Direct naar artikelinhoud
InterviewTahir Hamut Izgil

Deze Oeigoerse dichter vluchtte naar Amerika: ‘Ik werd opgepakt omdat ik zogezegd foute lectuur in mijn bagage had’

‘We kunnen niet communiceren met de mensen die achtergebleven zijn, want als we dat proberen, brengen we hen alleen maar in gevaar.’Beeld The Washington Post via Getty Im

Zes jaar geleden vluchtte de Oeigoerse dichter Tahir Hamut Izgil met zijn gezin van China naar de VS. Een gesprek over onderdrukking, schuld en hoop. ‘Ik werd opgepakt omdat ik zogezegd foute lectuur in mijn bagage had.’

Waarom heeft een Oeigoer altijd een dikke trui en een ruime jas klaarliggen, ook midden in de zomer? Omdat hij ervan uitgaat dat hij ieder moment opgepakt en in een kille cel gegooid kan worden door de Chinese autoriteiten. Dan sterft hij niet van de kou.

Het zou een wrange grap kunnen zijn, maar het is bittere ernst in Xinjiang, de autonome regio binnen de Volksrepubliek China waar de Oeigoeren het leven steeds zuurder wordt gemaakt, aldus Tahir Hamut Izgil. In 2017 slaagde hij erin samen met zijn gezin China te ontvluchten en sindsdien woont hij in het noorden van de Amerikaanse staat Virginia, niet ver van Washington D.C.

Over de repressie van de Chinese Oeigoeren en zijn vlucht schreef Izgil Wachten op mijn arrestatie in de nacht, dat een beeld schetst van de wijze waarop de Chinese overheid de Oeigoerse cultuur aan het vernietigen is. Kort na 2000 werd onderwijs in het Oeigoers verboden en werden kinderen verplicht om Mandarijn te leren. Die kinderen mochten ook niet langer namen krijgen die naar hun moslimachtergrond verwezen.

BIO

 geboren in 1969 in Kasjgar, Xinjiang, China • publiceerde in 1986 zijn eerste gedichten • regisseerde o.a. een populaire dramareeks, maakte documentaires en nam traditionele volksliederen op • gaf les aan de academie van Ürümqi in Xinjiang • werd in 1996 voor drie jaar opgesloten in een heropvoedingskamp • vluchtte in 2017 met zijn vrouw en twee dochters naar de VS • woont in Virginia

Ook al begon de Chinese oorlog tegen de Oeigoeren al in 1949, toen China het gebied waarin ze leven en dat ook weleens Oost-Turkestan wordt genoemd, annexeerde, mettertijd is de repressie almaar toegenomen. Zeker na 2009, toen Han-Chinezen in het oosten van China een aantal Oeigoeren lynchten die ten onrechte van verkrachting werden beschuldigd. In Ürümqi, de hoofdstad van de regio Xin­jiang waar de Han-Chinezen in de meerderheid zijn, braken rellen uit waarbij honderden doden vielen.

Voor de Chinese overheid was het een goed alibi om de schroeven aan te draaien. De internettoegang werd een jaar lang afgesloten, de verkoop van radio’s werd verboden en bestaande radio’s werden in beslag genomen. Slagers moesten hun messen met kettingen vastleggen aan de muur en wie een mes kocht moest zijn identiteitskaart ­tonen, waarna het nummer ervan in het lemmet werd gegraveerd. Mobiele telefoons werden op straat gescand en burgers moesten zich aanmelden bij de politie, waarna bloedstalen, stemopnames en vingerafdrukken werden afgenomen, gevolgd door gezichtsscans.

Sinds 2017 worden ook massaal Oeigoeren opgepakt en opgesloten in heropvoedingskampen, naar schatting al meer dan een miljoen, of bijna 10 procent van de Oeigoerse bevolking.

