Antwerps schepen van Onderwijs, Jinnih Beels (Vooruit)© Nattida-Jayne Kanyachalao

1 SEPTEMBER. Onderwijsschepen Jinnih Beels blikt vooruit: “Ik blijf mijn verantwoordelijkheid nemen om het tij te keren”

Antwerpen -

“De capaciteitsproblematiek vraagt investeringen op lange termijn. Het lerarentekort is een probleem van decennialang dat nu prangender is dan ooit. Het beleid maakt altijd dezelfde fout om niet op lange termijn te denken en daar betalen we nu de prijs voor.” Dat zegt Antwerps schepen van Onderwijs, Jinnih Beels (Vooruit), aan de start van het nieuwe schooljaar. Ze kijkt vooral naar Vlaanderen om actie te ondernemen. “Wij kunnen lokaal wel brandjes blussen, maar de minister moet zijn verantwoordelijkheid nemen en een langetermijnvisie ontwikkelen.”, zegt Beels.

Jan Stassijns

Het lijkt vechten tegen de bierkaai. Het capaciteitstekort, lerarentekort, leerlingen die zonder diploma de schoolbanken verlaten. Jinnih Beels kijkt naar Vlaanderen om over de brug te komen en lokale besturen de regie in handen te geven.

“Het onderwijs is in crisis”, stelt Beels. “We staan voor heel grote uitdagingen die echt wel een weerslag hebben op heel onze samenleving.

De uitdagingen vandaag zijn nochtans dezelfde als die van vijf jaar geleden: we blijven steken in dezelfde problematiek.

Beels: “Ik zie dat zo niet. Na vijf jaar krijgen bijna 22.000 kinderen een maaltijd op school. We hebben duizenden euro’s geïnvesteerd in extra capaciteit. Deze legislatuur zullen we 10.000 extra plaatsen gecreëerd hebben. Als stad hebben wij de nodige initiatieven genomen om het scholen, leerkrachten en leerlingen makkelijker te maken. Zijn we er al? Nee. Maar het zijn fundamentele problemen die je niet van vandaag op morgen opgelost krijgt. Als je tegen ouders moet zeggen dat er geen plaats is voor hun kind op school, is dat geen fijne boodschap. Dat die ouders dan vinden dat ik mijn job niet goed heb gedaan, kan ik begrijpen. Maar ik blijf er wel voor gaan en mijn verantwoordelijkheid nemen om het tij te keren.”

Niet van vandaag op morgen… Die uitspraak is de laatste jaren wel heel veel gevallen.

“Ik kan alleen verantwoording afleggen voor de jaren dat ik schepen ben. Je moet keuzes maken en die consequent blijven uitvoeren. De maaltijden op school bijvoorbeeld. Daar investeren wij als bestuur best veel in, maar als mijn opvolger het wil afschaffen... Dan is het weg, hé. Dat is het probleem van de politiek. De capaciteitsproblematiek vraagt investeringen op lange termijn. Het lerarentekort is een probleem van decennialang dat nu prangender is dan ooit. Het beleid maakt altijd dezelfde fout om niet op lange termijn te denken en daar betalen we nu de prijs voor.”

Jinnih Beels (Vooruit): “Het beleid maakt altijd dezelfde fout om niet op lange termijn te denken en daar betalen we nu de prijs voor.”© Nattida-Jayne Kanyachalao

Hoe bedoelt u?

“We zijn onvoldoende vooruitziend geweest. Die verantwoordelijkheid ligt bij ons allemaal. Een aantal jaar geleden kenden we een zwaar tekort in het basisonderwijs. Mijn voorgangers zijn in sneltempo basisscholen beginnen bouwen. Maar er is toen wel onvoldoende stilgestaan bij het feit dat al die kinderen uiteindelijk doorstromen naar het secundair. In die fase zitten we nu. We hebben voor het secundair alleen al een tekort van vierduizend plaatsen de komende jaren. Het huis staat in brand en we krijgen dat als lokaal bestuur alleen niet meer geblust.”

Daarvoor heeft u Vlaanderen nodig?

“Ja. Ik ben ‘maar’ een lokale schepen van Onderwijs. De kernbevoegdheid ligt bij de minister. Wij hebben onze verantwoordelijkheid genomen, maar ik kan niet alles waarmaken. Structureel komt er geen oplossing, daarvoor hebben we de minister nodig. En bij hem is de ‘sense of urgency’ blijkbaar nog niet doorgedrongen.”

Hoe groot is het probleem in Antwerpen dan?

“Op dit moment hebben we voor het buitengewoon basisonderwijs nood aan zes extra scholen. Voor het buitengewoon secundair aan drie. In het gewoon secundair onderwijs hebben we een extra school nodig voor zowel de A-stroom als de B-stroom. Dat is waanzin.”

Vooral in de B-stroom (het vroegere BSO) is de druk wel heel erg hoog.

