In mei blokkeerde de politie bijvoorbeeld de toegang tot de provincie Centraal-Congo aan een leider van de oppositiepartij Ensemble pour la République vanwege “veiligheidsredenen”. Hij zou er enkele politieke toespraken voeren en bijeenkomsten bijwonen. Een maand later werd een presidentiële kandidaat opgepakt op verdenking van illegaal wapenbezit. In juli kwam hij weer vrij, zonder een aanklacht.

Thomas Fessy, Congo-onderzoeker bij HRW, trekt aan de alarmbel. “De regering moet er dringend voor zorgen dat oppositiekandidaten, hun aanhangers en alle Congolezen vrij hun mening kunnen uiten en vreedzaam kunnen betogen met oog op de verkiezingen in december”, zegt hij.

Ook journalisten zijn het doelwit van onderdrukking. Zo zouden sympathisanten van de regerende partij eind juli stenen hebben gegooid naar pers die een politicus uit de oppositie volgden. Zeker twee journalisten en zes cameralui werden geraakt. Het toenemende geweld schrikt hen af en beïnvloedt de berichtgeving over verschillende partijen.