Het is tegen die achtergrond dat Izgil zijn eigen verhaal vertelt, over bijeenkomsten van dichters die verstoord werden, over historische romans die niet langer gedrukt mochten worden, over boekhandels die sloten, en over hoe hem het leven als regisseur steeds moeilijker werd gemaakt.

“Sinds 1949 heeft de Chinese communistische overheid iedere poging van de Oeigoeren om hun rechten te verdedigen beschouwd als agitatie tegen de staat”, vertelt Izgil. “Volgens de Chinese wet is Xinjiang een autonome regio, waardoor die ook bepaalde rechten zou moeten hebben. Sinds die regio in 1955 werd gecreëerd, is die autonomie echter altijd een holle slogan gebleven. Bovendien worden steeds meer Han-Chinezen ingevoerd in de regio, wat de facto een kolonisatie is. De Chinese overheid hoopt dat de Oeigoeren zich bij deze kolonisatie zullen neerleggen en hun land zonder tegenstand zullen afstaan aan de Han.”

Chinese agenten treden in Ürümqi, de hoofdstad van Xinjiang, hardhandig op tegen protesterende Oeigoerse vrouwen.Beeld Getty Images

De officiële Chinese cijfers spreken voor Xin­jiang inderdaad van bijna 11 miljoen Han-Chinezen op een totale bevolking van bijna 26 miljoen, terwijl dat er in 1949 nog maar 220.000 waren. Is hier sprake van een door de overheid georganiseerde omvolking, waarbij de Oeigoeren in de ­nabije toekomst een minderheid zullen vormen in hun eigen regio?

“De hoofdstad Ürümqi bestaat uit verschillende wijken. In iedere wijk mogen nooit meer dan 30 procent minderheden wonen. Gek genoeg worden daarmee Oeigoeren bedoeld en geen Han-­Chinezen. Vooral na 1955 is de instroom van Han-Chinezen op gang gekomen, volledig door de Chinese overheid gestuurd. Door de verhouding tussen Oeigoeren en Han-Chinezen in het voordeel van die laatsten te laten kantelen, wil de overheid de controle over de regio versterken en de assimilatie van de andere volkeren bevorderen.”

Kunnen we van een genocide spreken, zoals sommigen doen, of is dat een overdrijving?

“Er zijn inderdaad een aantal academici die tot die conclusie gekomen zijn, zeker na de massale interneringen die in 2017 begonnen zijn. Een aantal westerse landen zijn trouwens tot hetzelfde besluit gekomen. Om te voldoen aan de internationaal aanvaarde definitie van een genocide zijn twee criteria doorslaggevend. De eerste is dat een overheersende macht het lot van een volk volledig wil controleren, de tweede is het scheiden van kinderen van hun ouders. In Xinjiang wordt aan beide voorwaarden voldaan. Vooral de cultuur van de Oeigoeren is onder vuur gekomen. Het verplicht inleveren van alle culturele en religieuze objecten is daar een schrijnend voorbeeld van.”

Is die scheiding van ouders en kinderen te vergelijken met wat vorige eeuw in Canada en Australië gebeurde?

“Sinds 2017 zijn ruim een miljoen mensen afgevoerd naar concentratiekampen, die de overheid eufemistisch heropvoedingskampen noemt. Vaak zijn dat de beide ouders van een gezin, waarna de kinderen verweesd achterblijven. Zij mogen niet opgevangen worden door familie, die mogen ze zelfs nooit meer zien, maar worden naar internaten gebracht waar ze een Chinese opvoeding krijgen. De kinderen mogen geen Oeigoers meer praten en over de Oeigoerse cultuur wordt met geen woord meer gerept. Voortaan zijn het Chinezen.”

U vertelt het verhaal van een bejaarde Oeigoer die tegen alle overheidsorders in zijn Koran toch bewaart. Hij verstopt hem, maar is bang dat zijn huis doorzocht zal worden. Dus verpakt hij het boek in een dikke laag plastic en gooit het in de rivier. Even verderop blijft het steken in een van de netten die de Chinezen onder bruggen spannen om precies zulke objecten te vangen. De Koran wordt opgevist, waarna binnenin het ID-nummer van de eigenaar wordt ontdekt en hij zeven jaar gevangenkamp krijgt.

