Direct naar artikelinhoud
Nieuws

Veel veranderingen in het onderwijs en premie voor opleiding knelpuntberoepen: dit verandert vanaf 1 september

Illustratiebeeld.Beeld Getty Images/Maskot

Een nieuwe maand, nieuwe regels. Van nieuwe minimumdoelen in het secundair onderwijs tot een verplichte taaltest voor anderstalige nieuwkomers: dit verandert vanaf 1 september.

Premie voor wie opleiding volgt voor knelpuntberoep

Wie een opleiding volgt met het oog op een knelpuntberoep krijgt kan daar vanaf 1 september een premie voor krijgen. De nieuwe knelpuntpremie moet de vele vacatures voor knelpuntberoepen helpen invullen.

De premie komt er op initiatief van Vlaams minister van Werk Jo Brouns (cd&v) en is er voor mensen die langer dan twee jaar niet actief waren op de arbeidsmarkt en zich engageren om een langdurige knelpuntopleiding te volgen van minstens één schooljaar.

Wie met de opleiding start krijgt 750 euro. Na het succesvol voltooien van de opleiding komt daar 1.000 euro bij, en wie binnen de vier maanden na de opleiding minstens 28 dagen heeft gewerkt krijgt 1.500 euro. De financiële stimulans geldt voor de opleidingen die starten vanaf september tot oktober 2024. Nadien wordt de maatregel geëvalueerd.

De knelpuntberoepenlijst van de VDAB telt momenteel 234 beroepen, 27 meer dan vorig jaar. In de top 10 staan onder meer verpleegkundigen, werfleiders, poetshulpen en onderhoudsmecaniciens.

Bijkomende bescherming tegen schuldindustrie

Vanaf 1 september treedt een reeks maatregelen in werking om consumenten beter te beschermen tegen de schuldindustrie. Een eerste herinnering wordt gratis en er komt een plafond op de extra kosten bij een te late betaling.

Wie een kleine schuld heeft openstaan, kan die vandaag al snel zien escaleren tot een groot bedrag, door dure herinneringsbrieven en bijkomende kosten van gerechtsdeurwaarders, incassokantoren en advocaten.

De federale regering besliste daar een mouw aan te passen. Op initiatief van minister van Werk en Economie Pierre-Yves Dermagne (PS) is een eerste herinnering voor een factuur vanaf 1 september gratis. De herinnering moet ook vermelden of er mogelijk bijkomende kosten zijn bij een te late betaling, en consumenten moeten minstens 14 dagen de tijd krijgen alvorens die eventuele kosten in rekening worden gebracht.

Er komt daarnaast een plafond op extra kosten bij te late betaling voor alle contracten afgesloten vanaf 1 september. Voor schulden onder de 150 euro kan er maximaal 20 euro bij komen, bedragen de schulden meer dan 150 euro maar rminder dan 500 euro, dan geldt een plafond van 30 euro plus 10 procent van het verschuldigde bedrag.

Tot slot komen advocaten en gerechtsdeurwaarders die schulden invorderen onder het toezicht van de FOD Economie te staan, zoals nu al het geval is voor incassobureaus.

Tweede en derde graad secundair onderwijs start met nieuwe minimumdoelen

De leerlingen van de tweede en derde graad secundair onderwijs starten dit schooljaar met de nieuwe minimumdoelen. Er wordt niet langer gesproken over eindtermen en de bedoeling is dat de minimumdoelen de onderwijskwaliteit versterken.

De minimumdoelen hebben een lange weg afgelegd. In juni vorig jaar vernietigde het Grondwettelijk Hof de eindtermen die op tafel lagen omdat ze te uitgebreid waren en de vrijheid van het onderwijs zouden beperken.

Tegen 2025 moesten er nieuwe eindtermen zijn, maar zo lang wilde het onderwijsveld niet wachten. Het zou voor grote problemen gezorgd hebben omdat de leerlingen die in de tweede graad met de modernisering gestart zijn, dit schooljaar in de derde graad zitten, terwijl er nog geen minimumdoelen voor het vijfde en zesde middelbaar waren. Eind maart was er dan een akkoord van het onderwijsveld.

Er waren 995 vernietigde eindtermen basisvorming voor alle finaliteiten in de tweede en derde graad secundair en er komen nu 596 minimumdoelen basisvorming. Er wordt gefocust op Nederlands, talen en wiskunde-wetenschappen. De nieuwe naam moet duidelijk maken dat het niet gaat om een “eindhalte” voor het onderwijs, maar over het minimum wat leerlingen moeten kunnen. De scholen mogen heel wat verder gaan.