“De geopolitieke situatie en de vluchtelingenstroom die het op gang bracht, heeft een waanzinnige wachtlijst veroorzaakt in onze OKAN-klassen (onthaalklassen anderstalige nieuwkomers, red.). Dat heeft het capaciteitstekort dat er al was, doen toenemen. We voelen ook nog steeds de gevolgen van de coronapandemie. Mentaal was het voor onze jeugd erg zwaar, maar er is ook een grote leerachterstand opgebouwd. Het gevolg is dat meer kinderen zonder getuigschrift het basisonderwijs verlaten, maar wel naar het secundair gaan. Zij komen in de B-stroom terecht, die zodanig groeit dat er een fundamenteel plaatstekort dreigt. Als we niet ingrijpen, wordt het nog erger.”

“Structureel komt er geen oplossing, daarvoor hebben we de minister nodig”, zegt Beels. “En bij hem is de ‘sense of urgency’ blijkbaar nog niet doorgedrongen.”

Hoe grijpt u dan in?

“We starten in Hoboken dit schooljaar met een proefproject, waar we op secundair niveau een klas inrichten om B-stroom leerlingen voor te bereiden op de A-stroom. Een soort schakeljaar. Het is een mooi initiatief, maar het blijft symptoombestrijding. We moeten vroeger ingrijpen. Het probleem van de B-stroom begint al in het basisonderwijs. Een mogelijk piste zou zijn om een zevende jaar in te richten in het basisonderwijs. Zo kan je leerlingen die geen getuigschrift konden behalen omwille van bepaalde redenen, toch klaarstomen voor het middelbaar. Enkel stoeltjes bijzetten en scholen bouwen, is geen structurele oplossing.”

Dat zijn voorstellen op lange termijn, maar de problemen stellen zich nu wel.

“In het secundair gaan we naar code rood. We doen er alles aan om een oplossing te zoeken voor kinderen die geen plek hebben. Dat wordt steeds moeilijker, maar we laten die kinderen niet los.”

Stevenen we in het secundair dan af op een situatie waarbij jongeren noodgedwongen thuis moeten zitten?

“Als we niet ingrijpen, ja. Dat is al zo voor het buitengewoon onderwijs. Dat is bijzonder schrijnend. In onze OKAN-klassen hebben we dat ook meegemaakt. We investeren als lokaal bestuur in een wachtaanbod, met Nederlandse les en zinvolle vrijetijdsbesteding. Daar proberen we aan tegemoet te komen. Het zijn geen wonderoplossingen, maar nodig op korte termijn. Ook voor het gewoon secundair kijken we naar Vlaanderen om onder andere regel-luwte toe te laten.

Regel-luwte?

“We hebben in onze stad verschillende locaties en gebouwen die leegstaan, maar die niet de functie van onderwijs hebben. Daarom vragen we aan Vlaanderen om de regelgeving te versoepelen, zodat we wél gebruik kunnen maken van die gebouwen om onderwijs in te richten. Je kan niet van alles een school maken, maar dit zijn wel noodoplossingen die nodig zijn.

Extra scholen vragen extra leerkrachten, ook op dat vlak is het crisis

“Exact. We zitten in een storm waar alles tegelijkertijd op ons afkomt. En dus moeten we ons onderwijs anders inrichten, alternatieve onderwijsvormen uitwerken op maat van de noden van de leerling. Maar we mogen de lat niet lager leggen en dat hebben we wel voor een stuk gedaan in het zoeken naar leerkrachten. Zij-instromers naar de klas halen, werkt in sommige gevallen, maar is geen zaligmakende oplossing. Ik weet niet of er vandaag nog veel mensen zijn die oprecht leerkracht willen worden. We moeten het beroep op een positieve manier blijven benaderen. Als je alle miserie leest over het onderwijs, waarom zou je dan nog kiezen om onderwijzer te worden?”

Beels: “Het doet er niet toe wie de minister wordt. Wat ik belangrijk vind, is dat de volgende minister wél een langetermijnvisie heeft.

U doet de voorstellen, wil u die zelf niet in de praktijk brengen, misschien als minister?

(Lacht). “Dan ben je over postjes bezig en daar gaat het niet om.”

Toch wel, want u heeft het over een langetermijnvisie waar je als schepen niets over te zeggen hebt.

“Het doet er niet toe wie de minister wordt. Wat ik belangrijk vind, is dat de volgende minister wél een langetermijnvisie heeft die zo veel mogelijk gedragen wordt door mensen in het werkveld: zij die met hun botten in de modder staan. Niet alleen door experten uit de academische wereld. Geloof ik dat dat het best zal lukken met Vooruit aan de knoppen? Het zal wel zijn. Op Vlaams niveau moet men bovendien beseffen dat je op maat moet kunnen werken. Je moet centrumsteden de regie in handen geven. Niet alleen om de lasten de dragen, maar ook de lusten. Geef ons de handvatten én de middelen om dat te doen.”

Waar kijkt u naar uit dit schooljaar?

De opening van de nieuwe buitengewone school op Luchtbal. Die levert ons zo’n tweehonderd plaatsen op. De noodzaak was zo groot dat we alles hebben gedaan om dit mogelijk te maken, samen met Vlaanderen. Dat gaat trouwens nu ook moeten gebeuren voor de B-stroom. Maar ook naar de uitbreiding van de Smakelijk Scholen naar het secundair, kijk ik uit. We starten in vijf scholen en kijken hoe we dat nog kunnen uitbreiden.”

© Nattida-Jayne Kanyachalao

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER Onderwijs