Liefst 1 op de 40 zwangere vrouwen krijgt deze ernstige complicatie. Maar nu kunnen we die opsporen
Plots een slecht zicht als je zwanger bent? Of een andere ernstige complicatie zonder concrete oorzaak? Zwangerschapsvergiftiging treft 1 op de 40 zwangere vrouwen. Soms met vroeggeboorte als gevolg. De aandoening snel opsporen is een must en dat kan dankzij één simpele test, ontdekt KU Leuven nu.
Het is niet zeldzaam. Zwangerschapsvergiftiging of pre-eclampsie treft zo’n 2,5 procent van alle zwangere vrouwen, soms al vanaf 20 weken zwangerschap. Een typisch alarmsignaal? Hoge bloeddruk bij de mama in spe. Onbehandeld kan het bij haar leiden tot schade aan meerdere organen.
In uitzonderlijke gevallen kan zwangerschapsvergiftiging zelfs tot het overlijden van de moeder of het kind leiden. Om dat te voorkomen of om de bloeddruk weer te doen dalen, blijft het inleiden van de bevalling, soms te vroeg, vaak als enige optie over.
Tot nu toe is er nog geen precieze oorzaak bekend voor het fenomeen. Welke zwangere vrouwen er een hogere kans op hebben, viel dan ook vaak moeilijk te achterhalen. Tot nu, dankzij een nieuwe studie van de KU Leuven, waarvan de resultaten vandaag zijn verschenen in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Medicine.
Zo kan je de vrouwen met een hoger risico eenvoudig opsporen, aldus het onderzoek
Het antwoord ligt in de placenta, stelden de onderzoekers vast. Voor hun studie vergeleken ze de DNA-structuur van de moederkoek bij 498 vrouwen zonder en met vroegtijdige zwangerschapsvergiftiging.
“Het is normaal dat de structuur van het DNA van de placenta gedurende de zwangerschap verandert”, legt professor aan de KU Leuven en leider van het onderzoek Bernard Thienpont uit. “Dat is een proces dat gedreven wordt door zogenaamde DNA-methylering. Bij vrouwen die vroegtijdige zwangerschapsvergiftiging ontwikkelen, zien we een ander patroon in die DNA-methylering.”
“Het mechanisme achter dat verschil is nog niet bekend. Maar de ontdekking ervan laat ons nu wel toe om vrouwen met een verhoogd risico te identificeren. Zo kunnen we hen behandelen nog voor er symptomen opduiken.”
Op termijn kan onze analyse gelijktijdig gebeuren met de NIP-test
Professor Bernard Thienpont (KU Leuven)
En hiervoor zijn dus géén speciale, extra onderzoeken van placenta zelf nodig. “De test kunnen we doen op basis van een simpele bloedafname rond de twaalfde week van de zwangerschap”, zegt Thienpont. “Die bloedafname gebeurt in ons land sowieso al vaak bij de niet-invasieve prenatale test of NIP-test.” Dat bloedonderzoek traceert eventuele DNA-afwijkingen bij de baby, zoals het syndroom van Down.
“Op termijn kan onze analyse gelijktijdig gebeuren met die NIP-test. Maar voorlopig gaan we eerst onze nieuwe methode nog op grotere schaal uitrollen en verder valideren en optimaliseren. We willen ook nagaan of bepaalde vrouwen meer gebaat zijn bij zo’n preventieve screening, bijvoorbeeld bij hun eerste zwangerschap”, zegt de professor.
Dit is tot nu toe de meest doeltreffende behandeling
Op dit moment is aspirine de meest doeltreffende behandeling om ernstige zwangerschapsvergiftiging te voorkomen. Het vermindert het risico op complicaties tot zo’n 60 à 80 procent. “Aspirine zou er bij vrouwen met een grotere kans voor zorgen dat eventuele zwangerschapsvergiftiging pas later in de zwangerschap ontstaat. Zo kunnen we een eventuele vroegtijdige bevalling uitstellen”, zegt onderzoekster dr. Marie De Borre.
“Zeker in de laatste fase van een zwangerschap kunnen die enkele weken een groot verschil betekenen voor de ontwikkeling en gezondheid van een baby.” Aspirine is een veilig geneesmiddel voor zwangere vrouwen. Het is echter niet wenselijk om het preventief tijdens elke zwangerschap te nemen als voorzorgsmiddel tegen zwangerschapsvergiftiging.