Naast de minimumdoelen voor de basisvorming, zijn er ook specifieke minimumdoelen voor bepaalde studierichtingen. Daarin zijn heel wat vernietigde eindtermen opgenomen die belangrijk zijn voor de eigenheid van een studierichting.

Leerlingen krijgen op vier momenten in schoolcarrière Vlaamse toets voorgeschoteld

Vanaf dit schooljaar moeten alle Vlaamse leerlingen op vier momenten in hun schoolcarrière een centrale toets voor Nederlands en Wiskunde afleggen. Dat gebeurt in het vierde leerjaar, het zesde leerjaar, het tweede jaar secundair en het zesde jaar secundair. De Vlaamse toets moet bijdragen aan de strijd tegen de dalende onderwijskwaliteit.

Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) is al lang pleitbezorger van centrale toetsen. Hij ziet ze als een tool om de onderwijskwaliteit op te krikken. “We zijn een van de weinige landen waar ze niet bestaan. Vandaag moeten we ons nog altijd beroepen op buitenlandse onderzoeken, die slechts om de paar jaar plaatsvinden en bij een select aantal leerlingen”, zegt hij.

“Dankzij deze toetsen krijgen scholen een instrument om zich te vergelijken met andere scholen, met een gelijkaardige populatie”, meent hij verder. Ze zijn “een instrument om in te grijpen bij scholen die onderpresteren”. Weyts wijst erop dat er nooit enkel op basis van de resultaten gesanctioneerd zal worden, maar dat ze wel de aanleiding kunnen zijn voor een extra doorlichting.

Voor de scholen zouden de toetsen geen extra werk mogen betekenen, aangezien de correctie digitaal en automatisch gebeurt. Tegen 2027 moeten de Vlaamse toetsen volledig uitgerold zijn.

Leersteundecreet vervangt veelbesproken M-decreet

Vanaf dit schooljaar vervangt het leersteundecreet het veelbesproken M-decreet. Bedoeling is om de beste plaats te zoeken - in het gewoon of in het buitengewoon onderwijs - voor leerlingen met speciale zorgnoden.

Het M-decreet werd ingevoerd in 2015, met als voornaamste doelstelling om leerlingen met bijzondere onderwijsnoden waar mogelijk in het reguliere onderwijs te plaatsen. Maar dat principe van “meer inclusie” botste in de praktijk op problemen. Zo schoot de ondersteuning voor scholen van het gewoon onderwijs tekort. Er waren klachten over onvoldoende middelen, mensen en tijd. Er waren ook te veel procedures en administratieve last voor scholen. Daarnaast was de externe ondersteuning en expertise te veel versnipperd over honderden leersteuncentra.

De Vlaamse regering had in het regeerakkoord in 2019 al aangekondigd dat het M-decreet vervangen zou worden door “een echt begeleidingsdecreet voor kinderen met zorgnoden én hun leerkrachten”. Dat werd dan het leersteundecreet.

Met het nieuwe leersteundecreet worden 46 leersteuncentra ingevoerd, om het gewoon onderwijs te steunen. De leerondersteuners worden versterkt en krijgen voor het eerst een vast ambt en een vast statuut. In de lerarenopleidingen komt er structureel meer aandacht voor speciale zorgnoden in de klas.

Maar het nieuwe decreet stelt ook duidelijk dat het bijzonder onderwijs voor sommige leerlingen de beste optie is. Die tak van het onderwijs krijgt daarom extra middelen. Op drie jaar tijd is de capaciteit in het bijzonder onderwijs gestegen van 46.000 naar 53.000 plaatsen.

Als een leerling met een speciale nood in het gewone onderwijs les volgt, kan de klassenraad beslissen dat het niet lukt om die leerlingen de juiste zorg aan te bieden of dat de zorg voor die ene leerling ten koste gaat van de andere leerlingen. “Het is niet realistisch om elke leerling naar het gewoon onderwijs te sturen. Je moet ook durven zeggen dat niet elk kind daar terechtkan. Daarom investeren we volop in het bijzonder onderwijs”, verklaart Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts. Hij benadrukt wel dat kinderen met zorgnoden indien mogelijk maximaal terecht moeten kunnen in het gewoon onderwijs.

Leraren die inbreuken melden zijn beter beschermd tegen represailles

Leraren die op school een inbreuk op de regelgeving vaststellen en melden, zijn vanaf dit schooljaar beter beschermd tegen represailles of bedreigingen. Het gaat op inbreuken op regelgeving, zoals EU-wetgeving op overheidsopdrachten of bescherming van de privacy of milieu.

Elke school, academie of centrum moet een intern kanaal hebben om inbreuken te melden. Daarnaast kunnen inbreuken ook gemeld worden bij de Vlaamse ombudsdienst voor niet-hoger onderwijs of bij de regeringscommissarissen voor hoger onderwijs. De bescherming geldt niet voor leerlingen, studenten of ouders.

