Bert Bultinck

‘Matthijs van Nieuwkerk deed wat Bart De Pauw nooit heeft gedaan: dieper ingaan op zijn fouten’

Bert Bultinck Hoofdredacteur van Knack

Heeft Matthijs van Nieuwkerk zijn geluidsman nu op de knieën gedwongen of niet? Het is een van de vele vragen die blijven doorwerken na het lange interview met de Nederlandse tv-ster in NRC van afgelopen weekend. De van zijn troon gedonderde Van Nieuwkerk, die ook in Vlaanderen bekend werd met het immens populaire De wereld draait door, kwam in het interview terug op de beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag. Het was de Nederlandse krant de Volkskrant, een concurrent van NRC, die vorig jaar meer dan vijftig getuigenissen verzamelde. DWDD was een burn-outfabriek, zo was de conclusie, waarin de levens van zo veel medewerkers een deuk kregen. Was getekend: Matthijs van Nieuwkerk. In NRC zegt hij nu: ‘Waarom was ik op momenten verdomme zo’n lul?’

De zaak-Van Nieuwkerk deed ook in Vlaanderen het debat over toxisch leiderschap oplaaien, de managementstijl waarbij een baas zijn autoriteit tracht te vestigen met woede-uitbarstingen, vernederingen en intimidaties. Het bekendste Vlaamse voorbeeld waren de onthullingen over Plopsaland. Dat is – ironisch genoeg – een pretpark, een plek die net als een talkshowstudio geacht wordt toch enige levensvreugde uit te stralen. Na een vernietigend portret begin dit jaar in de zakenkrant De Tijd werd Plopsaland-ceo Steve Van den Kerkhof de laan uitgestuurd. Ook in het geval van de pretparkmultinational werd gewag gemaakt van grensoverschrijdend gedrag en een ‘pest- en brulcultuur’. De stafmeeting stond er bekend als ‘strafmeeting’.

Het interview met Van Nieuwkerk van dit weekend werpt licht op een wezenlijke vraag, die al eens blijft liggen wanneer de rook om ons hoofd is verdwenen: wat gebeurt er met de daders? Zowel bij Van Nieuwkerk als bij Van den Kerkhof gaat het om extreem succesvolle leidersfiguren, die ongetwijfeld heel veel van zichzelf eisen, en niet beseffen dat het onredelijk is om hetzelfde te vragen van hun medewerkers. Tot de bom barst. Dan volgen er, zowel bij Van den Kerkhof als bij Van Nieuwkerk, halfslachtige excuses en een aantal maanden radiostilte. En wat dan? Van den Kerkhof is nog altijd bestuurder bij een Nederlandse pretparkgroep, maar verder werd niet veel meer van hem vernomen. Plopsaland heeft ondertussen een nieuwe ceo.

Van Nieuwkerk heeft het anders aangepakt met een groot sorry-interview, inclusief (een beetje) zelfinzicht en excuses die al iets oprechter klinken dan zijn eerste poging vorig jaar. Hij probeert zich met het stuk in NRC opnieuw bij de televisie binnen te wurmen, zoveel is duidelijk, maar hij gaat ook door het stof. En hij wijst er, niet onterecht, op dat dé symboolpassage in het oorspronkelijke krantenstuk, waarin Van Nieuwkerk een geluidsman na een fout op de knieën zou hebben gedwongen, door de geluidsman zelf gecontesteerd wordt. Woede, ja. Knieën, nee. Of faalt het geheugen van de geluidsman? Zet hij zijn vroegere baas uit de wind?

Matthijs van Nieuwkerk deed wat de voormalige Plopsaland-ceo of tv-maker Bart De Pauw nooit hebben gedaan: dieper ingaan op zijn fouten, in een open gesprek. Nu ja, open, het is duidelijk dat Van Nieuwkerk heel erg graag de regie in handen wilde houden. Nederlandse critici spraken van een ‘pr-technisch interview’ en schreven: ‘Sommige dingen zijn niet te repareren.’ En waarom kon het gesprek niet gewoon live op televisie? Van Nieuwkerk heeft een goede stap gezet, maar de rehabilitatie is nog niet voor morgen.

Na het halfgelukte interview in NRC blijft dan toch die cruciale vraag hangen. Hoe zorgen we ervoor dat zoiets niet opnieuw voorkomt? In een cultuur waarin competitie, winst en dominantie zeer worden gewaardeerd – en ook in euro’s worden uitgedrukt – is het niet simpel om excessen te vermijden. De laatste tijd is er hard gewerkt aan de ontvankelijkheid voor klachten achteraf. Slachtoffers van toxisch leiderschap worden eindelijk ernstig genomen.

Dat is uitstekend, maar het is hoogstens het halve werk. Er moet veel meer worden gewerkt op de systemische oorzaken, met alarmlichtjes en sirenes vooraf in plaats van noodgrepen achteraf. Dat vraagt een stevige inspanning van ceo’s, eindbazen en andere aandeelhouders: dat er niet alleen naar de zwarte cijfers wordt gekeken, maar ook naar hoe die behaald worden. Alleen dan kunnen we vermijden dat supertalenten als Matthijs van Nieuwkerk zich op een bepaald moment moeten afvragen waarom ze verdomme toch zo’n lul zijn geweest. Want dat roepen en tieren hoeft echt niet. Je kunt ook geweldige tv maken zonder de eikel uit te hangen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content