Leerlingenaantal van Limburgse land- en tuinbouwscholen blijft stijgen, ondanks onzekerheid in landbouwsector

Er valt weinig te merken van een effect van het onzekere toekomstbeeld in de landbouwsector op het aantal inschrijvingen in de Limburgse land- en tuinbouwscholen. Die blijven populair bij jongeren. "We hebben zelfs 14 extra leerkrachten moeten aannemen en zijn nu in allerijl extra sanitair aan het voorzien", vertelt Bart Schijns, directeur van het Biotechnicum in Bocholt, dat dit jaar van 484 naar 560 leerlingen gaat. "Zo'n hoge stijging hadden we niet verwacht. Het is een bevestiging dat we goed bezig zijn en dat het studiegebied aantrekt." 

"We hebben niet alleen een sterke, brede eerste graad, maar starten ook met twee nieuwe studierichtingen", gaat Schijns verder. "Dat trekt extra leerlingen aan. Mensen hebben vaak een verkeerd idee over ons onderwijsdomein. Ze denken vaak dat het enkel kan leiden tot een job als boer of boerin. Dat is niet zo. Er zijn hier op school maar liefst 12 afstudeerrichtingen. Iedereen vindt zijn of haar ding. Jongeren zijn bezig met het klimaat en milieu en willen vaker buiten werken. Bovendien bieden we heel sterke richtingen aan met zes uur wiskunde en heel wat wetenschappen. De perfecte voorbereiding op een verdere studie." 

Ook bij Hasp-O Stadsrand in Sint-Truiden zien ze al jarenlang het aantal leerlingen toenemen. "Sinds 2017 neemt het gestaag toe", vertelt directeur Lieve Nackom. "Dat is zo voor de land- en tuinbouwsector en ook, maar in mindere mate voor maatschappij en welzijn. De negatieve berichtgeving schrikt leerlingen niet af om met een opleiding land- en tuinbouw te starten." 

Toch zitten sommige leerlingen volgens directeur Schijns met zorgen. "Hun droom is om in de landbouw verder te gaan of hun familiebedrijf over te nemen. Er is zelfs een aantal leerlingen dat mee is gaan protesteren in Brussel vorig jaar. Dat doen ze uit bezorgdheid over hun toekomst. Minister Brouns heeft hen tijdens een bezoek wel verzekerd dat er nog kansen zullen zijn." 

Ouders durven ook wel eens bezorgd zijn volgens directeur Nackom. "Zij die thuis een landbouwbedrijf hebben, zouden soms liever niet hebben dat hun kinderen de fakkel overnemen. Het is hard werken en de strenge regelgeving maakt het alleen maar moeilijker. Maar de kinderen zijn vastbesloten, zij willen toch die richting uitgaan."