De 15-jarige Nanou met haar vrienden

Naar school met een beperking: "Als ouder niet evident om elke keer opnieuw op te komen voor je kind" 

"In het gewoon onderwijs als het kan, in het buitengewoon onderwijs als dat nodig is." Met die slagzin kondigt Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts de nieuwe regels rond inclusief onderwijs aan: het leersteundecreet. De opvolger van het M-decreet moet vanaf dit schooljaar de beste schoolplaats zoeken voor elke leerling met een beperking. Ouders die hun kind met een beperking liefst in een gewone school zien, vertellen wat daar allemaal bij komt kijken en wat er verandert met de nieuwe regels.

In 2019 haalde baby Pia het nieuws omdat ze een medicijn nodig had van bijna twee miljoen euro voor haar ongeneeslijke spierziekte. Ondertussen is Pia gestart in de derde kleuterklas in een gewone basisschool. Ze speelt vrolijk mee met haar vriendjes, het nieuwe speeltuig op de speelplaats is toegankelijk voor haar rolstoel. Klasgenoten zijn blij als ze "helpertje van de dag" mogen zijn en Pia kunnen helpen met bijvoorbeeld haar brooddoos open te maken. 

De vacature bij het nieuwe leersteuncentrum is nog niet ingevuld, die onzekerheid is lastig

Ellen De Meyer, moeder van kleuter Pia

Twee uur per week komt er een ondersteuner helpen in de klas. Dat is voor Pia voldoende, al is het nog niet duidelijk wie haar nieuwe ondersteuner wordt, zegt haar moeder Ellen De Meyer. "Onze school is nu bij één van de nieuw opgerichte leersteuncentra aangesloten. Haar vertrouwde begeleider zit bij een ander centrum, maar zal Pia uit goodwill bij het begin van het schooljaar nog begeleiden in de nieuwe klas. Want de vacature bij het nieuwe centrum is nog niet ingevuld. Die onzekerheid is lastig."

Mama Ellen De Meyer en - ondertussen - kleuter Pia

Nieuwe leersteuncentra in sneltempo opgericht

Bij de drie nieuwe katholieke leersteuncentra in West-Vlaanderen hebben ze vorige week wel de laatste vacatures ingevuld gekregen, vertelt een opgeluchte voorzitter Jan Loosveld. Het was alle hens aan dek de afgelopen maanden. Officieel is het leersteundecreet pas in mei door het Vlaams Parlement goedgekeurd. De bestaande, versnipperde ondersteuningsnetwerken worden daardoor ingeperkt tot een veertigtal grotere leersteuncentra waar alle expertise samenkomt.

Eind februari begon de zoektocht voor Loosveld naar locaties voor de drie centra in zijn nieuwe vzw. Kloosters en abdijen boden een plek, directeurs werden in mei gevonden en 269 leerondersteuners hebben ondertussen gesolliciteerd en weten welke kinderen ze het komende schooljaar zorg zullen bieden. Door het nieuwe decreet hebben ze ook voor het eerst een eigen vast statuut.

Inclusie op school nog niet vanzelfsprekend

Loosveld hoopt met de nieuwe centra nog meer naar inclusief onderwijs toe te kunnen werken. "We willen elk jaar de drempels in kaart brengen die reguliere scholen nog voelen om een kind met een beperking in te schrijven. Dat inclusief idee is zeker nog niet overal even sterk aanwezig. Meer dan vierhonderd scholen zijn nu bij ons aangesloten, bij een drietal merken we dat onze leerondersteuners eigenlijk niet welkom zijn."

Bij een drietal scholen merken we dat onze leerondersteuners eigenlijk niet welkom zijn

Jan Loosveld, voorzitter vzw Katholieke Leersteuncentra West-Vlaanderen

Die ervaring heeft ook Mieke Vriens. Haar dochter Nanou (15 jaar) met downsyndroom is dit schooljaar in het tweede middelbaar gestart in de A-stroom van een methodeschool. Slechts weinig directies stonden open voor het idee. De zoektocht, zowel naar een school als naar de juiste ondersteuning, was lastig. Toch voelt regulier onderwijs voor Nanou aan als de juiste keuze, zegt Vriens.

"Ze leert veel en heeft zich altijd goed gevoeld bij haar klasgenoten. Ze wordt door hen ook uitgenodigd na de schooluren. Tijdens de wiskundelessen kan ze niet mee met het klasniveau. Dan zet ik de logopedist oefeningen klaar die ze zelfstandig op haar computer kan maken."

Het is als ouder niet evident om elke keer opnieuw op te komen voor je kind

Mieke Vriens, moeder van Nanou

Vijf uur per week krijgt Nanou extra ondersteuning in de klas. Vriens: "Dat is te weinig en dus helpt een stagiair ook anderhalve dag per week. Gelukkig is onze ondersteuner eentje van het gouden type die meer doet dan haar takenpakket."

Door het nieuwe decreet werkt de school van Nanou met een ander leersteuncentrum samen dan dat van haar begeleider. Na een reeks gesprekken blijft een aparte samenwerking met de vertrouwde ondersteuner toch mogelijk. Als ouder kan je maar beter mondig zijn, merkt Vriens. "Wanneer leerkrachten en scholen die flexibiliteit niet zien zitten, wordt snel doorverwezen naar het buitengewoon onderwijs. Het is als ouder niet evident om elke keer opnieuw op te komen voor je kind."

Meest gelezen