Direct naar artikelinhoud
InterviewCaroline Gennez

‘Er zijn ook buiten Oekraïne veel mensen in nood’: minister Caroline Gennez (Vooruit) wil dat ngo’s focussen op ‘vergeten crisissen’

Minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez (Vooruit).Beeld Illias Teirlinck

Het werk van de Belgische humanitaire ngo’s krijgt een nieuwe focus. Ze zullen zich de komende jaren vooral toeleggen op de ‘vergeten crisissen’ in onder meer Congo en de bezette Palestijnse gebieden. ‘Ook geweld tegen vrouwen en kinderen komt helemaal bovenaan de agenda’, zegt minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez (Vooruit).

Om welke ngo’s gaat het?

“Oxfam, Caritas, Rode Kruis Vlaanderen, Handicap International Belgium, VSF, Médecins du Monde, Croix Rouge Belge en Plan International. In samenspraak met deze organisaties is onlangs een nieuw financieel kader vastgelegd voor hun humanitaire programma’s in 2023 en 2024. Het volledige budget bedraagt 53 miljoen euro.”

Vanwaar de focus op ‘vergeten crisissen’?

“De laatste jaren gaat er vanuit Europa uiteraard - terecht - veel aandacht naar Oekraïne, maar mondiaal zijn er nog veel meer mensen die hulp nodig hebben. We kiezen er nu voor onze hulp te concentreren in gebieden waar de humanitaire noden enorm hoog zijn en de internationale steun tekortschiet.”

Kan u een voorbeeld geven?

“In de bezette Palestijnse gebieden, bijvoorbeeld, wordt de situatie onhoudbaar. Er worden hele dorpen van de kaart geveegd door de Israëli’s. De periodes van escalerend geweld zijn korter dan voorheen, maar wel frequenter en intenser. Daardoor krijgt de bevolking geen ruimte meer om op adem te komen. Sinds begin dit jaar zijn er al meer Palestijnen verwond en gedood bij geweld dan in heel het jaar 2022.

“Voor Congo is dit jaar slechts 28 procent van de benodigde 2,25 miljard dollar aan humanitaire hulp gemobiliseerd. Het oosten van het land wordt al jaren geteisterd door gewapende conflicten en natuurrampen. Sinds het begin van 2023 zijn 1 miljoen nieuwe mensen op de vlucht, waardoor het aantal intern ontheemden op 6,3 miljoen komt. Dat is evenveel als de totale bevolking van Vlaanderen. De meeste vluchtelingen leven samengepakt in geïmproviseerde kampen rond Goma, waar ze geen toegang krijgen tot gezondheidszorg en geen onderdak, voedsel, schoon water en toiletten hebben.”

Voorts is de bescherming van burgers een prioriteit.

“Zeker het geweld tegen vrouwen en kinderen komt bovenaan de agenda. Zij zijn enorm kwetsbaar in conflict- en rampsituaties. Seksueel geweld is er alomtegenwoordig en wordt systematisch gebruikt als oorlogswapen. Ze beschikken vaak zelf niet over geld voor voedsel of onderdak in tijden van nood, waardoor ze makkelijker uitgebuit worden. De situatie is nog precairder in vluchtelingenkampen.

“De Belgische humanitaire ngo’s zullen zich dus vooral toeleggen op onder meer het voorzien van waardige opvang voor mensen op de vlucht, het verlenen van gezondheidszorg en psychosociale bijstand en het brengen van onderwijs.”

Opvallend: op de lijst met ‘vergeten crisissen’ ontbreekt Syrië.

“Het is zeker niet zo dat we Syrië links laten liggen. We zijn ons heel bewust van de humanitaire noden in het land. Kijk alleen naar Aleppo: een stad van 3 miljoen mensen voor de oorlog, waar er nu nog 300.000 wonen. Dat zegt genoeg over de rampzalige toestand ter plekke. Maar in Syrië, waar je met het misdadig regime van Bashar al-Assad wordt geconfronteerd, kiezen we er als België voor om hulp te verlenen via de VN en niet via onze eigen ngo’s. Zo gaat er dit jaar 10 miljoen euro extra naar Syrië.”

Hoe zit het intussen met onze ontwikkelingshulp aan Niger?

“De samenwerkingen met alle centrale overheidsorganen zijn sinds begin augustus stilgelegd. Dat kan niet anders als die in handen zijn van ondemocratische coupplegers. Het is nu afwachten hoe de situatie in het land verder evolueert (een groep West-Afrikaanse landen, verenigd binnen de zogenaamde Ecowas, heeft onlangs een militaire interventie beloofd, JVH). De coup in Niger is hoe dan ook een drama voor de stabiliteit in de Sahel.”