Onderwijspersoneel heeft recht op vijf dagen onbetaald zorgverlof

Onderwijspersoneelsleden hebben vanaf 1 september jaarlijks recht op vijf dagen zorgverlof. Het gaat om onbetaald verlof.

Het onderwijspersoneel kan die dagen opnemen als een partner, kind of ouder persoonlijke steun of zorg nodig heeft. Het gaat om maximaal vijf dagen afwezigheid per kalenderjaar om een gezins- of familielid bij te staan.

Extra maatregelen tegen het lerarentekort gaan van kracht

Bij de start van het nieuwe schooljaar gaan extra maatregelen van kracht in de strijd tegen het lerarentekort. Zo is het mogelijk om onder meer leerkracht-specialisten aan te stellen en adjunct-directeuren in het basisonderwijs aan te duiden om directies te ontlasten.

De strijd tegen het lerarentekort is één van de meest prangende problemen in het Vlaamse onderwijsveld. Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) nam eerder al een reeks maatregelen, gaande van extra anciënniteit voor zij-instromers tot proeftuinen zodat scholen zelf kunnen experimenteren.

In juli zette het Vlaams Parlement het licht op groen voor een extra pakket maatregelen in de strijd tegen het lerarentekort. Het gaat om maatregelen “waar creativiteit en flexibiliteit centraal staan”. Bedoeling is om meer mensen voor de klas te krijgen en het beroep van leerkracht aantrekkelijker te maken.

Een van de maatregelen is dat scholen vanaf september de mogelijkheid krijgen om leerkracht-specialisten of expertleerkrachten aan te duiden. Die leraars krijgen een mandaat binnen de school van minstens drie jaar in ruil voor een specifieke expertise. Die leerkrachten zullen ook extra verloond worden, waardoor er loondifferentiatie komt tussen leerkrachten.

Daarnaast wordt ook ruimte gemaakt voor gastleerkrachten. Het gaat om mensen uit bijvoorbeeld de privésector of ambtenaren die enkele uren per week ook hun diensten aanbieden in het onderwijs, zonder dat ze een volledige overstap moeten maken. Bovendien hoeft een gastleraar geen pedagogisch bekwaamheidsbewijs voor te kunnen leggen. “Directies krijgen een soepel en flexibel instrument om iemand met de nodige kennis en ervaring voor de klas te zetten”, verklaart Weyts. “Gastleraars kunnen een verrijking zijn voor de leerlingen, maar ook in de lerarenkamer. Zij brengen andere inzichten met zich mee, en misschien ook een andere manier van aanpak.”

Verder kunnen mensen met een pedagogisch bekwaamheidsbewijs die in een bedrijf werken dat aan het herstructureren is, voltijds ingezet worden in het onderwijs. Voor die mensen verandert er aan hun loonsvoorwaarden niets. De overheid betaalt hen zoveel als een leerkracht. “We storten dat loon aan het betrokken bedrijf en het bedrijf zorgt ervoor dat het resterende loonverschil wordt gedicht”, legt Weyts uit.

Tot slot is er de invoering van adjunct-directeuren in het basisonderwijs om directies te ontlasten.

Scholen mogen regelgeving loslaten om lerarentekort aan te pakken

Dit schooljaar krijgen 216 Vlaamse scholen de kans om de bestaande regelgeving even terzijde te schuiven en te experimenteren met nieuwe formules om leraren aan te trekken. Het gaat om 127 basisscholen en 89 scholen in het secundair onderwijs.

Sommige gaan flexibelere schoolteams uittesten, schooluren aanpassen of de opdracht van de leraren beperken tot 38 uur. Andere zullen leraren de mogelijkheid geven om zich meer te professionaliseren of te specialiseren in bepaalde vakken, of experimenteren met duobanen, waarbij mensen in de praktijk enkele uren extra of deeltijds les komen geven.

Volgens Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) is het de eerste keer dat er zoveel personeelswetgeving wordt losgelaten om nieuwe experimenten mogelijk te maken. “Dit is geen alleenzaligmakende oplossing voor het lerarentekort, maar het kan wel helpen om de stellingenoorlog te overstijgen”, zegt de minister. “Over bepaalde ideeën wordt al decennia gediscussieerd: wij gaan nu uittesten wat werkt. En wat in de praktijk goed gaat, willen we dan uitrollen in alle scholen.”

Het project kadert in de bredere strijd tegen het lerarentekort die het onderwijs al jarenlang teistert.

Eengemaakt premiesysteem voor werkplekleren treedt in werking

Vanaf 1 september treedt er een nieuw eengemaakt premiesysteem voor werkplekleren in werking. De premie kwalificerend werkplekleren moet duaal leren en stages ten goede komen.