“De Oeigoeren zijn al ruim duizend jaar moslims. De islam is meer dan een religie voor hen, zonder die godsdienst is er van een Oeigoercultuur geen sprake. In 2017 waren diepgelovige mensen het eerste doelwit. Maar ook daarvoor al vroeg de overheid zich af hoe ze de religie kon controleren, omdat de communistische partij godsdienst als opium voor het volk ziet, of erger, als vergif. Slechts één ideologie is toegelaten: de communistische. En omdat religie de manier waarop mensen denken beïnvloedt, moet die verdwijnen.

“Bovendien heeft religie ook een sociale functie. Ze brengt mensen samen, wat gevaarlijk kan zijn, want dan zouden die mensen weleens op het idee kunnen komen zaken te eisen waar ze recht op hebben. In feite is dit een herhaling van wat China in Tibet deed met het boeddhisme en hoe het de Falun Gong-beweging aanpakte. Zelfs Han-Chinese christenen krijgen ermee te maken.”

Ordehandhaving werkt in Xinjiang via straatcamera’s en door de computer opgestelde lijsten van verdachten, maar ook door middel van buurtcomités die twee keer per week iedereen thuis bezoeken en lastige vragen stellen. Heb je weleens logés, wordt er dan gevraagd, en bidden die? Hoe houden mensen dat vol?

“Dit type sociale controle is in elk aspect van ons leven binnengedrongen. Het doel ervan is mensen bang maken en hen de mogelijkheid ontnemen om nog zelf na te denken, naast het onmogelijk maken van enige kritiek op het overheidsbeleid natuurlijk. Die controles hebben immers niet alleen veel invloed op de vrijheid van mensen om te gaan en te staan waar ze willen, ze hebben ook een grote invloed op hun psychologisch welzijn.”

Maar mensen zijn vindingrijk. Er ontstaat een nieuwe taal, waarbij iedereen weet dat als iemand zegt dat het weer een stuk verslechterd is, in feite bedoeld wordt dat de Chinezen het aantal arrestaties drastisch hebben verhoogd.

“Als een mens geen andere keuze heeft dan in metaforen te spreken, zal hij daartoe overgaan. Niet uit vrije wil, maar omdat het niet anders kan.”

Izgil: 'De Oeigoeren zijn al ruim duizend jaar moslims. De islam is meer dan een religie voor hen, zonder die godsdienst is er van een Oeigoercultuur geen sprake.'Beeld Getty Images

In 1996 probeerde u al eens het land te verlaten, tevergeefs. U werd aan de grens tegengehouden en het kwam u op drie jaar heropvoedingskamp te staan. Waarom wilde u toen weg?

“Ik wilde in Turkije mijn master halen. Of ik daarna zou terugkeren naar China wist ik op dat moment niet. Daar had ik nog niet over nagedacht. De straf die ik kreeg was dus niet alleen volstrekt buiten proportie, ze was ook nog eens onrechtvaardig, omdat ik niet echt de intentie had om te vluchten. Er is ook nooit een proces geweest en de straf werd me ook nooit officieel meegedeeld. Ik werd gewoon opgepakt omdat ik zogezegd foute lectuur in mijn bagage had. In het kamp ontmoette ik trouwens heel wat Oeigoeren die hetzelfde hadden meegemaakt. Ik woog nog 45 kilo toen ik na drie jaar weer vrijkwam. Ook in de jaren 1990 was de repressie dus al erg.”

Maar in 2017 was het erger. Overal verdwenen mensen. Het leek een zaak van dagen alvorens ook u aan de beurt zou zijn.

