“VW zet in Spanje volledig in op het merk Cupra”, zo heeft grote baas Thomas Schäfer woensdag gezegd in de marge van de Duitse autobeurs IAA Mobility. Dat bericht de Duitse krant Handelsblatt.

Als een grote verrassing komt het nieuws niet, aangezien VW de voorbije jaren vooral in Cupra geïnvesteerd heeft en het merk Seat wat verwaarloosd heeft. Volgens Schäfer is het economisch niet verstandig om tegelijkertijd in Seat en Cupra te investeren. Vooral omdat Seat het imago van enigszins verouderd merk niet echt van zich heeft kunnen afschudden.

Exact een jaar geleden ontkende diezelfde Schäfer nog dat Cupra het label Seat, dat als budgetvriendelijk merk voor jonge klanten wordt beschouwd, beetje bij beetje aan het weg concurreren was.

Schäfer zei toen al wel dat het merk nog zeker tot 2028 of 2029 zou blijven bestaan, wat er nadien zou gebeuren, daar kon hij geen antwoord op geven. Dat antwoord is er nu dus wel gekomen.

In een persbericht meldt het bedrijf dat de Seat Ibiza, Arona en Leon vernieuwd zullen worden om “tot het einde van dit decennium” nog efficiënte brandstofauto’s en plug-in hybrides te kunnen leveren. Wat er met de Ateca en Tarraco gaat gebeuren, is voorlopig niet bekend.

Seat zal na 2030 wel blijven bestaan als aanbieder van mobiliteitsdiensten en in de Seat-fabrieken zullen andere modellen van het VW-concern gebouwd worden, zoals de komende VW ID.2, zegt de grote baas nog.

“Het merk zal een andere oriëntering krijgen binnen de VW-groep en wellicht als mobiliteitsprovider blijven inspelen op de veranderende verplaatsingsnoden van het jonge publiek dat het merk nu ook aanspreekt”, zegt Dirk Steyvers van van Seat België.

Seat werd in 1950 opgericht en produceerde aanvankelijk Fiat-modellen onder licentie. Het behoort sinds 1986 tot het Volkswagen-concern.

“Het merk kent momenteel een sterke groei van 18 procent in vergelijking met 2022”, benadrukt Dirk Steyvers nog.