Bedrijven krijgen een premie van 600 euro per leerling die een opleiding volgt op de bedrijfsvloer via systemen als duaal leren, alternerend leren of stages. Bedrijven die jongeren een vergoeding betalen krijgen 1.000 euro premie.

De premie kwalificerend werkplekleren wordt één keer per schooljaar uitbetaald en een bedrijf kan het bedrag tot drie keer ontvangen per leerling. Het systeem vervangt premies als de stagebonus en de RSZ-korting voor bedrijven met een mentor om leerlingen te begeleiden.

De startbonus voor leerlingen verandert dan weer in een leerlingenpremie van 500 euro per jaar. Ook die premie kan maximaal drie keer worden uitgekeerd.

Celstraffen onder de 2 jaar uitgevoerd

Vanaf september worden ook de korte celstraffen tussen 6 maanden en 2 jaar effectief uitgevoerd. Het gaat om een sluitstuk van de hervorming van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD).

Celstraffen tot 3 jaar werden jarenlang zelden tot nooit effectief uitgevoerd door plaatsgebrek in de gevangenissen. Ze werden vervangen door elektronisch toezicht, en onder de zes maanden vaak zelfs helemaal niet uitgevoerd.

Die straffeloosheid ligt echter mee aan de basis van de hoge recidivegraad en dus ook van de overbevolking in de gevangenissen, redeneert minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD). Hij voerde de effectieve uitvoering van de korte straffen de afgelopen jaren stapsgewijs opnieuw in, al liep die hervorming wel vertraging op.

Sinds september vorig jaar worden de celstraffen tussen 2 en 3 jaar effectief uitgevoerd, vanaf 1 september 2023 zal dat ook zo zijn voor straffen onder de 2 jaar. Straffen onder de 6 maanden wil de minister afschaffen, verklaarde hij eerder deze legislatuur al.

Om de korte straffen te kunnen uitvoeren, opende Justitie nieuwe detentiehuizen, kleinschalige locaties met een lagere beveiligingsgraad waar gedetineerden actief begeleid worden in hun re-integratie in de maatschappij. De nieuwe gevangenissen van Haren en Dendermonde zijn een tweede flankerende maatregel.

Inburgeraars moeten verplichte taaltest afleggen

Vanaf 1 september moeten anderstalige nieuwkomers een verplichte gestandaardiseerde taaltest afleggen. De Vlaamse regering zet door met de hervorming ondanks kritiek uit het onderwijsveld en een waarschuwing van het Grondwettelijk Hof.

Inburgeraars volgen verspreid over 113 locaties in Vlaanderen een opleiding ‘Nederlands als tweede taal’, bekend onder de noemer ‘NT2'. Totnogtoe had de Centra voor Volwassenenonderwijs (CVO) en de Ligo-centra voor basiseducatie (CBE) een eigen opleiding en een eigen toets Nederlands, maar vanaf september moeten alle anderstaligen een gastandaardiseerde test afleggen. Het resultaat van die test heeft juridische gevolgen. Zo bepaalt ze onder meer mee of iemand recht heeft op een sociale huurwoning.

De test gaat echter gepaard met 180 euro inschrijvingsgeld. Vrijwillige inburgeraars konden een vrijstelling of vermindering van dat bedrag krijgen, voor verplichte inburgeraars was dat niet voorzien. Spelers als het Vlaams Netwerk tegen Armoede, vakbond ACV en Vluchtelingenwerk Vlaanderen trokken naar het Grondwettelijk Hof tegen de regels en kregen gelijk. Ook verplichte inburgeraars moeten aanspraak kunnen maken op een verminderd inschrijvingsbedrag, oordeelde het Hof.

Omdat de test zelf geen schending van de onderwijsvrijheid vormt, zette Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) door met de plannen. Alleen hebben verplichte en niet-verplichte inburgeraars nu recht op dezelfde vrijstellingen.

Dat verschillende onderwijspartners in de media aan de alarmbel trokken omdat de taaltest nog niet op punt zou staan, is voor de regering ook geen reden om de invoering ervan uit te stellen.

‘Competentiebalans’ voor jonge werkzoekenden in Brussel

Brusselse werkzoekenden jonger dan 30 jaar worden vanaf 1 september beoordeeld op hun professionele, taalkundige en digitale vaardigheden. De Brusselse overheid wil daarmee nagaan of de vaardigheden van de Brusselaars zin afgestemd op de behoeften van de arbeidsmarkt.

De ‘competentiebalans’ gaat gepaard met een traject naar werk via bedrijfsstages of opleidingen. Het is de bedoeling om de maatregel uiteindelijk voor alle werkzoekenden in Brussel in te voeren.