verder is er veel marge voor voorstellen binnen of buiten de politiek waar ik ooit mogelijk ja op zou zeggen. Als ik voel dat ik iets kan bijbrengen, waarom niet? Als je het me nu vraagt, kijk ik met meer interesse naar het sociaal entrepreneurschap. Be education, Duo for a Job, Singa, Teach for Belgium, Debateville: zij maken het verschil! Maar op korte termijn wil ik graag een grote impact bij mijn dochter. Dus ja, huismoeder...”

Dat is nu al de tweede keer dat u dat zegt.

(lacht) “Omdat ik daar graag mee provoceer. Mensen denken altijd dat hun carrière lineair is. Dat ze altijd maar in de hiërarchie moeten klimmen en meer geld moeten verdienen. Ik heb dat nooit zo gevoeld.”

U heeft geen last van de gouden kooi, de neiging om te blijven zitten waar u zit, omdat het loon goed is?

“Financieel niet. We huren een appartementje in Londen en dat volstaat. Dat gezegd zijnde: ik ben niet blind voor mijn eigen privileges. Ik kom uit een familie waar geld nooit een probleem is geweest. Het is niet zo dat we enorm rijk waren, maar angst om aan het eind van de maand geen geld te hebben, heb ik nooit gekend. We kwamen niks tekort, maar ik heb nooit de nood gevoeld om almaar meer geld te verdienen. Dus neen, geld houdt me niet bezig.

“Macht, dat is een andere vraag. Ik krijg nu deze rol, ik zie de voordelen die deze positie met zich meebrengt en dat ik er op termijn afhankelijk van kan worden. Macht is een aandachtspunt, zeker omdat ik nog altijd niet besef dat ik ze überhaupt heb. Soms wil ik weleens met iemand over de toestand bij Bpost praten, maar dan zie ik mensen schrikken. Omdat ik nu eenmaal een rol heb die gewicht aan mijn woorden geeft, die ik er niet altijd zelf in wil leggen.”

Is er een gekke kant aan u die we niet kennen?

“Goh. (denkt lang na) Ik denk… het niet? Ik eet veel Nutella, maar dat bedoelt u vast niet?”

Een guilty pleasure? Een mens leeft niet van yoga alleen.

“Ik kijk graag naar dwaze series op tv. Romantische dingen, zoals Bridgerton. Echt onnozel.”

Ik vraag het omdat ik de indruk krijg dat alles wat u doet ‘zin’ moet hebben. Terwijl het ook weleens leuk kan zijn om iets te doen dat gewoon plezant is.

“Vrienden zijn essentieel voor mij. Iets gaan eten, drinken, een barbecue… Dat menselijke netwerk rond mij is heel belangrijk. En dan bedoel ik niet: netwerk in de zin van mensen die me professioneel kunnen helpen. (valt stil) Ik vind die vraag confronterend. Als ik er zo over nadenk, kom ik niet meteen op een hobby waar ik echt gek van ben en die ik alleen doe voor de hobby zelf. U maakt me bezorgd over mezelf.

(blijft nadenken) “Weet u wat het is? Ik hou graag de controle over de dingen. Het idee dat je je ergens instort, zonder dat je weet hoe je eruit kunt komen, dat is lastig voor mij. Daarom doet het me zoveel deugd om een dochter te hebben. Met een kind heb je vaak geen andere keuze dan in het moment te zijn. En je weet dat het onmogelijk is om als ouder over alles de controle te houden.”