“Dat gevoel had ik inderdaad. We moesten dringend weg. In feite hadden we geen plannen om naar het buitenland te reizen, maar uiteindelijk zagen we ons wel verplicht. Emigreren was dus geen keuze voor ons, en blij werden we er niet van. Van verplicht zijn om je land te verlaten wordt niemand gelukkig.”

Noch van het achterlaten van uw taal, veronderstel ik, want u bent een dichter, voor wie taal heel belangrijk is. Voelt u zich in de VS niet afgesneden van uw moedertaal?

“Dat is een van de grootste consequenties en problemen. In het Engels voel ik me mezelf niet. Het grootste deel van mijn lezers woont bovendien in Xinjiang. Hen achterlaten viel me zwaar. Elke dag nog voel ik me daar slecht bij.”

Hebben uw lezers in Xinjiang nog wel toegang tot uw poëzie?

“De Chinese overheid probeert op alle mogelijke manieren te verhinderen dat werk van gevluchte auteurs gelezen wordt. Ik schrijf dus alleen nog voor de Oeigoeren die China zijn kunnen ontvluchten, en dat zijn er niet veel, maar dat houdt me niet tegen. Ik blijf schrijven. Bovendien wordt mijn werk vertaald in het Engels, wat me een nieuw publiek geeft. Zoals we in het Oeigoers zeggen: er is geen muur die de wind kan tegenhouden. Het is dus best mogelijk dat mijn poëzie mijn vaderland bereikt zonder dat ik dat weet.”

GEDICHT
Wat is het toch?

Wat is me

van ver weg, van achter het gekoepelde water

bijgebleven en met me meegegaan?

Een zwakke eed, geschreven in vergelende nevel,

moed, scheefstaand

of

het gelaagde halfduister dat van hand tot hand gaat?

Deze dagen

zijn bezaaid met verbrijzelde horizonten

verbrijzeld!

In het uitgelaten jaargetijde

waarin overgave zich diep in de koffer verstopt

waarin nobele gedachten over de gewichtsgrens heen gaan

waarin doodlopende wegen hun weg vervolgen

waarin de uittocht ophoudt op de eerste verdieping

waardoor komt het daarin

dat jullie niet zien dat ik nog in leven ben?

Zo simpel zijn het binnenste van mijn ziel en mijn gelaat

o, jij met de donkere ogen

een boom die van binnenuit rood kleurt

verandert naast me in steen

Een toef zoetgeurend kameelgras

groeit snel, bloeit open

op de drempel van het verleden

Waar schrijft u nu over, uw vroegere leven daar of uw nieuwe leven hier?

“Mijn thematiek is veranderd. Soms schrijf ik over mijn ervaringen in Xinjiang, soms over hoe het was om te emigreren en mijn leven in Amerika.”

Hoe moeilijk was het om u aan te passen aan de Amerikaanse samenleving?

“Gemakkelijk was dat niet. De taal vormde de grootste barrière, naast onze onwetendheid over de wijze waarop de Amerikaanse maatschappij werkt. De overheid werkt anders, ze gaat anders om met mensen en je moet elke keer weer je weg proberen vinden in het doolhof van de bureau­cratie. Maar gelukkig kwamen we niet in de leegte terecht. Hier in Virginia zijn er zo’n vijfduizend Oeigoeren. We konden dus op hen terugvallen wanneer we problemen of vragen hadden. We zijn hier nu zes jaar en hebben onze draai gevonden. Onze oudste dochter studeert aan de universiteit, onze jongste zit op de middelbare school. Bovendien is Amerika is een land van immigranten. Er leven hier heel veel mensen afkomstig uit veel ­verschillende culturen door elkaar. Dat helpt.”

Thuis was u regisseur. Hier moest u aan de slag als Uberchauffeur. Dat was even aanpassen?

“Toen we naar Amerika kwamen, vroegen we asiel aan. Na zes maanden kreeg ik een werkvergunning en ging ik als chauffeur aan de slag, bijna een jaar lang. Daarna ben ik drie jaar filmproducer geweest bij Radio Free Asia. Sindsdien ben ik zelfstandig schrijver en filmregisseur. Ik besef dat ik wat dit betreft geluk heb.”

Mist u uw land weleens?

“Het is vooral de natuur die me aan mijn land doet denken: bomen, vogels, kurkdroge landschappen. Ik hou niet op die te vergelijken met de bomen, vogels en landschappen thuis. En dat geldt ook als ik mensen zie die fysiek op Oeigoeren lijken. Het gemis is er altijd. Het ergste is dat we afgesneden zijn van het thuisland. We kunnen niet terug. We kunnen niet communiceren met de mensen die er achtergebleven zijn. Als we dat proberen, brengen we hen alleen maar in gevaar.”

U beschrijft hoe de gsm van uw moeder in beslag werd genomen nadat u haar gebeld had en hoe de man die uw appartement kocht in een concentratiekamp belandde. Hebt u zich daar nooit schuldig over gevoeld?

“Natuurlijk. Eerst hadden we het gevoel dat we hen in de steek lieten. We beseften dat we geluk hadden door met ons hele gezin te kunnen vertrekken, maar het bracht ook een schuldgevoel met zich mee. We zouden blij moeten zijn dat we op tijd buiten geraakt zijn, maar dat lukt niet. En we zijn niet de enigen. Ik denk dat de meeste Oeigoeren die in het buitenland leven ermee kampen. Want hun familieleden zijn door de overheid gestraft omdat zij in het buitenland wonen.”

In 2019 kreeg u een zoon, die u de naam Tarim gaf, naar Xinjiangs grootste rivier. Alweer dat gemis?

“Dat heeft ermee te maken, maar een andere reden was dat we hopen dat Tarim nooit zal vergeten waar zijn ouders vandaan komen.”

Ook al zal hij een Amerikaan worden, zoals zijn twee oudere zussen?

“Mijn dochters herinneren zich hun vaderland nog goed. Ze groeiden er op. De oudste was 15 toen we vertrokken, de jongste 10. Tarim is hier geboren, maar we zouden hem graag meenemen naar het vaderland, of hem bij familie laten logeren, maar daar kan vandaag geen sprake van zijn. Je hebt gelijk wanneer je zegt dat onze kinderen Amerikanen zullen worden. Dat is een natuurlijk proces. Maar ik hoop ook dat ze hun afkomst niet zullen vergeten.”

China noemt de repressie van de Oeigoeren een interne aangelegenheid. Het Westen veroordeelt Peking, maar moeten we niet méér doen?

“De repressie van de Oeigoeren is geen interne Chinese zaak. Het gevaar van het autoritarisme bestaat overal. Een aantal westerse politici zijn gestraft door China omdat ze zich uitspraken tegen de repressie van de Oeigoeren. Het Westen mag zich daar niet bij neerleggen. Alleen is China een grote economische macht geworden, waardoor iedereen terugschrikt van echte actie.”

Zou een onafhankelijke Oeigoerstaat een oplossing kunnen zijn?

“Daar hopen veel Oeigoeren op, en naarmate de repressie toeneemt, neemt ook de hoop toe. Het geloof is groot dat dit de enige manier is om een einde te maken aan de onderdrukking. Dat dit ooit werkelijkheid wordt, lijkt ondenkbaar, maar onmogelijk is het niet. Ik blijf hopen.”

Tahir Hamut Izgil, Wachten op mijn arrestatie in de nacht, De Bezige Bij, 240 p., 24,99 euro. Vertaald door Pon Ruiter, op basis van de Engelse vertaling van Joshua Freeman.

Deze Oeigoerse dichter vluchtte naar Amerika: ‘Ik werd opgepakt omdat ik zogezegd foute lectuur in mijn bagage had’
Beeld rv